Project

ZEEVIVO Zeewier in Visvoer

Overzicht

Projectstatus
Afgerond
Start datum
Eind datum
Regio

Doel

Onlangs werd het vierjarige ZEEVIVO (Zeewier in Visvoer) project succesvol afgerond. Hogeschool Van Hall Larenstein, NIOZ, Wageningen University & Research, Danvos en Hortimare onderzochten gezamenlijk of zeewier een geschikt en duurzaam ingrediënt zou kunnen zijn voor visvoer. Het blijkt dat tilapia’s, populaire kweekvissen voor consumptie, gevoerd met zeewiervoeding net zo goed groeien als tilapia’s gevoerd met gangbaar visvoer. Voorwaarde is wel dat het eiwitgehalte van het zeewier eerst wordt verhoogd.

De visvoeding-industrie is op zoek naar alternatieve eiwitbronnen voor het veelgebruikte vismeel of soja. Zeewier kan in potentie een duurzaam alternatief zijn, onder voorwaarde dat het eiwitpercentage van het zeewier gelijk of hoger is dan het product dat het moet vervangen. Soja heeft een eiwitpercentage van 40% en vismeel maar liefst 60%. Zeewier heeft, afhankelijk van bijvoorbeeld de soort en het seizoen, een eiwitconcentratie tussen de 10 en 20 procent.

Uit het ZEEVIVO onderzoek bleek dat de toevoeging van nitraat leidt tot een hogere groeisnelheid en een hogere eiwitconcentratie in het zeewier. De toename in eiwitconcentratie was zelfs zo snel, dat het mogelijk is om zeewier te verrijken door het twee weken voor de oogst onder verhoogde nitraatconcentraties te laten groeien. Daarnaast is het eiwit uit zeewier verder geconcentreerd door middel van bioraffinage. Hierbij wordt het zeewier in een oplossing gebracht met een verhoogde pH en temperatuur, waardoor een deel van het eiwit oplost. Deze vloeistof wordt vervolgens verder ingedikt met behulp van membraanfiltratie en zodoende kunnen zeewierproducten worden gemaakt met meer dan 30 procent eiwit.

Voor het ZEEVIVO-project werden drie verschillende zeewierproducten, gebaseerd op het groenwier Ulva lactuca, het roodwier Solieria chordalis en een 50:50 mix van beide, gebruikt om soja te vervangen in voeding voor tilapia’s. Tijdens twee voedingsproeven werden de groeiprestaties van tilapia’s die werden gevoerd met de experimentele zeewiervoeders vergeleken met de uitkomsten van een standaard referentiedieet. Uit de eerste proef, waarin 25% van het sojaeiwit werd vervangen door zeewiereiwit, bleek dat de voeropname en groei van de vissen voor alle voeders vergelijkbaar was. Tijdens de tweede proef, waarin 20% van het referentiedieet werd vervangen door de verschillende zeewierproducten, was de groei en voederconversie van de vissen gevoerd met het standaard referentie dieet en het dieet met het zeewierproduct gebaseerd op het groenwier Ulva lactuca vergelijkbaar. Het ZEEVIVO-project laat zien dat zeewier producten met voldoende eiwit geschikt zouden kunnen zijn om, in ieder geval gedeeltelijk, de sojacomponent in voer voor tilapia’s, te vervangen. Deze bevindingen kunnen een wereldwijde impact hebben op de productie van kweekvis en de verduurzaming van de aquacultuursector.


Beschrijving

Aanleiding
Aquacultuur, oftewel viskweek, is wereldwijd een snelgroeiende sector. Viskwekers zijn voor visvoer afhankelijk van vismeel. Dit meel wordt tot nu toe geproduceerd uit wild gevangen vis, maar dat is een weinig duurzame methode die verdere groei van de aquacultuursector in de weg staat. De visvoedingsindustrie is op zoek naar alternatieve eiwitbronnen. Zeewier kan zo'n duurzaam alternatief zijn.

Doelstelling
Het consortium in dit RAAK-project onderzoekt of eiwit uit zeewier een geschikt alternatief is voor de vismeelcomponent in visvoer. Daartoe wordt als eerste onderzocht aan welke eisen de op zeewier gebaseerde grondstoffen moeten voldoen om als visvoer te worden gebruikt. Vervolgens wordt bekeken hoe deze stoffen optimaal in de zeewiersoorten zeesla (Ulva lactuca) en suikerkelp (Saccharina latissima) kunnen worden gekweekt. Daarna gaat het raffinageproces onder de loep. Ten slotte worden 5 experimentele visvoeders geproduceerd, getest en afgezet tegen visvoeders op basis van traditioneel vismeel bij de kweek van regenboogforel.

Beoogde resultaat
Het project levert inzicht in de optimale zeewiersoort en verwerking ervan voor visvoer. Deze resultaten worden vastgelegd in een protocol voor zeewierteelt, een handleiding voor bioraffinage van zeewier en voor visvoerproductie met verschillende zeewieren. De kennis wordt gedeeld in de sector en in artikelen in (wetenschappelijke) tijdschriften en op congressen. Via de consortiumpartners wordt de kennis verspreid in de sector en in de onderwijsinstellingen.
Het project brengt een duurzame aquacultuursector een stap dichterbij en kan wereldwijde impact hebben op de voedselvoorziening.


Reacties voor dit item zijn uitgeschakeld
© 2024 SURF