Vrijwilligers zijn onmisbaar bij het in leven houden van de bijna 100 monumentale kerken die eigendom zijn van de Stichting Oude Groninger Kerken (SOGK). Het is dus belangrijk om te luisteren naar de ideeën en meningen van deze vrijwilligers, naast de opvattingen van experts. Hoe denken vrijwilligers over zulke energiebesparende maatregelen? Welke cultuurhistorische waarden vinden zij het belangrijkst? In hoeverre worden deze waarden naar hun mening aangetast door energiemaatregelen? In ons onderzoek zijn vier lokale commissies van vier SOGK-kerken in Groningen benaderd. Uit het onderzoek bleek dat vrijwilligers sterk gekant waren tegen energiemaatregelen die het aanzien van de kerk sterk zouden veranderen, zoals isolatie. Ook dubbel glas kon niet op de goedkeuring van vrijwilligers rekenen. Vloerverwarming werd gezien als de beste optie, dit verandert het aanzien van de kerk niet en bovendien zijn in de onderzochte kerken de vloeren niet meer origineel. De mening over zonnepanelen op het dak van de kerk was erg verschillend, van grote weerstand tot ‘geen probleem’
LINK
Paleis Soestdijk, het decor waartegen zich tussen 1937 en 2004 vrijwel jaarlijks het defile op Koninginnedag zich jaarlijks aftekende. Wite de Savornin Lohman, sinds medio 2006 hoofd Algemene Zaken van de Stichting Openstelling Paleis Soestdijk, vertelt over zijn bijzondere functie als eindverantwoordelijke voor deze bijzondere lokatie.
Groningers hechten aan hun cultureel erfgoed dat in sterke mate bijdraagt aan de identiteit van het gebied en aan hun ‘thuisgevoel’. Aardbevingen vormen momenteel een ernstige bedreigingen van het erfgoed in de provincie. Onderhoud en restauratie van het gebouwde cultureel-erfgoed is daardoorhier nog urgenter dan in andere regio’s. Echter, de restauratiebranche en de monumentenzorg zijn complex georganiseerde werelden, waarin veel mensen in verschillende functies en vanuit verschillende perspectieven betrokken zijn. Daarnaast is het restauratie-onderwijs gefragmenteerd en nauwelijks in Noord-Nederland bereikbaar voor leerlingen en studenten die geïnteresseerd (zoudenkunnen) zijn in de branche. Dit onderzoek, dat in opdracht van de Provincie Groningen is uitgevoerd, wil een stapsteen leggen om te komen tot een meer laagdrempelige instap in de wereld van restauratie-onderwijs en -werk en zodoende een bijdrage leveren aan de opbouw van een groterpotentieel voor het restauratiewerk dat in deze provincie moet worden gedaan.
Gebouwd en landschappelijk erfgoed zijn van groot belang voor de kwaliteit en identiteit van de leefomgeving. Hoe houden we ons erfgoed in stand, ook in het licht van grote ruimtelijke transities? Hoe kunnen erfgoedwaarden inzetten als inspiratiebronnen bij deze ruimtelije transities? Onderzoekers Maarten Vieveen en Tineke van der Schoor doen onderzoek naar deze aspecten. Regelmatig wordt samengewerkt met eindgebruikers (inwoners, beheerders en passanten), erfgoedinstellingen en overheiden.Het koepelproject Duurzaam Erfgoed heeft een belangrijke impuls gekregen door het RAAK-project Energieke Restauraties (2011-2013) en het Living Lab Erfgoed in Energietransitie van RVO (2020-2021). In deze projecten werd speciaal aandacht besteed aan het perspectief van de eindgebruiker, erfgoedwaarden, energiereductie en energieopwekking.
Uit de resultaten wordt duidelijk dat - alhoewel verduurzaming een koppelkans was van restauratie en groot onderhoud - verduurzaming een positief effect heeft op duurzame instandhouding. Door de verbetering van de energieprestatie, het verhoogd thermisch comfort en verlaagde energiekosten (in bijna alle gevallen) is het voor eigenaren interessanter en/ of gemakkelijker geworden om deze gebouwen te gebruiken en zich in te zetten voor onderhoud. In bijna alle gevallen was sprake van een positieve impact op de milieubelasting voor de komende 30 jaar, met de kanttekening dat niet alle milieuimpact is meegenomen (vermoed wordt dat de impact nog positiever is). In één geval was de milieuimpact negatief, de oorzaak is dat het energieverbruik al zeer laag was dus de materiele impact in verhouding erg groot is en in dit geval tot een negatief resultaat leidt. Samengevat wordt geconcludeerd dat erfgoedwaarden deels verloren gaan, maar in het brede perspectief op instandhouding op de lange termijn acceptabel is. En dus een positief effect heeft op de energieprestatie (één keer meer dan de landelijke ambities) en de milieubelasting. Verduurzaming is dus goed voor het gebruik en mileu, maar doet soms wel een beetje pijn. Op welke manier verduurzamen particuliere eigenaren hun rijksmonumenten? En wat zijn effecten op erfgoedwaarden, energieprestatie en milieubelasting? Deze vragen zijn in samenhang onderzocht in dit project en geven inzicht in het maatwerkproces: welke opgaven speelden er, wie waren er betrokken en waarom werden deze oplossingen gekozen. Daarnaast is de impact in kaart gebracht.