Demografische transitie – bezuinigingen – participatiesamenleving – zelforganisatie – eigen verantwoordelijkheid. Deze maatschappelijke en economische ontwikkelingen leiden tot veranderende verhoudingen tussen overheid, burgers en marktpartijen. Tegen de achtergrond van deze ontwikkelingen heeft de gemeente Slochteren het gebruik van maatschappelijke voorzieningen door het lectoraat Krimp en Leefomgeving in kaart laten brengen (Bovenhoff & Meier 2014). Naast inzicht in gebruik en waardering van deze voorzieningen, wil de gemeente meer zicht krijgen op de relatie tussen de aanwezigheid en het gebruik van voorzieningen enerzijds, en de subjectieve beleving van sociale cohesie anderzijds.
DOCUMENT
In het voorjaar van 2011 heeft het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte een onderzoek uitgevoerd naar de leefomgeving van het dorp Niehove. Met behulp van dit onderzoek zal de vereniging Dorpsbelangen in Niehove een doel kunnen opstellen waar ze zich op kunnen gaan richten de komende jaren. Het doel van dit onderzoek is om in kaart te brengen hoe de inwoners van Niehove hun leefomgeving waarderen. Hierbij is een onderzoeksvraag geformuleerd en deze luidt als volgt: Hoe waarderen de inwoners van Niehove hun leefomgeving?Bij deze centrale vraag gaat het om de volgende vier aspecten van de leefomgeving:WoonsituatieVoorzieningenSociale klimaatOrganiserend vermogen1. De inwoners van Niehove, blijkt uit het onderzoek, vinden hun dorp prettig om in te wonen. De belangrijkste reden om zich te vestigen in Niehove is de rust en de ruimte. Veel Niehoofsters geven aan de rest van hun leven in Niehove te willen blijven wonen.2. Het begrip voorzieningen betekent in dit onderzoek bijvoorbeeld de winkels, scholen en sport. In Niehove zijn weinig van deze voorzieningen aanwezig. Bij voorzieningen hoort ook het gevoel van veiligheid. De inwoners van Niehove zijn tevreden over de veiligheid in het dorp. De meningen zijn verdeeld over het onderhoud aan de wegen in en naar Niehove. Op dit gebied moeten dus verbeteringen plaatsvinden.3. Over het sociale klimaat zijn de meeste inwoners het wel eens. Uit het onderzoek blijkt dat de respondenten voldoende sociale contacten hebben binnen en buiten het dorp. Bovendien wordt er gesproken van een goede verstandhouding tussen de oude en nieuwe bewoners, een goede relatie met de buren en wordt de sociale controle als prettig ervaren. De inwoners van Niehove geven in de enquête aan graag buurt- of dorpsgenoten te willen helpen.4. In het dorp Niehove worden veel activiteiten georganiseerd. De populairste activiteiten zijn het paasvuur, de intocht en feest van sinterklaas, de paaswandeling en de sinterklaasbingo. Tevens is de jaarvergadering een belangrijke activiteit volgens de respondenten. Over de activiteiten voor de kinderen vindt 78,5% van de ouders dat er voldoende leuke activiteiten worden georganiseerd. Er zijn inwoners van Niehove die aangeven dat zij graag iets zouden willen beginnen op het gebied van duurzaamheid en het verkopen van streekproducten. Studentonderzoek in het kader van het thema Werklandschappen.
DOCUMENT
In dit onderzoeksrapport wordt een weergave gegeven van de alternatieven voor dorpshuizen in Noord- Groningen. De opdrachtgever CAB (Centrum Arbeid en Beleid) wil deze alternatieve dorpshuizen duidelijk in kaart hebben gebracht, dit houdt in dat er op meerdere fronten onderzoek zal worden gedaan naar deze alternatieven voor dorpshuizen. Dit gebeurt op het gebied van fysieke- , sociale- en financiële kenmerken van deze alternatieven voor dorpshuizen. Bij het onderzoek naar het fysieke aspect moet met name de staat van het alternatieve dorpshuis belicht worden, ook wordt gekeken waar deze alternatieve dorpshuizen gevestigd zijn. Er wordt gekeken naar locaties, het aantal mensen en activiteiten voor het sociale aspect van dit onderzoek. Op het financiële gebied wordt met name gekeken naar de jaarverslagen van de alternatieve dorpshuizen. Echter doordat deze vaak in beheer zijn van particuliere beheerders, die niet bereid waren een jaarverslag te verstrekken, was het vrijwel niet mogelijk deze jaarverslagen op te vragen. Om de opdracht van CAB duidelijk te omschrijven is een doelstelling en een probleemstelling opgesteld. De doelstelling van dit onderzoek luidt als volgt; Het in kaart brengen van de alternatieven voor dorpshuizen. Daarbij wordt gekeken naar de fysieke, sociale en financieel aspecten.. De probleemstelling om het bovenstaande onderzoeksdoel te bereiken luidt als volgt; Wat zijn de fysieke-, sociale- en financiële kenmerken van de alternatieven voor dorpshuizen in Noord- Groningen? Studentonderzoek in het kader van het thema Werklandschappen
DOCUMENT
In totaal zijn er 57 dorpshuizen in Noord-Groningen. Van deze dorpshuizen is een rankinglijst ingevuld op de kenmerken Sociaal, Fysiek en Financieel. Uit deze rankinglijst zijn tien dorpshuizen naar voren gekomen die de hoogste scores hebben op de rankinglijst, met als topdrie: ’t Fivelhoes te Zijldijk, Dorpshuis Wirdum te Wirdum en Dorpshuis Weersterheem te Garrelsweer.Studentonderzoek in het kader van het thema Werklandschappen
DOCUMENT
Enkele Makkingaasters hebben Stichting Lokaal Ideaal Makkinga (SLIM) opgericht om antwoorden te vinden op de effecten van de wereldwijde transitievraagstukken. Door SLIM wordt een drie jaar lopende Veerkrachtsindex (VIX) ingezet om draagvlakken voor ‘’lokale duurzame initiatieven’’ te meten. Dit onderzoek geeft een beeld van in welke mate er sprake is van draagvlak voor samenwerking, gericht op een duurzaam en een leefbaar Makkinga. Het Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling Noorderruimte werkt samen met SLIM om de VIX te realiseren. Het Kenniscentrum heeft belang bij een duidelijk beeld van de veerkracht van Noord Nederland, waardoor lokale initiatieven beter kunnen worden ondersteund onder andere door de kennisuitwisseling en de deskundigheid te bevorderen. Om het draagvlak vast te stellen wordt de volgende centrale vraag beantwoord:‘Wat is de beleving van Makkingaasters bij het begrip ‘duurzaamheid’ alsmede hun persoonlijke rol daarin en wat is de bereidheid om meer actief bij te dragen aan een duurzaam en leefbaar Makkinga met betrekking tot energie, voedsel en arbeid en welk advies kan worden gegeven aan de opdrachtgever gelet op de gevonden resultaten?'
DOCUMENT
In dit rapport wordt ingegaan op het onderwerp groepswonen voor ouderen (50 plussers) in Noord-Nederland. Onder groepswonen voor ouderen wordt alle vormen van wonen verstaan, waarbij meerdere huishoudens een of meer gemeenschappelijke ruimtes gebruiken en beheren, waarbij het lidmaatschap vrijwillig is en de groep zelf beslist over de toelating van nieuwe leden. De focus van het onderzoek ligt op de locatie van de woongroepen, de ervaringen van bewoners in een woongroep en de criteria die worden gehandhaafd voor het selecteren van nieuwe bewoners. De gegevens van de woongroepen zijn weergegeven in een matrix. Hierbij is gelet op het aantal woningen in de woongroep, het aantal bewoners, de samenstelling, de ligging en de voorzieningen.Daarnaast is er ook een overzichtelijke adressenlijst van alle woongroepen in Noord-Nederland en deze zijn weer in een landkaart weergegeven.Doelstelling en Probleemstelling:Naar aanleiding van onvoldoende overzicht in de bekendheid van woongroepen, is het doel van dit onderzoek, een inzicht te geven in de locatie en de ervaringen van woongroepen in Noord-Nederland. Hier vloeit de probleemstelling uit voort. Deze is als volgt geformuleerd: Welke woongroepen voor ouderen zijn er in Noord-Nederland en hoe ervaren de bewoners het wonen in een woongroep? Door zoveel mogelijk bestaande gegevens uit eerdere onderzoeken en andere bronnen te gebruiken, wordt deze doelstelling bereikt.Studentonderzoek in het kader van het thema Werklandschappen.
DOCUMENT
De wereld is in een rap tempo aan het vergrijzen. Tegelijkertijd volgt de ene technologische innovatie snel op de andere. Nederland vergrijst snel: op dit moment zijn er ruim 3 miljoen 65-plussers in Nederland. De verwachting is dat dit aantal zal oplopen naar ruim 4 miljoen in 2030. Van de 65-plussers is circa 1 miljoen alleenstaand op een bevolking van 17 miljoen. In deze deskstudie staat centraal wat de bereidheid van ouderen is om technologie in te zetten ten behoeve van sociale binding/activiteit en voor mobiliteit. Hierbij staan alleenstaande , zelfstandig wonende 65-plussers centraal
MULTIFILE
De evaluatie van Le Grand Départ Utrecht beoordeelt of de opdracht en hoofddoelstellingen zijn gerealiseerd en welke lessen de gemeente Utrecht hieruit kan trekken. Onderdelen die zijn onderzocht zijn een analyse van de waardering van de bezoekers, de economische impact van het evenement en de organisatorische en maatschappelijke legacy ervan.
DOCUMENT
The ‘Grand Challenges’ of our times, like climate change, resource depletion, global inequity, and the destruction of wildlife and biodiversity can only be addressed by innovating cities. Despite the options of tele-working, tele-trading and tele-amusing, that allow people to participate in ever more activities, wherever they are, people are resettling in cities at an unprecedented speed. The forecasted ‘rurification’ of society did not occur. Technological development has drained rural society from its main source of income, agriculture, as only a marginal fraction of the labour force is employed in agriculture in the rich parts of the world. Moreover, technological innovation created new jobs in the IT and service sectors in cities. Cities are potentially far more resource efficient than rural areas. In a city transport distances are shorter, infrastructures can be applied to provide for essential services in a more efficient way and symbiosis might be developed between various infrastructures. However, in practice, urban infrastructures are not more efficient than rural infrastructures. This paper explores the reasons why. It digs into the reasons why the symbiotic options that are available in cities are not (sufficiently) utilised. The main reason for this is not of an economic nature: Infrastructure organisations are run by experts who are part of a strong paradigmatic community. Dependence on other organisations is regarded as limiting the infrastructure organisation’s freedom of action to achieve its own goals. Expert cultures are transferred in education, professional associations, and institutional arrangements. By 3 concrete examples of urban systems, the paper will analyse how various paradigms of experts co-evolved with evolving systems. The paper reflects on recent studies that identified professional education as the initiation into such expert paradigms. It will thereby relate lack of urban innovation to the monodisciplinary education of experts and the strong institutionalised character of expertise. https://doi.org/10.1007/978-3-319-63007-6_43 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/karelmulder/
MULTIFILE
This paper discusses and illustrates the ‘knowledge turn’ in urban policy across Europe. We identify four manifestations of it: 1) widespread efforts to lure knowledge workers; 2) a growing involvement of knowledge institutes in urban development and planning processes, 3) an explicit ‘knowledge based’ approach to planning and the design of public space, and 4) efforts to underline a ‘knowledge city’ identity using all kinds of marketing and branding techniques.
DOCUMENT