Nieuwe wetgeving voor jeugdzorg in Nederland heeft geleid tot de implementatie van teams, die geïntegreerde eerstelijns jeugdzorg bieden. Belangrijke doelen van de nieuwe Jeugdwet waren meer geïntegreerde, tijdige zorg en minder gebruik van intensieve vormen van zorg. Het doel van dit onderzoek was het bestuderen van veranderingen in het gebruik van jeugdzorg in de tijd en de rol van nieuw ingevoerde wijkgerichte ondersteuningsteams hierin. Patronen van jeugdzorggebruik veranderden naar meer lokaal geleverde primaire jeugdzorg, iets minder gespecialiseerde en iets meer residentiële jeugdzorg. Bovendien nam het jeugdzorggebruik onder jongere kinderen toe in de tijd. Deze trends komen deels overeen met de trends die de Jeugdwet beoogt. Er is weinig bewijs gevonden voor de rol van specifieke teamkenmerken op veranderingen in jeugdzorggebruik in de tijd.
MULTIFILE
Dit artikel behandelt de eerste vier transformatiedoelen van de Jeugdwet. Hoe ver zijn we met de realisatie van deze transformatiedoelen, en wat zijn de dilemma’s en knelpunten bij de realisatie ervan? Wat maakt dat het wonderwoorden zijn? Bij elk transformatiedoel schetst de auteur een aantal van zijn observaties, mede geïnspireerd door onderzoek dat hij samen met anderen de afgelopen jaren heeft gedaan. Afsluitend gaat hij in op de implicaties voor het wonderwoord ‘professionele ruimte’, het vijfde transformatiedoel. “This is a post-peer-review, pre-copyedit version of an article published in 'Jeugdbeleid'. The final authenticated version is available online at: https://doi.org/10.1007/s12451-019-00218-7. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/robgilsing/
MULTIFILE
What's in a name? Een paar maanden terug sprak ik met jeugdhulpambtenaren onder meer over de titel van mijn lectoraat: 'Jeugdhulp in transformatie'. Een van hen vroeg waarom het woord 'effectiviteit' er niet in voorkwam. lk vroeg haar wat zij verstond onder effectieve jeugdhulp. "Sneller en beter", was haar antwoord. "Nou, het gaat toch vooral om minder", zo reageerde haar collega. Ook na enig doorpraten werden de collega's het niet eens. Deze microanekdote is symptomatisch voor de zoektocht die de wereld van de jeugdhulp onderneemt- sinds 2015. Toen veranderde de Jeugdwet het speelveld van de hulp rond opvoeden en opgroeien drastisch. Gemeenten kregen een spilpositie op een veld waarop de meeste tot dan toe in beperkte mate actief waren. Vanzelfsprekend had dit grote gevolgen voor de organisatie en uitvoering van de zorg rond opvoeden en opgroeien. Deze transitie, de overdracht van bestuurlijke verantwoordelijkheid van het nationale en provinciale naar het lokale niveau, is, zoals de eerste evaluatie van de Jeugdwet laat zien, zonder grote ongelukken verlopen (Friele et al., 2018). In het algemeen hebben de meeste gemeenten hun nieuwe taken behoorlijk opgepakt. De bestuurlijke transitie is geen doel op zich. lnvoering van de wet zou uiteindelijk tot effectievere (wat dat ook is) en meer doelmatige jeugdhulp moeten leiden. Dit laat zich schetsen aan de hand van de piramide van de jeugdhulp. De relatief steile piramide verbeeldt de situatie voor invoering van de Jeugdwet. Zware zorgvormen aan de bovenkant vormen een relatief groot deel. De ambitie is om tot een afgeplatte piramide te komen. Daarin is de basis, gevormd door de pedagogische infrastructuur en de lichte hulp, verbreed. Daardoor, zo is de veronderstelling, zou de top, met relatief zware, dure jeugdhulp, in omvang afnemen. Door versterking van de basis is minder dure en complexe zorg nodig, met lagere stelselkosten als gevolg. Om van de steile naar de afgeplatte piramide te komen, is wel een geheel and ere werkwijze nodig - aangeduid als de transformatie. In simpele vorm hebben we dan de beleidstheorie waarop de Jeugdwet is gebouwd: door die andere werkwijze, de transformatie dus, wordt uiteindelijk een meer doeltreffende en doelmatige jeugdhulp gerealiseerd. Dat de rijksoverheid de eigen beleidstheorie niet serieus nam en neemt door gemeenten geen tijd te gunnen voor de transformatie en per 2015 meteen oplopende budgetkortingen door te berekenen, daar ga ik het niet over hebben. lk wil het met u hebben over de transformatie als noodzake/ijke voorwaarde om het einddoel te realiseren: meer doeltreffende en doelmatige hulp bij opvoeden en opgroeien. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/robgilsing/
DOCUMENT
Wat draagt het jongerenwerk bij aan het versterken van eigen verantwoordelijkheid van jongeren, het bevorderen van participatie, het vinden van hulp en het normaliseren en ontzorgen van problemen?De 22 casussen in deze bundel geven inzicht in de leefwereld van jongeren in kwetsbare situaties. Verleidingen uit het criminele circuit, een verstoorde ouder-kind relatie of een weinig stabiel sociaal netwerk kan een ontwrichtende uitwerking hebben. Duidelijk wordt hoe jongerenwerkers deze jongeren kunnen ondersteunen bij het vormen van hun identiteit en het verwerven van een eigen plek in de maatschappij. Het boek is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij het jongerenwerk. De verhalen zijn geschikt als studiemateriaal voor (aankomend) jongerenwerkers die willen leren wat jongerenwerk is en willen reflecteren op methodisch handelen. Voor beleid en praktijk bieden de casussen inzicht in de bijdrage van het jongerenwerk aan de preventie van (jeugd)hulp zoals het versterken van eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheid van jongeren, gezondheidsbevordering en het versterken van sociale steun voor jongeren vanuit familie, vrienden en maatschappelijke instanties.De auteurs werkten voor het verzamelen van de 22 casussen samen met jongerenwerkers in het kader van wetenschappelijk praktijkgericht onderzoek naar de bijdrage van het jongerenwerk aan de transformatiedoelen van de Jeugdwet.
DOCUMENT
“Met de komst van de Jeugdwet in 2015 heeft er een verschuiving plaatsgevonden in het Nederlandse jeugdstelsel. Als gevolg van de Jeugdwet werden gemeenten verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van jeugdhulp. Een van de kernconcepten binnen deze wet omvat het demedicaliseren, ontzorgen en normaliseren van de jeugdsector (Overheid.nl, 2014).” Wat betekenen deze begrippen concreet? Wat weten wij over demedicaliseren, ontzorgen en normaliseren? Welke verschillende visie op normaliseren bestaan er? Hoe krijgt normaliseren vorm in de beroepspraktijk? Welke plek heeft normaliseren binnen sociaal- maatschappelijke context? Vanuit bestaande literatuur in de vorm van wetenschappelijke artikelen, beleidsstukken, boeken, opiniestukken en interviews biedt dit verslag inzicht in deze vraagstukken. Het verslag is de 1e stap in het Klein maar Fijn project van het Leernetwerk Normaliseren en biedt zowel een werkdefinitie van normaliseren als discussiepunten. De 2e stap is dat er vanuit leernetwerk (groeps-)gesprekken gevoerd worden met ouders, jeugdigen, professionals (uit verschillende domeinen) om in beeld te brengen welke perspectieven zij hebben op normaliseren bij (vragen over) opgroeien en opvoeden. Als leernetwerk verwachten wij de resultaten van de groepsgesprekken begin 2022 te kunnen presenteren! Auteur onder begeleiding van Claudia Vrijhof, Rob Gilsing en Tamara Bos
MULTIFILE
Professionals in de jeugdbescherming en jeugdreclassering werken met ‘het kind in gevaar en het gevaarlijke kind’. Hun expertise betreft de zorg voor veilig opgroeien van kinderen en jeugdigen in geval van kindermishandeling en bedreigde ontwikkeling, en in geval van delinquentie en ernstige schooluitval. Sinds 2015 wordt door de jeugdbescherming en jeugdreclassering in regio Utrecht en Flevoland de SAVE-werkwijze gebruikt. Deze krachtgerichte methode sluit aan bij de inhoudelijke veranderdoelstellingen die zijn vastgelegd in de Jeugdwet die begin 2015 in werking is getreden. De nieuwe werkwijze bracht een groot aantal veranderingen met zich mee, zowel inhoudelijk als organisatorisch. In dit onderzoek hebben we bekeken hoe professionals in de praktijk vormgeven aan deze veranderingen.
MULTIFILE
De transitie naar een nieuw sociaal en zorgstelsel brengt veel veranderingen en vragen met zich mee. We bevinden ons midden in de 4D-operatie: de decentralisatie van taken van centrale naar lokale overheid. De verantwoordelijkheid en beleidskaders voor hulp en ondersteuning aan burgers veranderen ingrijpend. Gemeenten buigen zich over de organisatie en uitvoering van: de maatschappelijke ondersteuning (Wmo), jeugdzorg (Jeugdwet), arbeidsparticipatie (Participatiewet) en passend onderwijs (Wet Passend Onderwijs). De Wmo en Jeugdwet brengen zorg en welzijn samen, dichterbij de directe leefomgeving van de burger die hulp of ondersteuning vraagt. Dat heeft grote gevolgen voor het doen en laten van alle deelnemers aan het sociale domein. Vaak wordt de metafoor van de ‘kanteling’ gebruikt, die onder meer staat voor kantelen van aanbod naar vraaggestuurd, van probleem- naar krachtgericht, van individueel naar contextueel, van organisatie- naar netwerkgericht, van verticale naar horizontale verhoudingen. Terwijl de transitie staat voor verandering in het stelsel van financiering, regelgeving en organisatie, laten we zeggen de structuur, staat transformatie vooral voor de verandering in de cultuur van werken en het anders inzetten van kennis.
DOCUMENT
Hoofdstuk 1 in: Leren transformeren. De transitie naar een nieuw sociaal en zorgstelsel brengt veel veranderingen en vragen met zich mee. We bevinden ons midden in de 4D-operatie: de decentralisatie van taken van centrale naar lokale overheid. De verantwoordelijkheid en beleidskaders voor hulp en ondersteuning aan burgers veranderen ingrijpend. Gemeenten buigen zich over de organisatie en uitvoering van: de maatschappelijke ondersteuning (Wmo), jeugdzorg (Jeugdwet), arbeidsparticipatie (Participatiewet) en passend onderwijs (Wet Passend Onderwijs). De Wmo en Jeugdwet brengen zorg en welzijn samen, dichterbij de directe leefomgeving van de burger die hulp of ondersteuning vraagt. Dat heeft grote gevolgen voor het doen en laten van alle deelnemers aan het sociale domein. Vaak wordt de metafoor van de ‘kanteling’ gebruikt, die onder meer staat voor kante¬len van aanbod naar vraaggestuurd, van probleem- naar krachtgericht, van individueel naar contextueel, van organisatie- naar netwerkgericht, van verticale naar horizontale verhoudingen. Terwijl de transitie staat voor verandering in het stelsel van financiering, regelgeving en organisatie, laten we zeggen de structuur, staat transformatie vooral voor de verandering in de cultuur van werken en het anders inzetten van kennis.
DOCUMENT
De Jeugdwet verplicht gemeenten om jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek (CEO) uit te voeren. In 2019 heeft het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van de HHs in samenwerking met studenten dit onderzoek uitgevoerd voor de regio Haaglanden. De gemeente Leidschendam-Voorburg wilde een dergelijk onderzoek graag voor de eigen gemeente laten uitvoeren. In 2020 en 2021 hebben tweedejaarsstudenten Social Work vijfentwintig ouders en twee jongeren geïnterviewd over hun ervaringen met de toegang tot jeugdhulp, hun ervaringen met de aansluiting op hun hulpvraag en hun ervaringen met samenwerking en regie. In deze samenvatting worden de resultaten beknopt weergegeven.
DOCUMENT