Om veranderingen succesvoller en duurzamer te maken, om het werklezier en de draagkracht van teams te bewaken en om alle lerenden optimale ontwikkelkansen te bieden, is het belangrijk dat er veranderkeuzes gemaakt worden die gestoeld zijn op evidentie, ingebed in een helder beleid. Minder veranderen, maar doordacht en onderbouwd. Daar zijn praktisch bruikbare veranderkennis, opleiding en professionalisering voor nodig. Daar zetten we met het lectoraat Organiseren van Verandering in Onderwijs (OVO) op in. Het doel is om inzichten, instrumentarium en modellen te ontwikkelen die helpen complexe veranderingen in onderwijs meer evidenceinformed te organiseren, te monitoren en evalueren en hiervoor capaciteit te ontwikkelen bij de organisatie en het team van onderwijsprofessionals.
Onze wereld verandert continu en dus veranderen onze beroepen daarin mee. Volgens Ineke van der Meule, directeur Centrum voor Lectoraten en Onderzoek, en Rianne Valkenburg, lector Kennistransfer in Productinnovatie, zou dat dé focus moeten zijn van hbo-onderzoek. "Daarmee is onderzoek van De Haagse Hogeschool niet alleen maatschappelijk relevant voor onze directe omgeving, maar ook voor onszelf en onze toekomst."
Leraren van de Montessori Scholengemeenschap Amsterdam (MSA) hebben binnen de grootstedelijke context te maken met grote uitdagingen ten aanzien van diversiteit en kansengelijkheid. Die uitdagingen vragen om duurzame veranderingen van praktijken en routines in een school en daarmee een gezamenlijke inzet van alle betrokkenen op team- en organisatieniveau. Het gezamenlijk vinden van antwoorden op die uitdagingen vraagt immers om het ontwikkelen en bundelen van kennis en expertise, met andere woorden om het met en van elkaar leren over grootstedelijke onderwijsvraagstukken. Dit vraagt om wezenlijke veranderingen in de wijze waarop leraren van en met elkaar leren. Om die veranderingen te initiëren is een integrale en systemische aanpak nodig waarin interventies worden doorgevoerd om leren op team- en organisatieniveau te stimuleren. De aanpak van dit praktijkprobleem vraagt om een herijking van het beroepsbeeld en –structuur door de leraar als teamspeler te profileren, om wezenlijke transities in de wijze waarop professionalisering van de leraar binnen MSA georganiseerd en uitgedragen wordt en om fundamentele veranderingen in de inrichting van de schoolorganisatie. Dat leidt tot de volgende hoofdvraag: Hoe kan ik interveniëren in een conventioneel schoolsysteem om het leren op team- en organisatieniveau te versterken teneinde bij te dragen aan duurzame school- en onderwijsontwikkeling? Hierbij is de verwachting dat door veranderprocessen en weloverwogen interventies in gang te zetten die zowel de leraar als andere betrokkenen in een schoolsysteem ertoe aanzetten om in georganiseerde vorm met en van elkaar gericht te leren er een duidelijke leercontext gerealiseerd wordt waardoor de leeropbrengsten duurzame school- en onderwijsontwikkeling versterken. Doel van dit PD-traject is derhalve om een verschuiving te realiseren van individueel leren naar team- en organisatieleren binnen MSA waardoor leraren en andere betrokkenen binnen de school gezamenlijk effectiever vorm geven aan duurzame school- en onderwijsontwikkeling.
De groeiende aandacht voor computational thinking (CT) en programmeren in de klas is voor basisschoolleerkrachten aanleiding om te verkennen hoe zij CT handen en voeten kunnen geven in hun onderwijs. Ontwikkelingen binnen curriculum.nu, de recent gelanceerde leerlijn digitale geletterdheid van SLO en het toenemende arsenaal aan technologische onderwijsmiddelen als de Bee-Bot, Lego Mindstorms en Scratch bieden nieuwe mogelijkheden voor onderwijsontwikkeling, maar zorgen door de snelheid waarmee ze verschijnen tevens voor handelingsverlegenheid onder leerkrachten. Het resultaat is dat scholen materialen aanschaffen terwijl de leerkrachten niet altijd weten wat de mogelijkheden zijn van deze materialen, hoe ze van toegevoegde waarde kunnen zijn voor lesactiviteiten en leerdoelen en welke visie op CT ten grondslag ligt aan de inzet van deze materialen. Om binnen scholenbestuur SKBG op een eenduidige en doelgerichte manier te kunnen werken aan de CT-vaardigheden van leerlingen hebben leerkrachten en directeuren de handen ineen geslagen met docenten en onderzoekers van de lerarenopleiding basisonderwijs van Iselinge Hogeschool. Zij werken binnen de Academische Werkplaats Oost-Gelderland (AWOG) samen aan een op maat gemaakte leerlijn voor SKBG waarin een visie op CT en leerdoelen per leeftijdscategorie beschreven zijn, aangevuld met bij de doelen passende voorbeeldactiviteiten, suggesties voor het zinvol inzetten van technologische onderwijsmiddelen en informatie over CT in het basisonderwijs. Om de ontworpen materialen breed inzetbaar te maken binnen het bestuur is de wens om een online CT-kennisbank in te richten waar leerkrachten handvatten vinden om CT onderdeel te maken van hun onderwijs. Deze kennisbank kan door leerkrachten individueel gebruikt worden, maar ook als basis voor teamtraining en professionalisering. De inrichting en het gebruik van de kennisbank zijn context voor onderzoek naar de user journeys van basisschoolleerkrachten die op zoek zijn naar manieren om CT in de praktijk te brengen.
Iselinge Hogeschool wil de Impuls 2020 aanwenden voor behoud en versterking van de Academische Werkplaats Oost-Gelderland (AWOG). Binnen de AWOG wordt gewerkt aan onderwijsvraagstukken in netwerken – werkplaatsen genaamd. Werkplaatsdeelnemers in de driehoek student - educatief professional - docentonderzoeker verrichten praktijkgericht onderwijsonderzoek dat leidt tot kennisontwikkeling en innovatie van het werkveld en het hogeschoolcurriculum. Het oogmerk van de AWOG is toekomstgericht onderwijs. Dit wordt in de onderzoeksprogrammering van Iselinge Hogeschool geconcretiseerd in onderwijsontwerpen op vier thema’s: onderwijsontwikkeling in de regio, innovatieve didactieken, digitale geletterdheid en pedagogische sensitiviteit. Centraal staan het verbinden van professionals in het educatieve domein, het ontwikkelen van kennis en concrete tools die toekomstgericht onderwijs mogelijk maken én het delen hiervan. Om het verbinden, ontwikkelen en delen in de AWOG een impuls te geven, wil Iselinge Hogeschool toewerken naar een digitaal open-science-platform waarop kennisproducten en concrete opbrengsten op het gebied van netwerkleren en toekomstgericht onderwijs toegankelijk zijn voor professionals in het educatieve domein. Om dit doel te bereiken, bouwen we voort op ‘good practices’ voortgekomen uit de coronacrisis. Iselinge Hogeschool heeft recent onderzoek uitgevoerd naar afstandsleren in de regio Achterhoek tijdens de lockdown. Hieruit komt onder andere naar voren dat professionals in het educatieve domein behoefte hebben aan verruiming van blended samenwerkingsmogelijkheden met partners en de mogelijkheid om nieuwe kennis en tools laagdrempelig met elkaar te delen. Daartoe heeft Iselinge Hogeschool een digitaal systeem nodig dat blended samenwerking binnen de AWOG ondersteunt. Dit systeem moet passen bij de bestaande digitale infrastructuur van de hogeschool. De snelle ontwikkeling van leren en samenwerken op afstand geeft ons de bouwstenen om nieuwe, efficiënte manieren van blended samenwerken te realiseren. De besteding van de Impulsgelden versnelt en ondersteunt de positie van Iselinge Hogeschool als kennisinstelling in de regio op het gebied van leven lang ontwikkelen in het educatieve domein.