Kunstsocioloog Pascal Gielen verdedigt de hypothese dat de geglobaliseerde kunstwereld een ideaal terrein voor economische uitbuiting is. In de roes van de creative cities en de creatieve industrie omarmen overheden dit postfordistische werkmodel en sluiten zo naadloos aan bij de mondiale, neoliberale markteconomie. Gielen diept deze situatie uit en wil tegelijkertijd nieuwe alternatieven aanreiken, die de kunstwereld nodig heeft om haar eigen dynamiek en vrijheid te bewaren. Zijn zoektocht leidt hem naar plaatsen van gedeelde intimiteit en ‘slowability’ temidden van de hectische, globale flow van artistieke ontwikkelingen en trends. Deze derde editie is geheel herzien en bijgewerkt met Gielens meest recente inzichten in de politieke dimensies van kunst, autonomie en de relatie tussen kunst, ethiek en democratie.
In dit boekje over crowdsourcing worden een aantal relevante aspecten van crowdsourcing behandeld. Allereerst beschrijven we een aantal historische voorbeelden om duidelijk te maken dat crowdsourcing niet ontstaan is als gevolg van de opkomst van internet maar als fenomeen al bestond voor het internettijdperk. Door internet is het echter zonder meer eenvoudiger geworden crowdsourcing te organiseren en een veel grotere groepen deelnemers te betrekken. In de sectie 'Wisdom of the Crowds' gaan we in op de onderliggende principes van crowdsourcing. Crowdsourcing wordt vaak in één adem genoemd met de 'Wisdom of the Crowds', als onderliggend mechanisme hoe en waarom crowdsourcing werkt. We zullen echter concluderen dat de 'Wisdom of the Crowds' slechts één van de drie onderliggende principes van crowdsourcing is. Vervolgens gaan we in op de verschillende verschijningsvormen van crowdsourcing. Na een reflectie op bestaande voorstellen om tot een categorisering te komen van deze verschijningsvormen, presenteren we zeven categorieën op basis van het te onderscheiden doel. Bij de keuze om crowdsourcing in te zetten zal naar de kosten, risico's en baten ervan gekeken moeten worden. In de sectie 'Kosten en baten van crowdsourcing' bekijken we dit aspect voornamelijk vanuit het perspectief van de initiërende organisatie. Maar de kosten en baten voor de deelnemers zullen ook kort beschreven worden om te begrijpen wat hen drijft om aan een crowdsourcingproject mee te doen. In de laatste sectie beantwoorden we de vraag hoe crowdsourcing zo effectief en efficiënt mogelijk is in te zetten door naar een aantal implementatiemodellen te kijken en algemene adviezen te inventariseren. We sluiten af met een reflectie op de beschreven bevindingen.
Flying insects like dragonflies, flies, bumblebees are able to couple hovering ability with the ability for a quick transition to forward flight. Therefore, they inspire us to investigate the application of swarms of flapping-wing mini-drones in horticulture. The production and trading of agricultural/horticultural goods account for the 9% of the Dutch gross domestic product. A significant part of the horticultural products are grown in greenhouses whose extension is becoming larger year by year. Swarms of bio-inspired mini-drones can be used in applications such as monitoring and control: the analysis of the data collected enables the greenhouse growers to achieve the optimal conditions for the plants health and thus a high productivity. Moreover, the bio-inspired mini-drones can detect eventual pest onset at plant level that leads to a strong reduction of chemicals utilization and an improvement of the food quality. The realization of these mini-drones is a multidisciplinary challenge as it requires a cross-domain collaboration between biologists, entomologists and engineers with expertise in robotics, mechanics, aerodynamics, electronics, etc. Moreover a co-creation based collaboration will be established with all the stakeholders involved. With this approach we can integrate technical and social-economic aspects and facilitate the adoption of this new technology that will make the Dutch horticulture industry more resilient and sustainable.