De prioriteit t.a.v. werkelijkheid verandert van extern naar intern
Steden en wijken staan ook de komende jaren voor belangrijkeopgaven op onder andere het gebied van armoede, duurzaamheid,veiligheid, welzijn en zorg. Deze complexe en taaievraagstukken kunnen veelal niet door één of twee partijen vanbovenaf worden opgelost. Ze vragen om een nieuwe aanpakmet een grotere rol van de direct betrokkenen. Op steedsmeer plekken in Nederland zien we dan ook dat groepenvan diverse personen en organisaties met elkaar werkenaan creatieve oplossingen voor vraagstukken op individueel,buurt- of wijkniveau. Zij bundelen hun krachten in nieuwesamenwerkingsverbanden om zo lokaal het verschil te maken.Deze samenwerkingsverbanden zorgen ten opzichte van hetverleden voor verschuivende rollen, taken en (machts) verhoudingen.Er ontstaat een nieuw speelveld met deels nieuwespelers en spelregels. Hoe je dit samenspel tussen burgers,ondernemers, maatschappelijke instellingen en gemeentenprecies vorm moet geven, wordt nu uitgeprobeerd en ontdekt.Hoe verhouden bijvoorbeeld de burger en de professional zichtot elkaar? Welke complexe afhankelijkheden zijn er tussende andere partijen? Heeft iedereen een gelijkwaardige stem?Tegen welke knelpunten lopen deze samenwerkingen op?Wat zijn belangrijke leerpunten en hoe kunnen we het lerenover en binnen deze plekken optimaliseren? In dit boek gaan weaan de hand van tien casestudies op zoek naar de antwoordenop deze vragen. Naast de grote verscheidenheid laten devoorbeelden ook zien dat de partijen op deze plekken in volleovertuiging gezamenlijk aan iets ‘nieuws’ bouwen ondanks hunverschillende achtergronden, belangen, denk- en werkwijzen.Daarmee zijn het voor ons plekken van hoop en verandering.
Steden en wijken staan ook de komende jaren voor belangrijke opgaven op onder andere het gebied van armoede, duurzaamheid, veiligheid, welzijn en zorg. Deze complexe en taaie vraagstukken kunnen veelal niet door één of twee partijen van bovenaf worden opgelost. Ze vragen om een nieuwe aanpak met een grotere rol van de direct betrokkenen. Op steeds meer plekken in Nederland zien we dan ook dat groepen van diverse personen en organisaties met elkaar werken aan creatieve oplossingen voor vraagstukken op individueel, buurt- of wijkniveau. Zij bundelen hun krachten in nieuwe samenwerkingsverbanden om zo lokaal het verschil te maken. Deze samenwerkingsverbanden zorgen ten opzichte van het verleden voor verschuivende rollen, taken en (machts)verhoudingen. Er ontstaat een nieuw speelveld met deels nieuwe spelers en spelregels. Hoe je dit samenspel tussen burgers, ondernemers, maatschappelijke instellingen en gemeenten precies vorm moet geven, wordt nu uitgeprobeerd en ontdekt. Hoe verhouden bijvoorbeeld de burger en de professional zich tot elkaar? Welke complexe afhankelijkheden zijn er tussen de andere partijen? Heeft iedereen een gelijkwaardige stem? Tegen welke knelpunten lopen deze samenwerkingen op? Wat zijn belangrijke leerpunten en hoe kunnen we het leren over en binnen deze plekken optimaliseren? In dit boek gaan we aan de hand van tien casestudies en vijf interviews op zoek naar de antwoorden op deze vragen. Naast de grote verscheidenheid laten de voorbeelden ook zien dat de partijen op deze plekken in volle overtuiging gezamenlijk aan iets ‘nieuws’ bouwen ondanks hun verschillende achtergronden, belangen, denk- en werkwijzen. Daarmee zijn het voor ons plekken van hoop en verandering.
LINK
Enschede helpen ‘wederopbloeien’. Dat beogen we met deze ‘impuls’. We starten een interdisciplinair project, waarin studenten van vier Enschedese kennisinstellingen samenwerken aan een aantal concepten dat initiatieven van bewoners stimuleert. Die concepten komen voort uit een ‘Design contest’ die vlak voor de zomer plaatsvond. In kwartiel 2 geeft een groep van 8-10 studenten daar verder vorm aan, en experimenteren ze er mee, in één of enkele Enschedese wijken. De vraag die we vlak voor de zomer stelden in het kader van die ‘Design Contest was: “Hoe kunnen we gebruik maken van de kennis en kunde van studenten bij het mobiliseren van ideeen en initiatieven op wijk/buurtniveau in Enschede?” Eén aanleiding daarvoor was de reflectie van de Wetenschappelijke Board Enschede op de impact van de Corona-crisis op de stad (dd 15 juni 2020). Zij concludeerde dat het voor de gemeente nodig is om ‘lokaal veerkracht’ te benutten en te zoeken naar een nieuw samenspel met inwoners. Dit met als doel te komen tot creatieve, gezamenlijke, lokale initiatieven (in buurten en wijken) die de stad helpen ‘wederopbloeien’ na de Corona-crisis. De drie winnende concepten van de contest gingen over: - een fysieke toolkit voor design thinking in de wijk - in te zetten mét bewoners, - een manier om via QR-codes input op te halen in de wijk en daar met een team studenten (vanuit een ideeen-bus) aan te werken, - een app om initiatiefnemers in wijken aan elkaar te koppelen om elkaars initiatieven te helpen slagen. Met deze Impuls willen we studenten uitdagen een rol te spelen bij die ‘wederopbloei’, door (enkele van) de winnende concepten van de contest werkelijk vorm te geven en er met inwoners mee te experimenteren. In de wijk, als plek waar initiatieven geboren worden en als rijke leeromgeving voor studenten.