Saxion heeft in opdracht van woningcorporatie Welbions te Hengelo onderzoek gedaan naar de sociale veiligheid en leefbaarheid in Hengelose Es Noord. Het betreft een buurt bestaande uit 552 flatwoningen verdeeld over 8 gebouwen en 235 eengezinswoningen verdeeld over vijf woonhoven. De flats en woonhoven zijn gegroepeerd in een drietal ‘stempels’.De buurt wordt komende jaren aangepakt. Dit plan valt uiteen in een herstructureringsdeel en een deel waar groot onderhoud wordt uitgevoerd. Het middelste en oostelijke stempel, dat uit 5 flats bestaat, krijgt in 2016-17 groot onderhoud. In het westelijke stempel wordt herstructurering voorbereid: één flatgebouw wordt waarschijnlijk gesloopt, de andere twee worden ingrijpend gerenoveerd (voor een andere doelgroep).De woonhoven met de eengezinswoningen worden alle gesloopt en vernieuwd.Doel van het onderzoek was om Welbions adviezen aan te reiken om bij het ontwikkelen van plannen voor de aanpak van de buurt Hengelose Es Noord rekening te houden met sociale veiligheid en leefbaarheid, in het bijzonder adviezen om eventuele ‘valkuilen’ te vermijden. Positief gesteld: kansen benutten om de voorwaarden voor het kunnen uitoefenen van sociale controle in het ontwerp en in het beheer te bevorderen.In het onderzoek is allereerst de veiligheidssituatie in de buurt in kaart gebracht. Er is onder meer een bewonersenquête uitgevoerd waarin 48% zegt zich wel eens onveilig te voelen in de eigen buurt; dit is een relatief hoog percentage vergeleken met andere delen van Hengelo, waar het rond 16% ligt. De onveiligheidsbeleving vindt zijn oorzaak in concreet slachtofferschap, een verloederde omgeving, een matige sociale cohesie en ruimtelijke kenmerken van de omgeving die ongunstig zijn voor het uitoefenen van sociale controle.
MULTIFILE
Door de concentratie van kwetsbare huishoudens staat het samenleven in sommige buurten steeds meer onder druk. Of dit tot grote problemen leidt hangt af van de veerkracht in een buurt. Er is echter nog te weinig aandacht voor het dagelijkssamenleven in een straat, een wooncomplex en een portiek. Dit zijn de ruimten waar buren direct met elkaar te maken hebben.Wat zijn op dit schaalniveau sociale en fysiek-ruimtelijke handvatten om harmonieus samenleven, alledaagse attentheid en onderlinge zorgzaamheid te bevorderen?
MULTIFILE
De woningbouwopgave is enorm. Alleen al in Amsterdam is de bouw van minimaal 50.000 woningen tot 2025 voorzien. De impact op onze steden is nauwelijks te overschatten. Met name doordat deze nieuwbouw binnenstedelijk en daardoor in extreem dichtheden en hoogbouw gerealiseerd moet worden. We weten dat voor een goede leefomgeving de straat een menselijke maat moet hebben. Voor de gangbare woonmilieus is bekend wat voor ontwerpoplossingen dit vraagt: een actieve plint (begane grond), ritme in de straatwanden en een tactiele inrichting. Voor de nieuwe woonmilieus met on-Nederlands hoge dichtheden en hoogbouw is nog niet duidelijk hoe dat moet gebeuren. Duidelijk is dat er aandacht nodig is op het sociale vlak, programmering, mobiliteit, en de vormgeving van de straatruimte als gezamenlijke publieke ruimte met een menselijke maat. Dit onderzoeksvoorstel richt zich op de straatruimte. Ruimtelijk ontwerpers hebben urgente behoefte aan een systematisch overzicht van (elders) beproefde ontwerpoplossingen, meer grip op de werking van deze ontwerpingrepen en een tool om ontwerpoplossingen al gedurende het ontwerpproces op hun werking te kunnen testen. Om in deze behoefte te voorzien, is een consortium gevormd bestaande uit ontwerpbureaus, (internationale) kennisinstellingen die de opgave op soortgelijke interdisciplinaire manier aanpakken en een groep opdrachtgevers van ruimtelijke projecten. Sensing Streetscapes past twee nieuwe opkomende technologieën toe (artificial intelligence uit data-analytics en de eye-tracking-technologie uit de neurologie) die nodig zijn om referentielocaties te traceren en het effect van ontwerpoplossingen op de gebruikers van de straatruimte te achterhalen. Naast de kennisontwikkeling worden de technologieën ook doorontwikkeld tot twee nieuwe tools voor de toepassing in de ontwerppraktijk. Ontwerpers kunnen daarmee zelf sneller referentielocaties traceren en ontwerpoplossingen zelf toetsen bij de gebruikers. Hiermee zijn de ontwerpers in staat om met beter beproefde oplossingen per situatie en locatie straatruimtes een herkenbare menselijke maat te geven en de ontwerppraktijk innoveert.