Zorggroep Alliade biedt zorg en ondersteuning aan meer dan 7.000 mensen met een verstandelijke beperking (VB) en kwetsbare ouderen in Friesland. Zorggroep Alliade bestaat uit een aantal zorgonderdelen waarvan Talant (gehandicaptenzorg) en Meriant (ouderenzorg) de bekendste zijn. Naast het verlenen van directe zorg en ondersteuning aan cliënten, heeft Alliade onderzoek en ontwikkeling hoog in het vaandel staan. Onderzoek draagt bij aan kennisontwikkeling, deskundigheidsbevordering, betere screening, diagnostiek en behandeling en zinnige/effectieve zorg. De afdeling Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek (PWO) richt zich hierop en voert een brede waaier aan onderzoeksprojecten uit in de gehandicaptenzorg en ouderenzorg. De afdeling PWO bestaat uit een aantal (gepromoveerde) onderzoekers en ondersteuners die samen met zorgprofessionals praktijkgericht onderzoek doen. Vaak zijn dit behandelaren, zoals artsen, gedragskundigen en logopedisten die naast hun klinische werk deeltijds onderzoek verrichten binnen hun deskundigheidsdomein. Onderzoek binnen Alliade voldoet aan twee voorwaarden vervat in de afdelingsnaam: het komt ten goede aan de cliënt van vandaag en/of morgen (praktijkgericht) én voldoet aan wetenschappelijke standaarden. Daarbij wordt gefocust op twee onderzoekslijnen die aansluiten bij de missie, visie en identiteit van de organisatie: 1) veroudering & dementie en 2) evidence-based screening, diagnostiek & behandeling. Binnen deze twee onderzoekslijnen lopen diverse onderzoeksprojecten die zelfstandig of in samenwerking met collega-zorginstellingen, hogescholen of universiteiten worden uitgevoerd. Op het internationale gehandicaptenzorgcongres van IASSIDD (6-8 juli 2021) worden resultaten gedeeld van vier onderzoeksprojecten.
DOCUMENT
Zorg, Service & Welzijn van Friesland College opereert in een complexe wereld. De bevolking vergrijst, de zorgvraag neemt toe en de beroepsbevolking krimpt. De technologische ontwikkelingen in de zorg gaan razendsnel. Mensen blijven langer thuis wonen, houden meer zelf de regie over wat ze nodig hebben en er ontstaan nieuwe vormen van welzijn en zorg, bijvoorbeeld kleinschalig wonen voor ouderen. In de maatschappij als geheel spelen ook grote vraagstukken waar (aankomende) professionals bij de uitoefening van hun beroep mee te maken krijgen. Dit vraagt om wendbare professionals ofwel professionals met de capaciteit om verbetergericht te leren en werken. Dit thema: professionals die zich blijvend ontwikkelen, heeft ook de aandacht van het Practoraat Leven Lang Ontwikkelen van Friesland College. Het beroepsonderwijs, waar deze professionals worden opgeleid, staat daarmee midden in de samenleving.
DOCUMENT
Background: Art therapy (AT) is frequently offered to children and adolescents with psychosocial problems. AT is an experiential form of treatment in which the use of art materials, the process of creation in the presence and guidance of an art therapist, and the resulting artwork are assumed to contribute to the reduction of psychosocial problems. Although previous research reports positive effects, there is a lack of knowledge on which (combination of) art therapeutic components contribute to the reduction of psychosocial problems in children and adolescents. Method: A systematic narrative review was conducted to give an overview of AT interventions for children and adolescents with psychosocial problems. Fourteen databases and four electronic journals up to January 2020 were systematically searched. The applied means and forms of expression, therapist behavior, supposed mechanisms of change, and effects were extracted and coded. Results: Thirty-seven studies out of 1,299 studies met the inclusion criteria. This concerned 16 randomized controlled trials, eight controlled trials, and 13 single-group pre–post design studies. AT interventions for children and adolescents are characterized by a variety of materials/techniques, forms of structure such as giving topics or assignments, and the use of language. Three forms of therapist behavior were seen: non-directive, directive, and eclectic. All three forms of therapist behavior, in combination with a variety of means and forms of expression, showed significant effects on psychosocial problems. Conclusions: The results showed that the use of means and forms of expression and therapist behavior is applied flexibly. This suggests the responsiveness of AT, in which means and forms of expression and therapist behavior are applied to respond to the client's needs and circumstances, thereby giving positive results for psychosocial outcomes. For future studies, presenting detailed information on the potential beneficial effects of used therapeutic perspectives, means, art techniques, and therapist behavior is recommended to get a better insight into (un)successful art therapeutic elements.
DOCUMENT