Baarts presentiebenadering is even inspirerend voor de professionele beroepspraktijk als problematisch in haar theoretische grondslagen. In deze benadering bestaat een fundamentele morele spanning tussen gebroken waardigheid als het kernprobleem van armoede en het goede leven als de overkoepelende oplossing hiervoor. In deze spanning interfereren drie verschillende culturele onderstromen: een optimistisch Griekse, een radicaal christelijke en een gematigd humanistische onderstroom. Terwijl Baart in zijn magnum opus nadrukkelijk stelt dat presentiebeoefenaars het goede oftewel het gelukkige leven centraal behoren te stellen, poneert dit artikel dat de praktijken en paradoxen van de presentiebeoefening beter kunnen worden begrepen als het herstellen van waardigheid.
DOCUMENT
Andries Baart ontwikkelde de presentietheorie vanuit onderzoek naar de werkzaamheid van het oude-wijkenpastoraat. Op zoek naar de essentie van het werk van de pastores ontdekte hij dat hij ‘met verkeerde ogen’ keek; hij zocht naar problemen die door de pastores opgelost werden, hij keek of ze wel volgens een bepaald plan werkten en volgens effectief gebleken methoden. In zijn bijna duizend bladzijden tellende boek toont hij duidelijk aan dat het werk van de pastores, hoe zinvol ook, in geen enkele theorie lijkt te passen. Baart zette zich om die reden aan het ontwerpen van een nieuwe theorie: een theorie van de presentie. Baart heeft een theorie willen ontwerpen die vaststelt wat de betekenis is van ‘er te zijn’ voor iemand (Baart 2001).
DOCUMENT
boekbespreking van Baart, A., & Willeme, F. (2010). Van tellen naar vertellen, en terug den Haag: Boom Lemma.
DOCUMENT
Deze bundel is een resultaat van de werkgroep ‘Presentie & Onderwijs’. Zij verschijnt ter gelegenheid van het eerste landelijke presentiecongres, op 26 september 2006 in Amersfoort. De werkgroep “Presentie & Onderwijs” is een van de werkgroepen die geïnitieerd is tijdens de eerste bijeenkomst van het presentieforum in het voorjaar van 2004. Zij nam de taak op zich een verkenning te doen naar inbeddingmogelijkheden van de presentiebenadering van Baart (2001) in het onderwijs. Hierbij werd specifiek gekeken naar het HBO-onderwijs, maar er werd ook aandacht besteed aan opleiding in het algemeen, zoals universitair en postinitieel onderwijs, bij- en nascholing en supervisietrajecten. De bundel bestaat uit de volgende bijdragen: • Presentie en Onderwijs: where the twain will meet? (M. Banning e.a.) • Over professionaliteit en presentie. Pleidooi voor normatieve professionaliteit bij HBO-opleidingen (J.P. Wilken) • Presentie en Social Work; Een verkenning van mogelijkheden voor beroepsinnovatie en invoeging in het onderwijs (B. Schriever) • Didactiek van Exposure; Het aanleren van een specifieke manier van kijken (M. Nuy & B. Venneman)
DOCUMENT
De auteur komt in haar onderzoek regelmatig jongeren tegen die de metafoor van ‘aapjes kijken’ gebruiken om uitdrukking te geven aan hun gevoel dat zij op een eenzijdige en negatieve manier bekeken worden door publieke dienstverleners. De media, politie, gemeente, maar ook jeugdprofessionals zoomen volgens de jongeren in op problematische aspecten van hun leven, terwijl andere delen onderbelicht blijven. Kaulingfreks analyseert hoe (impliciet) racisme, exotisering en demonisering ervoor zorgen dat jongeren in aandachtswijken zich gewantrouwd voelen en bespreekt hoe jeugdprofessionals deze vertrouwensbreuk kunnen helpen herstellen. Kaulingfreks gelooft dat het aangaan van een relatie die is gebaseerd op interesse en medemenselijkheid daarbij helpt en ziet daartoe aanknopingspunten in de presentiebenadering van Andries Baart
LINK
The research group Participation, Care and Support is part of the Research Centre for Social Innovation of Utrecht University for Applied Sciences. This is a transdisciplinary research centre, doing practice based research focused on relevant social issues, connecting different fields like social work, care, law, employment, policy and organisation. In the centre, around 125 researchers are active and every year several hundreds of students are participating in research projects. Our research group has around 15 members, including people with personal experience with a disability or a mental health issue
LINK
Kwartiermakers werken aan maatschappelijke betrokkenheid. Zij spannen zich in om mensen met bijvoorbeeld een verstandelijke beperking in beeld te brengen, hun verlangens te achterhalen, te verwoorden en te behartigen, niet eenmalig maar steeds opnieuw. Kwartiermakers werken aan het toegankelijk maken en zo nodig aanpassen van maatschappelijke instellingen ten behoeve van mensen die niet zomaar passen. Kwartiermakers werken aan de hand van de vraag van een individuele cliënt, maar het werken aan ruimte voor anders-zijn is ook als collectieve strategie op te vatten - ter humanisering van de samenleving.
DOCUMENT
Uit het onderzoek naar outreachend werken bij Maatschappelijke Dienstverlening Alexander komt onder meer naar voren, dat de professionals van MDA zorgen hebben over het vasthouden van de kwaliteit van hun aanpak binnen het werken in sociale wijkteams. In overleg met MDA is daarom gekozen voor het samen ontwikkelen van een werkwijze voor groeiend kwaliteitsbewustzijn die past bij de aard van outreachend werken. Inspiratie daarvoor werd gevonden in een werkwijze die Andries Baart en anderen ontwikkelde met professionals in organisaties voor ouderenzorg. Kern van de werkwijze van Baart en zijn team is, dat een open serie gesprekken tussen professionals wordt georganiseerd over wat goede zorg is, hoe men die wil bereiken en hoe die ook verantwoord zou kunnen worden (op manieren die aanvullend zijn voor de formele verantwoording die subsidiegevers vragen). Vanuit de Wmo werkplaats Rotterdam is een vergelijkbare serie gespreksbijeenkomsten georganiseerd voor medewerkers van MDA die in verschillende sociale wijkteams actief zijn. De gesprekken gingen bijvoorbeeld over: - welke deugden streef je na met het outreachend werken? - hoe en wanneer deze deugden in het werken met cliënten ingezet worden; - hoe kun je nóg beter reflecteren op de situatie en de context van de cliënt; - of de begeleiding in die specifieke situatie met deze cliënt ’goede begeleiding’ is; - hoe deze kwaliteit binnen een wijkteam een (geborgde) plaats kan krijgen. De uitwisseling van ervaringen en het samen bouwen aan kwaliteitsbewustzijn vonden de deelnemers waardevol. Tijd voor dialoog en reflectie wordt weinig gemaakt. Dit proces heeft geleid tot twee resultaten voor de Wmo werkplaats: een procesevaluatie en een handreiking waarin de werkwijze overdraagbaar wordt gemaakt.
DOCUMENT
Ieder jaar stijgt het aantal mensen dat wordt doorverwezen naar de geestelijke gezondheidszorg, het speciaal onderwijs, Wajong of schuldhulpverlening met 10 procent. ‘in enkele decennia is het aantal nederlanders dat zich niet eigenhandig in onze samenleving kan handhaven verdubbeld’, zegt ook Hans van ewijk in april 2013. Het is belangrijk dat deze mensen ‘lid van de wereld mogen worden’. Kwartiermaken biedt daarvoor een oplossing
DOCUMENT
In dit artikel wordt verslag gedaan van een pilot gehouden binnen Fontys Sociale Studies in de periode 2008-2010 rondom de MBSR-aandachttraining bij eindejaars studenten, begeleid door onderzoek vanuit Tilburg University. De pilot is gehouden onder de noemer 'aandachttraining en zelfzorg van de professional. In het eerste deel wordt uitleg geven over de training en wordt een verbinding gemaakt van het begrip Aandacht met 'vraaggestuurd leren', 'Empowerment' en 'Presentie'. In het tweede deel komt de student tot spreken over wat gewaardeerd is, moeilijk gevonden werd, welke veranderingen bij zichzelf waargenomen werden en de visie op de plaats van deze training binnen een opleiding tot professioneel hulpverlener. De belangrijkste conclusie uit deze pilot is dat de aandachttraining door de studenten zeer gewaardeerd is: enerzijds als middel om een groter persoonlijk bewustzijn op te bouwen en daardoor hun welzijn te vergroten en anderzijds als middel om een betere, aandachtige professional te zijn. De aanbeveling is om de vervolgstappen rondom de aandachttraining en het begeleidende onderzoek nadrukkelijk te koppelen aan een Fontysbrede kring (over meerdere instituten heen) die hierin de regie voert, mogelijk in samenwerking met Tilburg University. Opgemerkt wordt dat hier kansen liggen om samen verder kennis te maken met en over Aandacht, mogelijk ook in nieuwe toepassingsgebieden.
DOCUMENT