A growing number of older patients undergo cardiac surgery. Some of these patients are at increased risk of post-operative functional decline, potentially leading to reduced quality of life and autonomy, and other negative health outcomes. First step in prevention is to identify patients at risk of functional decline. There are no current published tools available to predict functional decline following cardiac surgery. The objective was to validate the identification of seniors at risk—hospitalised patients (ISAR-HP), in older patients undergoing cardiac surgery. A multicenter cohort study was performed in cardiac surgery wards of two university hospitals with follow-up 3 months after hospital admission. Inclusion criteria: consecutive cardiac surgery patients, aged ≥65. Functional decline was defined as a decline of at least one point on the Katz ADL Index at follow-up compared with preadmission status.
In deze rapportage worden de resultaten weergegeven uit het kwantitatieve onderzoek dat in 2012 en 2013 is uitgevoerd bij de Utrechtse Open Monumentendag. Hiertoe worden eerst de demografische en festigrafische variabelen behandeld, vervolgens de gebruikte media, daarna de tevredenheid en ten slotte de locaties waar men is geweest. In de tabellen is het aantal respondenten aangegeven dat antwoord heeft gegeven, daarachter staat tussen haakjes het percentage. Bij een aantal variabelen zijn de gemiddelden weergegeven. Deze geven de gemiddelde waarden per item weer die op de vijfpunts Likertschaal zijn gescoord.
In de kolommen van dit blad konden we onlangs optekenen dat gebiedsontwikkeling inmiddels aan versie 3.0 toe is. Projectmanagement,dat als vak al veel langer bestaat, maar na voorbereidende opleidingen als Bouwkunde nog geen herkenbare structuur heeft, kan daarbij niet achterblijven. Tenminste, als we een recente publicatie van de Hogeschool Utrecht en Pro6Managers mogen geloven die onder die titel is verschenen. Maar is er inderdaad sprake van een vak dat zich onder druk van de nieuwe realiteit opnieuw moet uitvinden? Of is er veeleer sprake van een evolutie? En wat is de rol van het onderwijs in dit verband? Allemaal vragen die tijdens een rondetafelgesprek op diezelfde Hogeschool aan de orde kwamen. Een verslag in drie blokken.
Criminelen maken voor georganiseerde criminaliteit gebruik van legale bedrijven en diensten. Door deze vermenging van illegale en legale economieën vervagen normen en neemt het gevoel van veiligheid en leefbaarheid in de samenleving af. Dit effect wordt ondermijning genoemd. Kenmerkend voor deze illegale activiteiten is dat deze ‘winstgedreven’ zijn. Geldstromen vormen de aorta van de georganiseerde criminaliteit. De hogescholen Avans en Saxion werken samen aan het weerbaar maken van de samenleving tegen de ondermijnende effecten van deze criminele geldstromen. We zien het als onze missie om op deze manier een essentiële bijdrage te leveren aan de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Hoewel de aanpak van criminele geldstromen hoog op de agenda staat van belangrijke publieke en private stakeholders, is praktijkgericht onderzoek op dit terrein nog onvoldoende krachtig gebundeld. Het doel van de SPRONG-groep Ondermijning – Criminele Geldstromen (SPOC) is om een landelijk opererend Kennis- en expertisecentrum Criminele Geldstromen op te richten. Onze multidisciplinaire teams werken al lange tijd samen om het onderzoek naar criminele geldstromen en ondermijning een impuls te geven. Dit doen we met onze consortiumpartners in landelijke en regionale netwerken. In de komende vier jaar ligt het accent op infrastructuurontwikkeling. We beginnen deze samenwerking met onze landelijke consortiumpartners, maar geleidelijk zal de focus verschuiven naar de verschillende regio’s. Verder bestaat het activiteitenplan van dit consortium onder meer uit het vaststellen van een roadmap, het aanscherpen van de vraagarticulatie en het verder uitbouwen en bestendigen van onze netwerkinteracties. Daarnaast besteden we veel aandacht aan (interne en externe) talentontwikkeling en dragen we zorg voor disseminatie en nieuwe interacties tussen onderzoek en onderwijs. Binnen dit project willen de samenwerkende lectoren de kans benutten om nieuwe topspecialisten (programmamanager, community managers, alliantiemakelaars, datastewards) aan te trekken voor het maken van nieuwe infrastructuren.