Generation Z (Gen Z) will account for a growing proportion of the global workforce in the coming years. Therefore, it is vitally important to understand this generation’s unique perspectives and preferences regarding work. This exploratory study examines the prioritisation and desirability of Gen Z work values according to respondents’ nationality. Data for this study was collected through a survey among 1188 undergraduate students enrolled in one university each in China, Germany, the Netherlands and Thailand. ANOVA test and Tukey post-hoc analysis were used to find out the difference between the groups based on nationality. Findings indicate nationality serves as a key differentiator in work value preferences. The findings challenge the concept of a global Generation Z as only two of the measured values, learning and visible results, were found to have universal appeal across the nationality groups. Despite increased levels of global interconnectedness and accompanying crossvergence of values, the results show significant statistical differences in work values based on the respondents’ nationality. Due to the scope and explorative design of the present study, it cannot be certain that the findings are exclusively from Gen Z characteristics or influenced by other, non-cultural, variables. This study suggests there is a need for study programmes at a tertiary level to embed experiential learning components and individual study pathways in their curricula to enable students to develop realistic expectations about the workplace and their place in it. In turn, these programmes will be able to develop a competitive advantage in HE landscape. The insights gained can be leveraged by internationally oriented study programmes, such as International Business (IB), to better address Gen Z needs and expectations.
MULTIFILE
Hoge bomen vangen veel wind. Het vakgebied inkoopmanagement heeft zich de laatste drie decennia krachtig ontwikkeld. Er zijn aansprekende resultaten geboekt, inkoop heeft een plaats opgeëist in de boardroom en de wetenschap heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van het vak. Maar er is ookeen keerzijde: de supply chains zijn wel erg complex geworden, de druk op de marges bij leveranciers is stevig en levert niet alleen (kosten)voordelen op, en de milieuproblematiek en sociale problematiek is groot. En dan zijn er nog de schandalen, zoals dieselgate of de Fyra, die ons vakgebied direct raken.
DOCUMENT
Het romantische beeld van de kunstenaar-bohemien, dat in de 19de eeuw werd geconcipieerd en aan de basis ligt van het autonome kunstenaarschap, heeft de laatste decennia zijn verbeeldingskracht verloren. Onderzoeksrapporten en boeken die ingaan op de beroepspraktijk van beeldend kunstenaars signaleren ‘cross-overs’ (Markusen, Gilmore e.a., 2006) of schetsen een beeld van de kunstenaar als ‘artiste pluriel’ (Bureau, Perrenoud, e.a., 2009). Dat kunstenaars hun artistieke praktijk vaak combineren met andere werkzaamheden zoals doceren of met een baantje in de horeca, is een oud gegeven. Aangezien slechts een kleine groep van zijn of haar beeldende werk kan leven, dienen andere inkomenstenbronnen te worden aangesproken. Wat nieuw zou zijn is echter dat kunstenaars vanaf het postindustriële tijdperk steeds vaker een alternatief beroepsinkomen vinden in de culturele en de creatieve industrie. Van belang is dat ze niet toevallig terecht komen in deze laatste, sterk groeiende bedrijfstak. Ze zouden daar worden aangesproken op hun artistieke en creatieve capaciteiten. De centrale hypothese van dit onderzoek luidt dan ook dat een microsociologisch fenomeen, met name de hybridisering van een beroepspraktijk, in de pas loopt met een macrosociologisch/economisch fenomeen, te weten de opkomst van de cultuur- en creatieve industrie
DOCUMENT
HRM stond en staat onvermijdelijk in het teken van een adequate personeelsvoorziening. Deel I van de bundel (Arbeidsmarkt en personeelsvoorziening)gaat erop in. De personeelsvoorziening is er, gegeven de arbeidsmarkt met z'n tendens naar vergrijzing aan de ene, en z'n tendens naar ontgroening aan de andere kant, niet eenvoudiger op geworden. We hebben een verouderende beroepsbevolking en met dat feit zullen we de komende twee decennia moeten leren leven. Niettemin, tot dusver lijken we dit feit eerder te ontkennen dan er actie op te voeren. Dat is het thema van de bijdrage van Loet Polak in deze bundel. Veel plannen, adviezen, nobele bedoelingen, afspraken. Weinig concrete resultaten. Dat komt mede door de korte levensduur van de plannen en plannetjes. Het ene is nog niet afgekondigd of het volgende staat al in de startblokken. Dat belemmert een stevig leerproces aan de hand van de opgedane ervaringen. Het ontbreekt aan relevante feedback. In de huidige arbeidsmarkt is 'inzetbaarheid' misschien wel het grootste goed. Het is de andere kant van het verlies van de 'baan voor het leven' en het signaleert dat niet de baan maar eerder de loopbaan de eerste referentie is voor de beroepsbeoefenaar. De baan moet een plek vinden in de loopbaan en om dat te realiseren dient de loopbaan in de baan te worden geplaatst. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Vanuit onze school bezien is het daarom interessant te kijken naar de loopbanen van onze alumni. Waar gaan ze naar toe, welke baanwisselingen maken ze mee, hoe sluit de baan aan op de gevolgde studie? Bovendien, hoe staat het en hoe gaat het met het vakmanschap van de door ons afgeleverde professionals? Wat is vakmanschap, behalve een herstel, misschien, van het weten van het collectieve van elk vak en dus van het herstel van gemeenschappen van vakmensen die meer nog dan van de organisatie waar ze zijn aangesteld van hun vakgenoten leren wat aan de tijd, bij de tijd en misschien wel voor op de tijd is (Frans Berkers)? Een belangrijk aspect van de personeelsvoorziening is, naast het 'vinden' en 'boeien' van het personeel, de binding aan de organisatie. Beloning kan daar een belangrijke rol bij spelen, omdat beloning niet alleen een beloning voor geleverde diensten is maar ook een functie heeft in het beleid van organisaties om met de beloning signalen af te geven over de toekomstmogelijkheden van de werknemer in de organisatie. Dat roept dan tegelijk de vraag op of de signalen ook 'aankomen' en worden 'opgepikt'. Opnieuw feedback dus. Immers, wie organisatie zegt, zegt ook hiërarchie. En wie hiërarchie zegt, zegt tegelijk 'feedback': de feedback van leidinggevende naar medewerker, de feedback van medewerker naar leidinggevende. Aan de hand van het thema van de prestatiebeloning beschrijft Karin Potting hoe belangrijk de feedback is en hoe vaak de boot wordt gemist. Met het artikel van Karin Potting sluiten we het eerste deel van de bundel af. Het tweede deel van de bundel (Leren en professionaliseren) houdt het thema van de inzetbaarheid aan, zij het in een nieuwe context. Op twee manieren. In een artikel over leervermogen en persoonlijkheid schetst Rainer Hensel (samen met Ton Korver en Willem Looije) een gedifferentieerd beeld van welke persoonlijkheidstrekken voor welke leeropbrengsten in het kader van welke opleidingen in het geding zijn. Voor organisaties gericht op het verhogen van kennisproductiviteit aan de ene, en innovatievermogen aan de andere kant zijn de gevonden resultaten interessant, mede in het licht van de ontwerpmogelijkheden die hiermee samenhangen. Petra Zanders en Daphne Metsemakers (met Ton Korver) doen verslag van een onderzoek naar de effecten van het regelen in je werk. Het uitgangspunt was dat docenten in het bijzonder van hun regeltaken leren. Daartoe zijn drie typen regelingen onderscheiden: routineregelen, situationeel regelen en incidenteel regelen. In dat verband zijn een aantal stellingen (hypothesen) opgesteld en getoetst, steeds met op de achtergrond de gedachte dat leren van het werk en professionaliseren van hetzelfde werk twee kanten van een en dezelfde medaille zijn. De resultaten zijn niet al te sterk, maar sterk genoeg om verder onderzoek langs dezelfde lijnen met enige nadruk aan te durven bevelen. Bij elkaar: kapitale kansen. We doen er goed aan ze te benutten. In deze bundel doen we verslag van enkele jaren kenniskring HRM. We bieden de resultaten ervan graag aan u aan. U, daar verstaan we onze collega's onder, we verstaan er geïnteresseerde studenten onder, we verstaan er collega's in het land onder. We hebben ernaar gestreefd 'laagdrempelig' te schrijven. Geen jargon, geen technische toelichtingen maar verhalen, betogen en uiteenzettingen over hoe je van verwondering tot nieuwsgierigheid komt en van nieuwsgierigheid tot het doen van onderzoek: en waarom dat de moeite waard is.
DOCUMENT
Publicatie van de twee kenniscentrumbrede onderzoekslijnen "Healthy Ageing & Work" en "Arbeidsmarkt in de Energyport regio Groningen'' ter gelegenheid van de 10 jarige bestaansgeschiedenis van het Kenniscentrum Arbeid. Beide onderzoekslijnen zijn verweven in onderzoeksprogramma's van de 5 lectoraten van het Kenniscentrum Arbeid
DOCUMENT
Product- en diensteninnovatie in internationale arbeidsbemiddeling worden bemoeilijkt door onduidelijkheid en onzekerheid. In dit working paper van het Expertisecentrum Grensoverschrijdend Inlenen van Arbeid wordt beschreven wat de huidige stand van zaken is in de bouwnijverheid. Ook worden relevante cijfers gepresenteerd over de bouwarbeidsmarkt en komen ontwikkelingen in de bedrijfstak op het gebied van grensoverschrijdend inlenen van arbeid aan de orde. Het paper eindigt met een vooruitblik op de verdere ontwikkeling van (tijdelijke arbeids)migratie in de bouwnijverheid.
DOCUMENT
Product- en diensteninnovatie in internationale arbeidsbemiddeling worden bemoeilijkt door onduidelijkheid en onzekerheid. In dit working paper van het Expertisecentrum Grensoverschrijdend Inlenen van Arbeid, wordt beschreven wat de huidige stand van zaken is in het beroepsgoederenvervoer over de weg. Ook worden relevante cijfers gepresenteerd over de arbeidsmarkt in de transportsector en komen ontwikkelingen in de bedrijfstak op het gebied van grensoverschrijdend inlenen van arbeid aan de orde. Het paper eindigt met een vooruitblik op de verdere ontwikkeling van (tijdelijke arbeids)migratie in het wegtransport.
DOCUMENT
Product- en diensteninnovatie in internationale arbeidsbemiddeling worden bemoeilijkt door onduidelijkheid en onzekerheid. In dit working paper van het Expertisecentrum Grensoverschrijdend Inlenen van Arbeid, wordt beschreven wat de huidige stand van zaken is in de agrarische sector. Ook worden relevante cijfers gepresenteerd over de agrarische arbeidsmarkt en komen ontwikkelingen in de bedrijfstak op het gebied van grensoverschrijdend inlenen van arbeid aan de orde. Het paper eindigt met een vooruitblik op de verdere ontwikkeling van (tijdelijke arbeids)migratie in de agrarische sector.
DOCUMENT
Het Breed Platform Arbeid heeft in 2017-2018 een proces doorlopen om te komen tot een onderzoeksagenda voor de komende jaren. Dit boekje vormt de weerslag van dit proces en het bevat de onderzoeksagenda zelf, plus voorstellen voor vervolg. Bij het verkennen van de thema’s die leven op het brede terrein van Arbeid zijn veel mensen uit het mbo en het werkveld betrokken geweest. Aan hen allen is dit boekje gericht
DOCUMENT