ObjectiveTo determine the effectiveness of the “Plants for Joints” multidisciplinary lifestyle program in patients with metabolic syndrome-associated osteoarthritis (MSOA).DesignPatients with hip or knee MSOA were randomized to the intervention or control group. The intervention group followed a 16-week program in addition to usual care based on a whole food plant-based diet, physical activity, and stress management. The control group received usual care. The patient-reported Western Ontario and McMasters Universities Osteoarthritis Index (WOMAC) total score (range 0–96) was the primary outcome. Secondary outcomes included other patient-reported, anthropometric, and metabolic measures. An intention-to-treat analysis with a linear-mixed model adjusted for baseline values was used to analyze between-group differences.ResultsOf the 66 people randomized, 64 completed the study. Participants (84% female) had a mean (SD) age of 63 (6) years and body mass index of 33 (5) kg/m2. After 16 weeks, the intervention group (n = 32) had a mean 11-point larger improvement in WOMAC-score (95% CI 6–16; p = 0.0001) compared to the control group. The intervention group also lost more weight (–5 kg), fat mass (–4 kg), and waist circumference (–6 cm) compared to the control group. Patient-Reported Outcomes Measurement Information System (PROMIS) fatigue, pain interference, C-reactive protein, hemoglobin A1c, fasting glucose, and low-density lipoproteins improved in the intervention versus the control group, while other PROMIS measures, blood pressure, high-density lipoproteins, and triglycerides did not differ significantly between the groups.ConclusionThe “Plants for Joints” lifestyle program reduced stiffness, relieved pain, and improved physical function in people with hip or knee MSOA compared to usual care.
MULTIFILE
Eindrapportage fase 1- Ontwerpfase. Er is een sterk gedeeld gevoel dat wijkcultuurhuizen belangrijk zijn voor de stad Utrecht. Utrecht biedt met de wijkcultuurhuizen een unieke infrastructuur om cultuurparticipatie van Utrechters te bevorderen. De wijkcultuurhuizen – Cultuur 19, De Vrijstaat, Het Wilde Westen, Jongeren Cultuurhuis Kanaleneiland en ZIMIHC – zijn laagdrempelige culturele voorzieningen die creativiteit in de samenleving stimuleren en bijdragen aan de sociale basis. De sociale basis wordt ook wel aangeduid als het ‘cement’ in de samenleving, een weefsel van verbindingen. Bij de sociale basisinfrastructuur gaat het, naast de bestaande infrastructuur van het sociale domein, om de aanwezigheid van informele netwerken, burgeractiviteiten en betekenisvolle relaties tussen burgers onderling en tussen burgers, professionals en de overheid (Van Pelt, Repetur & Van Yperen, 2018). Vanuit de gemeente Utrecht wordt het belang van wijkcultuurhuizen benadrukt. Het credo is cultuurparticipatie: ‘Cultuur voor iedereen’. Wijkcultuurhuizen bevorderen cultuurparticipatie door onder andere het faciliteren van amateurkunst, het initiëren van kunst- en cultuureducatie, het aanbieden van kunstzinnige cursussen en het mogelijk maken van sociaalartistieke projecten. Gemeente Utrecht heeft het lectoraat Participatie en Stedelijke Ontwikkeling (PSO) gevraagd onderzoek te doen vanuit de volgende behoefte: 1. een brede probleeminventarisatie en -analyse als basis voor verder beleid rond de wijkcultuurhuizen in de nieuwe coalitieperiode 2018-2022; 2. het verder onderzoeksmatig bijdragen aan de doorontwikkeling van lopende projecten en activiteiten van de wijkcultuurhuizen in de praktijk (zoals bijvoorbeeld het project De Kunst van Delen waar in 2018 onderzoek naar is gedaan (Van der Maas, Hamers, Bouma & De Vos, 2018). In 2019 is gestart met de eerste fase van het uitgebreidere onderzoek, de ontwerpfase. Deze eerste fase bestaat uit een onderzoek naar de beleidskaders en gaat op zoek naar ontwerpdimensies en bijpassende gemeentelijke en organisatorische beleidsmatige kaders voor wijkcultuurhuizen om cultuurparticipatie succesvol te bevorderen