Het TEACCH-curriculum (Mesibov, Shea, & Schopler, 2004) beschrijft autisme als een andere cultuur, zoals het de manier bepaalt waarop mensen denken, voelen en zich gedragen. In dit onderzoek heb ik dit vertaald naar ‘de wereld van autisme’. Mensen met autisme hebben ‘vertaling’ nodig om te kunnen begrijpen en begrepen te worden. Ik heb het model van de ijsberg (MCClelland) gebruikt om aan te geven dat ‘niets is wat het lijkt’. Aan het gedrag wat je ziet (de top van de ijsberg) liggen vele oorzaken ten grondslag (onder de waterspiegel). Om een leerling met autisme te kunnen ‘verstaan’, en een aansluiting te kunnen maken waar hij nodig is, moet je onder de waterspiegel kijken. Om professionals in de praktijk op het STIP VSO Utrecht deze vertaling te bieden, ben ik op zoek gegaan naar antwoord op de volgende vraag: Op welke manier kunnen de unieke behoeften, beperkingen en kwaliteiten van elke leerling met autisme en een verstandelijke beperking op het STIP VSO overzichtelijk in beeld gebracht worden, zodat deze informatie toegankelijk is voor de professionals die met deze leerlingen werken? Eén van de uitkomsten van dit onderzoek is de ontwikkeling van een pASSpoort. In de keuze voor relevante aspecten, invulling en vormgeving van dit pASSPoort heb ik, gesteund door een stevig theoretisch kader, praktijkonderzoek gedaan op vier scholen voor (V)SO-ZMLK. Op het STIP VSO Utrecht heb ik het kernteam, de leerkrachten en diverse onderwijsprofessionals, waaronder een aantal ouders van leerlingen met ASS en VB, bevraagd. Het (h)erkennen van de andere wereld, het andere (be)leven, van een leerling met ASS en VB, ondersteund door dit pASSpoort, zal veel over (of onder-)vraging, en hierdoor stress, voorkomen.
DOCUMENT
Het Autisme Talent Avontuur is ontwikkeld in het kader van het project 1+1=3 ’t PASST Samen, een project gericht op het versterken van handelingskracht van leerkrachten en jeugdhulpverleners om in goede samenwerking met elkaar de betrokkenheid van kinderen met ASS in de klas te stimuleren.De handleiding is bedoeld voor de begeleider van het Autisme Talent Avontuur. Na het lezen van de handleiding, kan de begeleider het Autisme Talent Avontuur inzetten bij kinderen, studenten en/of onderwijszorgprofessionals. Er wordt verondersteld dat de begeleider parate kennis heeft rondom Autismespectrumstoornis. Om de kennis op te frissen, is er in deze handleiding kort beschreven wat er wordt verstaan onder een Autismespectrumstoornis.De complete set met handleiding, opdrachtkaarten en alle materialen is te lenen bij de Hanzehogeschool Groningen (lectoraat Jeugd, Educatie en Samenleving).Autisme Talent Avontuur is tot stand gekomen met medewerking van Retha Stegeman, Mariska de Peuter en Isabell Drewes.
DOCUMENT
Met de vragen op deze activeringskaarten kunnen de leerkrachten reflecteren op de mate waarin zij talentkrachtig lesgeven aan kinderen met autisme
DOCUMENT
Bij autisme spelen twee kernkwetsbaarheden een rol: 🔹 Moeite met sociale interactie en communicatie 🔹 Beperkte en herhalende gedragingen, interesses of aanpakkenOm deze leerlingen talentgericht te begeleiden in de klas, zijn er drie sleutelprincipes: ▪️ Ruimte bieden – zie het unieke perspectief van het kind▪️ Structuur geven – creëer voorspelbaarheid en veiligheid▪️ Flexibel ondersteunen – sluit aan op individuele behoeften en mogelijkhedenDeze kennisclips brengen deze aanpakken helder in beeld aan de hand van drie ervaringen van leerlingen en hun leerkracht. Ze zijn compact, praktisch en direct inzetbaar in jouw onderwijs- of hulpverleningspraktijk.
LINK
'Hoe bieden we leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum hulp bij het uitvoeren van open opdrachten?' is de startvraag van het onderzoeksproject, dat leidde tot dit boek. Beschreven wordt hoe Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg, de Ambulante Dienst en het Steunpunt Autisme van REC Vierland samen met leerlingen, ouders, mentoren, docenten, zorgcoördinator en de schoolleiding van Havo Notre Dame des Anges deze vraag onderzoekend beantwoorden. Dit onderzoek bracht een ontwikkelingsproces op gang naar een auti-vriendelijke school. De leerling zelf, de mentor, de vakdocent, de zorgcoördinator, de ambulant begeleider en de ouders als partners dragen ingrediënten aan die tezamen leiden tot een 'Bijsluiter', een persoonlijke handleiding van en voor de leerling. De expertise rondom autisme wordt bij alle docenten vergroot. Dit leidt tot een visie op autisme. Door actieve ondersteuning van ASS-leerlingen wordt het onderwijs op Havo Notre Dame des Anges adaptiever. Leerlingen met - maar ook zonder ASS - ontvangen beter en meer op hun leerbehoeften afgestemd onderwijs. In de Salamanca-verklaring van de UNESCO wordt gesteld dat reguliere scholen die bereid zijn leerlingen met speciale onderwijsbehoeftes op te nemen het meest effectief zijn in het bestrijden van discriminerende opvattingen, het bouwen aan een open gemeenschap, het creëren van een inclusieve maatschappij en het aanbieden van onderwijs voor iedereen. Bovendien voorzien zij in effectief onderwijs voor alle leerlingen (zonder speciale onderwijsbehoeften) en verbeteren zij de doelmatigheid van het gehele onderwijssysteem. Dit boek is geschreven voor een ieder in het Voorgezet Onderwijs die leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum (ASSleerlingen) op een succesvolle manier wil begeleiden.
DOCUMENT
In dit artikel leggen we de nadruk op het belang van het begrijpen van gedrag vanuit het perspectief van leerlingen met kenmerken van autisme. Door het dynamische karakter van ontwikkeling te benadrukken, wordt de focus verlegd van de diagnose van de leerling naar het interpreteren van gedrag vanuit de perceptie en ervaringen van de leerling zelf. Centraal in dit artikel staat: Hoe kan de leerkracht leerlingen met kenmerken van autisme talentgericht ondersteunen? Het doel is enerzijds om de lezer te inspireren om te kijken vanuit de ogen van de leerlingen. Anderzijds beogen we de lezer een aantal inzichten te geven in hoe de begeleiding van de leerling meer passend gemaakt kan worden. Door talentgericht te kijken en te handelen kunnen deze leerlingen gaan sprankelen en tot ontwikkeling komen. We gaan in op gedragingen die leerlingen met autisme kunnen vertonen in verschillende contexten. We moedigen leerkrachten aan om door de ogen van de leerling te kijken en begrip te hebben voor de basisbehoeftes. Door het bieden van structuur, ruimte en flexibele ondersteuning, kunnenleerkrachten hun onderwijs ook daadwerkelijk afstemmen op de behoeftes van leerlingen. Tot slot benadrukken we het belang van interprofessioneel samenwerken. Dit biedt mogelijkheden om het onderwijszorgaanbod voor leerlingen met autisme te verbeteren en inclusiever onderwijs te realiseren.
LINK
Het ondersteunen van leerlingen met kenmerken van autisme is een uitdaging. Deze leerlingen ervaren vaak moeilijkheden in betrokkenheid bij het leren, wat schoolprestaties en uitval beïnvloedt. Leerkrachten missen soms de juiste kennis en competenties om goed aan te kunnen sluiten bij de ondersteuningsvraag van leerlingen. Samenwerking met de jeugdhulpverlening kan bijdragen aan een betere aanpak, maar vraagt om professionalisering.In ’t PASST Samen is een professionaliseringstraject ontwikkeld, uitgevoerd en geëvalueerd via ontwerponderzoek. De centrale vraag was: Hoe draagt een professionaliseringstraject bij aan het versterken van het handelen in de klas en hetinterprofessioneel samenwerken van leerkrachten en jeugdhulpverleners, zodat zij een integrale aanpak kunnen vormgeven waarmee de betrokkenheid van leerlingen met (kenmerken van) autisme wordt vergroot? Om de interprofessionele samenwerking en het handelen in de klas te meten, zijn een vragenlijst, dagboekjes, observaties in de klas en waardecreatie-interviews gebruikt.In de resultaten kwam naar voren dat het bieden van structuur helpt bij de ondersteuning van leerlingen met autisme en dat professionals hierin vaardig zijn. Autonomieverlening blijft echter een uitdaging. De observaties toonden een positief verband tussen autonomieverlening en betrokkenheid, hoewel er per casus verschillenwaren. De ontwikkeling in autonomieverlening en betrokkenheid verschilden eveneens per dyade (professional-leerling-koppel). Er leek een plafondeffect in betrokkenheid en autonomieverlening te ontstaan en een terugval in de kwaliteit van de interactiepatronen. Wat betreft de interprofessionele samenwerking tussen leerkrachten en jeugdhulpverleners bleken waardering voor expertise, collectief eigenaarschap van doelen en kennisdeling essentieel te zijn, maar er zijn ook knelpunten genoemd, zoals tijdgebrek. Uit ingevulde dagboekjes kwam naar voren dat er een grote verscheidenheid is aan samenwerking, zowel van moment tot moment als van persoon tot persoon. Professionals waren positiever over de aanpak dan over deinterprofessionele afstemming. Het lijkt van belang om te investeren in randvoorwaarden, het samen formuleren van een visie en cyclisch (samen)werken. De evaluatie van de professionalisering toonde aan dat het traject vooral directe, potentiële en toegepaste waarde voor de praktijk had. De train-de-coach en het netwerkleren bleken daarnaast ook gerealiseerde waarde voor de praktijk te hebben, ze droegen bij aan veranderingen binnen de organisatie. De coaching bood professionals inzicht en praktische tips voor in de klas. De online leeromgeving werd weinig gebruikt, maar had wel waarde.De resultaten bieden aanleiding voor een vervolgonderzoek, bijvoorbeeld naar het langere termijneffect van deze professionalisering of naar de samenhang in autonomieverlening met structuur bieden en flexibel ondersteunen als het gaat om leerlingen met (kenmerken van) autisme. Het project resulteerde in een gevalideerd professionaliseringstraject met handleidingen en praktische (e)tools. Deze bieden overdraagbare oplossingen voor leerkrachten en jeugdhulpverleners, en dragen bij aan inclusiever onderwijs.
DOCUMENT
Ieder kind is in principe talentvol, mits als talentvol benaderd. Om het potentieel om te kunnen ontwikkelen aan te spreken, is het belangrijk dat professionals die werkzaam zijn in het onderwijs (leerkrachten, onderwijsassistenten, zorgverleners, etc.) oog hebben voor tekenen van talentvol gedrag, bijvoorbeeld enthousiasme, nieuwsgierigheid, exploratiegedrag, diepte van verwerking, creatief denken en het ontlokken van steun aan de omgeving.
LINK