This research investigates the impact of early facility management involvement on the effective utilization of building information modelling during the operation and maintenance phase. It looks at understanding the factors that encourage building owners to prioritize early facility manager engagement. This research also examined the role of facility managers when involved early in the process, including the stage in which FM should be involved, the additional knowledge and competencies to add value, the main tasks to perform and what barriers should be overcome to involve FM early. Lastly, this research defines the potential added value that early engagement has on the use of BIM in the operational phase. Recognizing that facility managers bear the ultimate responsibility for building management, this study explores how their early engagement can ensure BIM model align with operational needs, maximizing the technology’s benefits throughout a building’s lifespan. By examining the impact of early FM input, this research aims to provide actionable insights for facility managers to contribute to the BIM development process.
MULTIFILE
De samenleving verandert voortdurend en steeds sneller: megatrends zijn onder meer verstedelijking, klimaatverandering, wateropgave, duurzaamheid, veranderende werkvormen, demografie én ICT. De opvattingen over de gebouwde omgeving en de stad veranderen daardoor ook. Trefwoorden zijn de toenemende complexiteit van de opgave, betrokkenheid van burgers, nieuwe toetreders, de integratie van contractvormen, de verschuiving van bouwen naar beheren en in het kielzog daarvan, een grotere aandacht voor de ‘lifecycle’ en de ‘total cost of ownership’ (TCO) van gebouwen. Daarnaast zien we in dienstensectoren zoals de bancaire wereld en de transportsector dat de introductie van ICT in de supply chains enorme transities bewerkstelligd heeft. In de transportsector is ‘Electronic Data Interchange’ het kernwoord bijuitstek en in de auto-industrie, de werktuigbouw en de vliegtuigbouw komen termen voor als ‘Business Process Re-engineering’, ‘Operational Excellence’ en ‘Lean’: het zodanig opnieuw organiseren van productieprocessen dat die effectiever en efficiënter worden. Meerdere malen zijn in dit soort processen besparingen gerealiseerd van tientallen procenten. Het kan daarom niet anders dan dat ook de wereld van de gebouwde omgeving zichzelf opnieuw moet uitvinden. Het ‘oude geld’ is op en de crisis is keihard maar hierdoor komt er wel aandacht voor aspecten van de keten die voorheen niet noodzakelijk leken. Bij dit alles is communicatie en informatie onmisbaar; het gaat om het managen van complexiteit met nieuwe technologie, nieuwe systeemarchitecturen, nieuwe economische opvattingen. De zoektocht naar de introductie van ICT in de gebouwde omgeving loopt langs het systeem niveau, met nieuwe technologie, nieuwe systeemarchitectuur en een nieuwe economie. Deze rapportage vloeit voort uit onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam dat het gevolg is van bovengenoemde ontwikkelingen. In maart 2011 is het onderzoek gestart naar de ontwikkeling van bouw-ICT en de mogelijkheden hiervan voor het MKB. Het behelst de ketenintegratie in een veranderende bouwwereld en is uitgevoerd gedurende twee jaar onder de naam BIMming Business. De opkomst van het Bouw Informatie Model is onderwerp van onderzoek geweest op zowel technisch als procesmatig vlak waarbij het onderzoek is opgedeeld in drie fasen. In dit rapport leest u de resultaten van de laatste fase waarbij gekeken is naar de inzet van BIM in het beheer.
DOCUMENT
Reduction of virgin materials use by the construction industry has high priority and can be achieved by reusing structural and non-structural building components from existing buildings. The high value reuse of building components has not been adopted yet on a large scale because of several reasons, one of them being poor building information management. Therefore, this paper investigates the role of building information modeling (BIM) for that purpose. Based on a review of literature, a preliminary decision making framework is proposed that will be elaborated in the nearby future. The literature review revealed that the use of BIM in combination with other digital technologies looks promising, but that additional research is needed into the governance related aspects of BIM. © 2017 Taylor & Francis Group, London.
DOCUMENT
Het Digitale Productpaspoort (DPP) is een instrument dat binnen verschillende Europese verordeningen (CPR, ESPR) wordt ingezet om duurzaamheid, transparantie en een circulaire economie te bevorderen door uitgebreide productinformatie beschikbaar te stellen. De nadruk ligt vooral op nieuwe producten en de restwaarde na de end-of-use-fase. DPP geldt echter ook voor producten die na een eerste gebruiksfase opnieuw op de markt komen. In dit kader onderzoeken we de use-case ‘kanaalplaatvloerdelen’, die vrijkomen bij de demontage (oogsten) van (kantoor)gebouwen en vervolgens worden ingezet voor nieuwbouw of renovatie. We analyseren de informatiebehoefte en -waarde, de geschikte go-to-data-carrier die het (openbare deel van) het DPP koppelt aan een kanaalplaat, evenals de data-repository en governance rondom dit DPP. Met deze use-case realiseren we directe milieubesparingen en bevorderen we actieve circulariteit door de inzet van nieuwe bouwmaterialen te verminderen. Dit leidt tot een reductie van grondstofgebruik, schadelijke emissies (zoals CO₂, fijnstof en stikstofverbindingen) en energieverbruik. Circulariteit wint terrein in de bouwsector, een van de meest vervuilende industrieën. Helaas richt het zich dan vaak op het ontwerpen van de eerste toepassing, met alleen de optie op demontage. Voor dit project is demontage juist het uitgangspunt. Ons DPP registreert niet alleen de productstatus, maar faciliteert actief hergebruik door de verzamelde data via een bouwwerkinformatiemodel (BIM) beschikbaar te maken voor het ontwerp van een volgende gebruikscyclus. Saxion en Windesheim werken in dit onderzoek samen met de circulaire sloop- en bouwketen, bouw- en DPP-adviseurs en de branchevereniging voor sloopbedrijven. Het doel is een gevalideerde Proof of Concept, bestaande uit een (concept) DPP-datasheet, een pilotversie van een digitale DPP-omgeving, een prototype van een go-to-data-carrier en een waardebepaling van het DPP binnen circulair oogsten. Daarnaast presenteren we een roadmap voor de ontwikkeling van DPP’s in de hergebruikfase, waarmee we andere sectoren inzicht geven in de potentie van DPP binnen recycling.
This project assists architects and engineers to validate their strategies and methods, respectively, toward a sustainable design practice. The aim is to develop prototype intelligent tools to forecast the carbon footprint of a building in the initial design process given the visual representations of space layout. The prediction of carbon emission (both embodied and operational) in the primary stages of architectural design, can have a long-lasting impact on the carbon footprint of a building. In the current design strategy, emission measures are considered only at the final phase of the design process once major parameters of space configuration such as volume, compactness, envelope, and materials are fixed. The emission assessment only at the final phase of the building design is due to the costly and inefficient interaction between the architect and the consultant. This proposal offers a method to automate the exchange between the designer and the engineer using a computer vision tool that reads the architectural drawings and estimates the carbon emission at each design iteration. The tool is directly used by the designer to track the effectiveness of every design choice on emission score. In turn, the engineering firm adapts the tool to calculate the emission for a future building directly from visual models such as shared Revit documents. The building realization is predominantly visual at the early design stages. Thus, computer vision is a promising technology to infer visual attributes, from architectural drawings, to calculate the carbon footprint of the building. The data collection for training and evaluation of the computer vision model and machine learning framework is the main challenge of the project. Our consortium provides the required resources and expertise to develop trustworthy data for predicting emission scores directly from architectural drawings.
Dit lectoren platform heeft zich in de afgelopen 2 jaren succesvol ontwikkeld. Dit is een netwerk van de lectoraten Duurzame Energievoorziening (Saxion, Richard van Leeuwen), Delta Power (Hogeschool Zeeland, Jacob van Berkel), Duurzaam Bouwproces met BIM (Hogeschool Rotterdam, Christoph Maria Ravesloot), Energietransitie (Hanzehogeschool, Jan-jaap Aué), Smart Energy (Avans Hogeschool, Jack Doomernik), Meet- en Regeltechniek (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Aart-Jan de Graaf), Energietransitie (Hogeschool Windesheim, Jeike Wallinga) en Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE, Tinus Hammink). Het platform is 2 jaar actief. In de vorige periode is een onderzoeksagenda opgesteld met de volgende 5 programmalijnen: 1. 1. Kwantificeren: het effect op vraag en aanbod van technische oplossingen 2. 2. Systeembenadering in de praktijk: lokaal doen wat lokaal kan 3. 3. Systeembenadering in de praktijk: integraliteit bij grote spelers 4. 4. Integraliteit met andere disciplines: organisatorische en ICT-kant van de energietransitie samenbrengen met het technisch inzicht 5. 5. Systeembenadering in de aanpak: LEVE-visie uitdragen Zie tevens: https://specials.han.nl/sites/seece/actueel/documenten/LEVE-Onderzoeksagenda-2019.pdf Doel in het vervolg van het platform LEVE, LEVE II is: 1. 1. Agenda en visie uitvoeren met de nu deelnemende partijen; 2. 2. Verdiepen en verbreden van het lectoren netwerk (Windesheim is inmiddels aangesloten); 3. 3. Inrichten van een informatieplatform voor inzicht in kennisactiviteiten, resultaten en onderwijsmateriaal; 4. 4. Organiseren en uitdragen van de wervende doelstelling voor meerjarige programma’s (zoals nu de MMIP’s). In onze werkwijze stemmen we onze agenda en projecten af met een stakeholdergroep waarvoor elke hogeschool een “relatie” uitnodigt. Via de universiteiten en de TKI’s Nieuw Gas en Systeemintegratie toetsen we de relevantie van de vraagstukken die we oppakken. Dit plan is tevens verbonden en afgestemd met het lectorenplatform Urban Energy. Dit platform sluit aan op het thema Energie en Energievoorziening uit de strategische onderzoeksagenda van het hbo 2016-2020.