From the article: Many organizations are striving for a structural and professional approach toward business information management (BIM). With help of BiSL they can shape the BIM responsibilities and processes, but they struggle with the required capacity for the BIM activities necessary for their particular situation. Therefore, research was started to develop an instrument to determine the required capacity of the BIM activities in an organization. In this paper the construction of the instrument will be described. A limited set of factors may be of importance to identify the required capacity of BIM activities that is needed: complexity of business processes, complexity of IS/IT, dynamics of the organization and its environment and the size of the organization are examples of relevant factors. However, factors that appear relevant may prove useless in practice due to the fact that organizations have no data on these indicators available. Furthermore, the relationships between the present and desired quality of information and information services are part of the instrument. The instrument was tested in practice to determine the usefulness. The results show that the instrument has the potential to determine the required capacity of BIM.
MULTIFILE
Uit het rapport: "De afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar nieuwe concepten voor bouwlogistiek en bij negen proeftuinen in binnenstedelijk gebied is aangetoond dat hier forse winst is te behalen in termen van besparingen op logistieke kosten en bouwtijd, betere doorstroming, minder schadelijke uitstoot en minder hinder voor de omgeving. Zo bleek het mogelijk om het aantal binnenstedelijke ritten van en naar de bouwplaats met zo’n vijftig tot tachtig procent terug te brengen. Voor goede bouwlogistiek is afstemming en medewerking binnen de keten cruciaal. Alle spelers dienen tijdig betrokken te zijn. Bouwlogistiek bestaat uit allerlei maatregelen die effect hebben op het transport en op het bouwproces. Door te meten en te monitoren zijn de effecten van verschillende maatregelen in het onderzoek aangetoond en nieuwe inzichten en lessons learned opgedaan die worden meegenomen in volgende bouwprojecten. In totaal zijn negen proeftuinen begeleid, waarvan er bij drie uitgebreide gegevens zijn verzameld en ook besparingen aangetoond. Bij de andere proeftuinen zijn vooral kwalitatief lessons learned opgedaan. Bij het Voorzetgebouw/Paviljoen van VolkerWessels Bouwmaterieel is 50% ritten in de afbouwfase bespaard, bij het Noordgebouw van Dura Vermeer 65% in ritten in de afbouwfase en bij het Mariskwartier van Van Wijnen is 80% in ritten in de ruwbouwfase bespaard. Andere proeftuinen hebben laten zien dat het meten en monitoren van bouwlogistiek niet altijd eenvoudig is en het invoeren van bouwlogistiek zelf al lastig genoeg is. Vragen die opdoemen zijn: wie bepaalt of en zo ja welke maatregelen op de bouwplaats worden toegepast, de directie of de hoofduitvoerder en wie bepaalt hoe producten worden ingekocht, is dat op laagste prijs of wordt logistiek ook meegenomen. Allemaal vragen die van groot belang zijn voor een efficiënte logistiek van, op en naar de bouwplaats. Daarnaast leeft de vraag welke rol de gemeente gaat spelen; of zij bepaalde logistieke werkwijzen gaan verplichten bijvoorbeeld via aanbestedingen? Een andere belangrijke vraag is wie er opdraait voor de eventuele kosten van de bouwlogistieke maatregelen. Dit rapport geeft hier antwoord op. Verder komen de ontwikkelingen rond ketenregie, BIM en ICT aan bod. Ketenregie over alle vervoersstromen gekoppeld aan het bouwproces, en over alle partijen van producent tot op de bouwplaats, staat of valt met de juiste ondersteunende ICT-middelen. Daarin speelt de beoogde 4C Control Tower een cruciale rol in planning en besturing op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Er blijkt nog een flinke ontwikkelingsslag nodig om BIM geschikt te maken voor bouwlogistieke planning en besturing. Daarnaast is gekeken naar betrouwbare dataregistratie in het bouwlogistieke proces door een pilot waarin nieuwe technologieën gebaseerd op Internet of Things (IoT) een oplossing bieden. Eigenlijk is er geen enkele reden om niet nu al met bouwlogistiek te beginnen, al is het maar in het klein met eenvoudige maatregelen. Zorg dat tijdig in het proces alle partijen erbij betrokken worden, van architect tot vakkracht op de bouwplaats, zorg voor draagvlak in het hele team. Dan zijn de drie proeftuinen met de mooie besparingen straks geen uitzondering meer maar regel."
LINK
From the article: "Abstract Maintenance processes of Dutch housing associations are often still organized in a traditional manner. Contracts are based on lowest price instead of ‘best quality for lowest price’ considering users’ demands. Dutch housing associations acknowledge the need to improve their maintenance processes in order to lower maintenance cost, but are not sure how. In this research, this problem is addressed by investigating different supply chain partnering principles and the role of information management. The main question is “How can the organisation of maintenance processes of Dutch housing associations, in different supply chain partnering principles and the related information management, be improved?” The answer is sought through case study research."
This project assists architects and engineers to validate their strategies and methods, respectively, toward a sustainable design practice. The aim is to develop prototype intelligent tools to forecast the carbon footprint of a building in the initial design process given the visual representations of space layout. The prediction of carbon emission (both embodied and operational) in the primary stages of architectural design, can have a long-lasting impact on the carbon footprint of a building. In the current design strategy, emission measures are considered only at the final phase of the design process once major parameters of space configuration such as volume, compactness, envelope, and materials are fixed. The emission assessment only at the final phase of the building design is due to the costly and inefficient interaction between the architect and the consultant. This proposal offers a method to automate the exchange between the designer and the engineer using a computer vision tool that reads the architectural drawings and estimates the carbon emission at each design iteration. The tool is directly used by the designer to track the effectiveness of every design choice on emission score. In turn, the engineering firm adapts the tool to calculate the emission for a future building directly from visual models such as shared Revit documents. The building realization is predominantly visual at the early design stages. Thus, computer vision is a promising technology to infer visual attributes, from architectural drawings, to calculate the carbon footprint of the building. The data collection for training and evaluation of the computer vision model and machine learning framework is the main challenge of the project. Our consortium provides the required resources and expertise to develop trustworthy data for predicting emission scores directly from architectural drawings.
Dit lectoren platform heeft zich in de afgelopen 2 jaren succesvol ontwikkeld. Dit is een netwerk van de lectoraten Duurzame Energievoorziening (Saxion, Richard van Leeuwen), Delta Power (Hogeschool Zeeland, Jacob van Berkel), Duurzaam Bouwproces met BIM (Hogeschool Rotterdam, Christoph Maria Ravesloot), Energietransitie (Hanzehogeschool, Jan-jaap Aué), Smart Energy (Avans Hogeschool, Jack Doomernik), Meet- en Regeltechniek (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Aart-Jan de Graaf), Energietransitie (Hogeschool Windesheim, Jeike Wallinga) en Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE, Tinus Hammink). Het platform is 2 jaar actief. In de vorige periode is een onderzoeksagenda opgesteld met de volgende 5 programmalijnen: 1. 1. Kwantificeren: het effect op vraag en aanbod van technische oplossingen 2. 2. Systeembenadering in de praktijk: lokaal doen wat lokaal kan 3. 3. Systeembenadering in de praktijk: integraliteit bij grote spelers 4. 4. Integraliteit met andere disciplines: organisatorische en ICT-kant van de energietransitie samenbrengen met het technisch inzicht 5. 5. Systeembenadering in de aanpak: LEVE-visie uitdragen Zie tevens: https://specials.han.nl/sites/seece/actueel/documenten/LEVE-Onderzoeksagenda-2019.pdf Doel in het vervolg van het platform LEVE, LEVE II is: 1. 1. Agenda en visie uitvoeren met de nu deelnemende partijen; 2. 2. Verdiepen en verbreden van het lectoren netwerk (Windesheim is inmiddels aangesloten); 3. 3. Inrichten van een informatieplatform voor inzicht in kennisactiviteiten, resultaten en onderwijsmateriaal; 4. 4. Organiseren en uitdragen van de wervende doelstelling voor meerjarige programma’s (zoals nu de MMIP’s). In onze werkwijze stemmen we onze agenda en projecten af met een stakeholdergroep waarvoor elke hogeschool een “relatie” uitnodigt. Via de universiteiten en de TKI’s Nieuw Gas en Systeemintegratie toetsen we de relevantie van de vraagstukken die we oppakken. Dit plan is tevens verbonden en afgestemd met het lectorenplatform Urban Energy. Dit platform sluit aan op het thema Energie en Energievoorziening uit de strategische onderzoeksagenda van het hbo 2016-2020.
Dit is een netwerk bestaande uit de volgende lectoraten: Duurzame Energievoorziening (Saxion, Richard van Leeuwen), Delta Power (HZ, Jacob van Berkel), Duurzaam Bouwproces met BIM (HR, Christoph Maria Ravesloot), Energietransitie (Hanzehogeschool, Marten van der Laan), Smart Energy (Avans, Jack Doomernik), Meet- en Regeltechniek (HAN, vacant), Energietransitie (Windesheim, Jeike Wallinga), Energy in transition (Haagse Hogeschool, Sander Mertens), Energie & Innovatie (Renee Heller, HvA) en de CoE's SEECE (HAN, Tinus Hammink) en EnTranCe (Hanzehogeschool, Jan-jaap Aué) Het platform is langer actief en heeft een gemeenschappelijke onderzoeksagenda opgesteld met 5 programmalijnen: 1. Kwantificeren: het effect op vraag en aanbod van technische oplossingen 2. Systeembenadering in de praktijk: lokaal doen wat lokaal kan 3. Systeembenadering in de praktijk: integraliteit bij grote spelers 4. Integraliteit met andere disciplines: organisatorische en ICT-kant van de energietransitie samenbrengen met het technisch inzicht 5. Systeembenadering in de aanpak: LEVE-visie uitdragen Deze agenda heeft geleid tot een landelijk herkende positie, whitepapers en gezamenlijke projecten. Ook organiseren we jaarlijks een landelijk symposium, zijn er goede lopende contacten met de topsector Energie, de human capital agenda daarvan en de TKI's nieuw gas en systeemintegratie. Verder is LEVE aangesloten op de HBO brede thematafel Energie en Duurzaamheid en geeft vorm aan de agenda die daar HBO breed gevormd wordt. Doel in het vervolg van het platform is: 1. invulling geven aan de onderzoeks-agenda; 2. Verdiepen en verbreden van het lectoren netwerk. Zowel met nieuwe hogescholen als met (kenniskring)leden van de verschillende lectoraten ; 3. organiseren van LEVE brede kennisbijeenkomsten voor verankering vh netwerk; 4. meerjarige programma’s ontwikkelen . We stemmen onze agenda en projecten af met onze stakeholdergroep. Via NERA, de thematafel Energie en Duurzaamheid en de betrokken TKI’s toetsen we de relevantie van de vraagstukken die we oppakken. Dit plan wordt tevens verbonden en afgestemd met het lectorenplatform Urban Energy.