Door klimaatverandering worden in stedelijke gebieden steeds vaker normen en/of acceptatiegrenzen voor neerslag, hitte en droogte overschreden. Gemeenten en waterschappen hebben de taak om te zorgen voor een klimaatbestendige inrichting. Daarbij is de samenwerking met bewoners voor hen essentieel. Om de stap naar uitvoering te kunnen maken hebben professionals van gemeenten en waterschappen behoefte aan inzicht in effecten op microniveau (straten/gebouwen), lokale ervaringen en beleving door burgers, en hoe burgers betrokken kunnen worden bij maatregelen. Eén van de manieren om samen te werken met burgers is door hen te betrekken bij het in kaart brengen van risico's en maatregelen: burgerwetenschap. Burgerwetenschap en in het bijzonder participatieve monitoring is een vakgebied dat sterk in opkomst is. Het is een methode waarbij onderzoekers, professionals en maatschappelijke actoren zoals vrijwilligers en bewoners samenwerken om in lokale projecten data te verzamelen en te duiden.
DOCUMENT
Deze RAAK Impuls aanvraag heeft tot doel om het lopende RAAK Publiek project ‘Burgerparticipatie in Klimaatadaptatie’ (BPiKA) met behoud van kwaliteit onder de coronamaatregelen uit te voeren en af te ronden. BPiKA richt zich op het ontwikkelen van een werkwijze voor burgerparticipatie bij het klimaatbestendig inrichten van stedelijk gebied. Daarbij worden verschillende participatieve methoden ingezet om in samenwerking met bewoners en professionals data over extreem weer te verzamelen, kenmerken van de wijkinrichting in kaart te brengen en strategieën te ontwikkelen voor een klimaatbestendige wijkinrichting in de toekomst. De mogelijkheden om fysiek samen te komen buiten op straat (metingen, wijkscans) en binnen (in co-creatie workshops) zijn sinds maart 2020 door het Corona virus en maatregelen met betrekking tot groepsgrootte en social distancing ernstig beperkt. Vooral de co-creatie workshops die gepland waren vanaf het najaar 2020 hebben in beperkte mate doorgang kunnen vinden. In het project is geconstateerd dit deel alleen nog via een ‘online’ aanpak kan worden uitgevoerd. Iedere hogeschool zal in aanvulling op voorgenomen activiteiten twee extra online workshops (met praktijkpartners en bewoners) per deelnemende gemeente opzetten, uitvoeren en evalueren (in totaal 10 e-participatie workshops). Het integreren van deze e-participatie workshops vergt nader onderzoek naar geschikte werkwijzen en een extra inspanning die niet was voorzien. Het aangevraagd budget wordt ingezet om de benodigde personeelskosten te dekken, zodat het project met behoud van kwaliteit en netwerk kan worden uitgevoerd.