Enige tijd geleden presenteerde de commissie Lemstra haar rapport over het Maasstad ziekenhuis Rotterdam, waar de klebsiella bacterie heerste. Opvallend uit het rapport is de dominante rol die de lijstjes met de 'beste ziekenhuizen' van Elsevier en het Algemeen Dagblad vervullen binnen de strategie van dit ziekenhuis (en waarschijnlijk bij vele andere). In dit artikel wordt aandacht besteed aan de verschillen, de overeenkomsten en de conclusies die aan deze rankings worden verbonden. De performance bubble wordt doorgeprikt: het beste ziekenhuis bestaat niet. Ten eerste wordt duidelijk dat er geen eenduidige definitie van kwaliteit wordt gehanteerd, de onderzoeken richten zich op verschillende kenmerken van kwaliteit. Daarnaast worden gegevens aangeleverd door de (bestuurders van) ziekenhuizen zelf, wat strategisch gedrag opwekt en de betrouwbaarheid van de gegevens in negatieve zin beïnvloedt. Ten derde blijken er fouten te zitten in de toegekende scores. Kortom, de gegevens zijn deels onbetrouwbaar, de meetmethodes zijn aanvechtbaar en de eindoordelen zijn arbitrair. ABSTRACT Some time ago the Commission Lemstra presented its report on the Maasstad Hospital Rotterdam, where the klebsiella bacterium prevailed. What stands out, in the report is the dominant role that the lists (best hospitals) of Elsevier and the Algemeen Dagblad play in the strategy of this hospital (and probably many others). This article focuses on the differences and similarities between, and the conclusions drawn from these rankings. The performance bubble is punctured: the best hospital does not exist. Firstly, it is clear that there is no single definition of quality employed; the research is based on varying characteristics. Additionally, data are supplied by the hospitals or hospital directors themselves, which generates strategic behavior and the reliability of the data is negatively affected. Thirdly, errors appear in the assigned scores. In short, the data are partly unreliable, the measurement methods are questionable and the final judgments are arbitrary.
DOCUMENT
Er is vandaag de dag veel aandacht voor grootschalige veehouderij in Nederland. Er zijn ook veel vragen waar men het exacte antwoord niet van weet, wanneer gesproken wordt over bijvoorbeeld de veterinaire risico’s bij zo’n dergelijk groot bedrijf. Daar is dit onderzoeksverslag dan ook op gebaseerd. De hoofdvraag is dan ook: “Wat zijn de veterinaire gevolgen van inplaatsing van grootschalige melkveehouderij in de Veenkoloniën?” Deze vraag is lichtelijk veranderd tezamen met de opdrachtgever en daardoor is de vraag als volgt: “Wat is het verschil in veterinaire risico’s tussen één bedrijf met 1000 koeien en 10 bedrijven met elk 100 koeien?” Om deze vraag te beantwoorden wordt er in dit onderzoeksverslag gezocht naar het antwoord op vragen omtrent dierziekten, erfverkeer en preventie. Daarbij wordt ook nog rekening gehouden met het wel of niet weiden van de koeien op de 100-koeienbedrijven.
MULTIFILE
IL22 is an important cytokine involved in the intestinal defense mechanisms against microbiome. By using ileum-derived organoids, we show that the expression of anti-microbial peptides (AMPs) and anti-viral peptides (AVPs) can be induced by IL22. In addition, we identified a bacterial and a viral route, both leading to IL22 production by T cells, but via different pathways. Bacterial products, such as LPS, induce enterocyte-secreted SAA1, which triggers the secretion of IL6 in fibroblasts, and subsequently IL22 in T cells. This IL22 induction can then be enhanced by macrophage-derived TNFα in two ways: by enhancing the responsiveness of T cells to IL6 and by increasing the expression of IL6 by fibroblasts. Viral infections of intestinal cells induce IFNβ1 and subsequently IL7. IFNβ1 can induce the expression of IL6 in fibroblasts and the combined activity of IL6 and IL7 can then induce IL22 expression in T cells. We also show that IL22 reduces the expression of viral entry receptors (e.g. ACE2, TMPRSS2, DPP4, CD46 and TNFRSF14), increases the expression of anti-viral proteins (e.g. RSAD2, AOS, ISG20 and Mx1) and, consequently, reduces the viral infection of neighboring cells. Overall, our data indicates that IL22 contributes to the innate responses against both bacteria and viruses.
DOCUMENT
Het lopen van een marathon wordt steeds populairder. Naast de vele positieve gezondheidseffecten van duurinspanning, kan duurinspanning ook gepaard gaan met maagdarmklachten. Zo’n 30-90% van de hardlopers heeft last van maagdarmklachten tijdens of in de uren na het hardlopen. Het ontstaan van maagdarmklachten heeft waarschijnlijk te maken met de herverdeling van het bloedvolume, resulterend in minder bloedtoevoer naar het spijsverteringskanaal en een minder goed functionerende darmbarrière. Doordat de darmbarrière minder goed functioneert kunnen er ongewenste stoffen (endotoxinen) de bloedbaan intreden en voor ontstekingsreacties zorgen. De vele micro-organismen in onze darm, gezamenlijk onze darmmicrobiota genoemd, zijn van invloed op de voedselvertering, maar ook op het functioneren van de cellen die de darmwand bekleden en de verbindingen tussen deze cellen. Mogelijk hebben hardlopers met maagdarmklachten tijdens duurinspanning te maken met een afwijkende samenstelling van de darmmicrobiota en/of metabolieten ten opzichte van hardlopers zonder klachten, waardoor de darmbarrière minder goed functioneert en er problemen kunnen optreden. Vandaar dat het voornaamste doel van ons onderzoeksproject is om te onderzoeken of er een relatie bestaat tussen de samenstelling van de darmmicrobiota en/of metabolieten en het ontstaan van maagdarmklachten tijdens duurinspanning. De onderzoeksvragen die zullen worden bestudeerd zijn: 1) Verschilt de samenstelling van de darmmicrobiota en/of metabolieten van hardlopers die wel en niet last krijgen van maagdarmklachten tijdens het lopen van een marathon? En zo ja, hoe? 2) Kan de samenstelling van de darmmicrobiota en/of metabolieten van getrainde sporters die maagdarmklachten ervaren tijdens duurinspanning positief beïnvloed worden door probiotica-suppletie, zodat de kans op en/of intensiteit van maagdarmklachten tijdens duurinspanning wordt verminderd en de sportprestatie verbeterd? Het onderzoeksproject richt zich op de identificatie van sporters die last hebben van maagdarmklachten tijdens duurinspanning. We hopen met de beoogde resultaten bij te kunnen dragen aan op de persoon gerichte preventie van maagdarmklachten door het aanpassen van de darmmicrobiota.
Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 600.000 mensen ziek door het eten van besmet voedsel. De voedselverwerkende industrie heeft sterke behoefte aan meer grip op het bewaken van de hygiëne in de fabrieken om te voorkomen dat besmette producten in de winkels komen. In het afgeronde RAAK-mkb project “Precision Food Safety” is onderzocht wat de meerwaarde is van de toepassing van Whole Genome Sequencing (WGS) bij het achterhalen van de transmissieroutes van de pathogene bacterie Listeria monocytogenes bij voedselverwerkende bedrijven. Er is een biobank opgebouwd met bijna 600 L. monocytogenes stammen afkomstig van de fabrieksomgeving en producten van vis-, vlees- en groente-verwerkende bedrijven. Deze stammen zijn gesequenced met behulp van Nanopore sequencing. Vervolgens is de verwantschap tussen de stammen bepaald met een in het project ontwikkelde bioinformatica pijplijn. Het project bleek zeer succesvol. In “Advanced Precision in Food Safety ” wordt het onderzoek naar voedselveiligheid verbreed, door L. monocytogenes al aan het begin van de voedselverwerkingsketen (in grondstoffen en ingrediënten) te monitoren. Verder zal de WGS-methodiek worden toegepast op Salmonella enterica en zal de huidige bioinformatica pijplijn worden aangepast om transmissieroutes van dit andere belangrijke voedselpathogeen te achterhalen. Ter verdieping zal het ziekteverwekkende karakter van L. monocytogenes stammen worden bepaald op basis van het serotype en de aanwezigheid van ~60 beschreven virulentiegenen. Daarbij worden gegevens uit verschillende databases, met sequence data van zowel humane als niet humane stammen, met elkaar vergeleken. Zowel in het laboratorium als in de fabrieksomgeving zal het effect van verschillende schoonmaakmiddelen en schoonmaaktechnieken worden onderzocht op het elimineren van L. monocytogenes van oppervlaktes. Tevens wordt onderzocht of shotgun metagenomics analyse kan worden ingezet om voedsel snel en breed op voedselpathogenen te monitoren. Een prototype van een webapplicatie, waarmee bedrijven verkregen resultaten kunnen inzien en aanvullen zal verder worden ontwikkeld en door voedselverwerkende bedrijven worden getest en geïmplementeerd.
To treat microbial infections, antibiotics are life-saving but the increasing antimicrobial resistance is a World-wide problem. Therefore, there is a great need for novel antimicrobial substances. Fruit and flower anthocyanins have been recognized as promising alternatives to traditional antibiotics. How-ever, for future application as innovative alternative antibiotics, the full potential of anthocyanins should be further investigated. The antimicrobial potential of anthocyanin mixtures against different bacterial species has been demonstrated in literature. Preliminary experiments performed by our laboratories, using grape, rose and red cabbage anthocyanins against S. aureus and E. coli confirmed the antimicrobial potential of these substances. Hundreds of different anthocyanin entities have been described. However, which of these entities hold antimicrobial effects is currently unknown. Our preliminary data show that an-thocyanins extracted from grape, rose and red cabbage contain different collections of anthocyanin entities with differential antimicrobial efficacies. Our focus is on the extraction and characterization of anthocyanins from various crop residues. Grape peels are residues in the production of wine, while red rose and tulip leaves are residues in the production of tulip bulbs and regular horticulture. The presence of high-grade substances for pharmacological purposes in these crops may provide an innovative strategy to add value to other-wise invaluable crop residues. This project will be performed by the collaborative effort of our institute together with the Medi-cal Microbiology department of the University Medical Center Groningen (UMCG), 'Wijnstaete', a small-scale wine-producer (Lemelerveld) and Imenz Bioengineering (Groningen), a company that develops processes to improve the production of biobased chemicals from waste products. Within this project, we will focus on the antimicrobial efficacy of anthocyanin-mixtures from sources that are abundantly and locally available as a residual waste product. The project is part of a larger re-search effect to further characterize, modify and study the antimicrobial effects of specific anthocy-anin entities.
Lectoraat, onderdeel van NHL Stenden Hogeschool