Grondslagen van corporate governance behandelt op een geïntegreerde benadering de juridische, economische en financiële aspecten van behoorlijk ondernemningsbestuur in samenhang, aan de hand van de verschillende mechanismen en actoren in het systeem van corporate governance.
DOCUMENT
Onderzoeksrapport van het Honourstalent-programma Financieel Economisch Management van de Hanzehogeschool Groningen.Welke toegevoegde waarde kan MVO hebben voor verzekeringsmaatschappijen in Noord-Nederland en in hoeverre zijn ze ermee bezig?De thema’s die ISO 26000 hanteert zijn: behoorlijk bestuur, mensenrechten, arbeidsomstandigheden, het milieu, eerlijk zakendoen, klant/consument-aangelegenheden en betrokkenheid bij en ontwikkeling van de gemeenschap. Met betrekking tot de verzekeringsmaatschappijen speelt verantwoord beleggen ook een grote rol. Dit omdat het doen van beleggingen één van de kernactiviteiten is van een verzekeringsmaatschappij.MVO kan wel degelijk toegevoegde waarde leveren voor verzekeringsmaatschappijen in Noord-Nederland. Dit kan voornamelijk door als verzekeringsmaatschappij stil te staan bij People, Planet en Profit. Hierdoor wordt duidelijk dat een verzekeringsmaatschappij niet alleen streeft naar winst, maar ook naar een duurzame samenleving. Daarnaast kan MVO ook winstgevend zijn voor een verzekeringsmaatschappij door bijvoorbeeld het energieverbruik te verminderen. Hierdoor zijn er minder kosten met betrekking tot de energiekosten. Ook is het belangrijk voor verzekeringsmaatschappijen in deze tijd het vertrouwen met de klant/consument op te bouwen.
DOCUMENT
Als gevolg van nieuwe wetgeving zoals Sarbanes-Oxley en gedragscodes als die van de commissie Tabaksblat is het de expliciete verantwoordelijkheid van de directie om te zorgen voor een adequaat en effectief risicomanagement en intern beheersingssysteem. Het is opvallend dat deze nieuwe interne-controlevereisten de kredietcrisis niet hebben kunnen voorkomen in een zo streng gereguleerde bedrijfstak als die van de financiële dienstverlening. De grote vraag is dan ook hoe dit allemaal heeft kunnen gebeuren en welke mogelijke lessen er te trekken zijn.
DOCUMENT
Nederland moet innoveren. Technologisch, bestuurlijk, mentaal. Concurrentievermogen, echnologisch bijblijven zijn aanduidingen die in dit kader vaak worden gebruikt. Diverse commissies en organisaties, waaronder het innovatieplatform en Syntens, zijn inmiddels in het leven geroepen om het tempo van de technologische innovatie in Nederland omhoog te krijgen. Maar de vraag is of die werkelijk erop inspelen dat succesvolle toepassing en ontwikkeling van nieuwe technologieën van onderop komen (“bottom up”). Topdown beleidskaders bij zowel ICT als bestuurlijke als mentale innovatie hebben alleen een rol bij het verder opschalen van innovatieve successen, niet bij richting geven en realiseren. De bestuurlijke inrichting van Nederland moet op dit gegeven op korte termijn tegen het licht worden gehouden.
DOCUMENT
AP legt op onjuiste gronden een boete van € 600.000 op aan de gemeente Enschede
DOCUMENT
Welke concrete veranderingen hebben plaatsgevonden op het werk en welke 21st century skills zijn of worden essentieel om het werk te kunnen blijven uitvoeren? Deze vraag stelden lectoren Petra Biemans (Hogeschool Inholland) en Ellen Sjoer (De Haagse Hogeschool) zichzelf. Het antwoord op deze vraag is te vinden in het boek ‘Werk verandert. 21st century skills in de praktijk'. Spelen onderwijsinstellingen voldoende en tijdig in op de vaardigheden die toekomstbestendige werknemers en ondernemers nodig hebben? Of krijgen studenten zodra ze de arbeidsmarkt betreden een cultuurshock omdat het onderwijs achterblijft? Hoe en welke van de 21st century skills effectief in het onderwijs geïmplementeerd kunnen worden vereist volgens de lectoren nog vervolgonderzoek.
DOCUMENT
Investering in sociale innovatie duikt op in verschillende regio’s, zoals Brabant, Zeeland, Limburg (D’havé en Rooijackers, 2012), NoordNederland en Utrecht (Bolland, Gründemann en Renkema, 2013). Ze richten zich op economische stimulering langs andere wegen dan technologische innovatie en ze concentreren zich vaak op het midden- en kleinbedrijf. Ons onderzoek naar een project over sociale innovatie in de regio Utrecht, dat plaatsvond onder de noemer ‘Mijn Bedrijf 2.0’, laat zien dat ondernemers profijt hebben van deelname aan een dergelijk project (De Vroome et al., 2012; Gründemann et al., 2013; Oeij et al., 2013). In dit artikel belichten we het Utrechtse project en stellen we dat zulke initiatieven gunstig zijn voor de regionale economie. Tevens laten we zien dat meedoen aan zulke projecten voor MKBbedrijven een slimme manier is om te innoveren en om de concurrentiepositie te versterken. Onze centrale vraag is: Versterkt het innovatieproject Mijn Bedrijf 2.0 de innovatiekracht van MKB-bedrijven? Drie deelvragen beantwoorden we: 1. Welke initiatieven zijn ontplooid door Mijn Bedrijf 2.0? 2. Heeft het project voor de deelnemende bedrijven bijgedragen aan hun sociale innovatiekracht? 3. Welk type interventies komen voor en wat leveren deze op?
DOCUMENT
Hoofdstuk 10 in HRM Heden en Morgen. Dit hoofdstuk is geschreven vanuit de overtuiging dat een gemeenschappelijke taal en begrip van people analytics, evenals enkele basale wetenschappelijke principes waarop het gestoeld is, het jonge vakgebied in de praktijk naar een hoger niveau kunnen tillen. En daarmee de (toekomstige) HRM-professionals werkzaam op en rondom dit uitdagende thema in staat kunnen stellen (nog meer) impact te maken in hun organisatie. Het primaire doel van dit hoofdstuk is om de (toekomstige) professional die dit leest, aan het denken te zetten. Dit kan betekenen inspireren, verwarren, of duiden. Maar ook aanzetten tot het concreet aan de slag gaan met people analytics in de eigen organisatie, op de grens van wetenschap en praktijk, because that’s where the magic happens.
DOCUMENT
Kruidenrijk grasland staat volop in de belangstelling. Melkveehouders ontdekken steeds meer de positieve kanten van grasland met een grotere diversiteit aan kruiden, vlinderbloemigen en grassen. Dit is in de afgelopen jaren versterkt doordat de zuivelketen in samenwerking met de supermarktketens en ngo’s programma’s hebben ontwikkeld voor duurzame zuivel, waarbij meer biodiversiteit in het grasland een belangrijk thema is. Met toenemende belangstelling in de praktijk komen ook de vragen: hoe krijg je dan meer kruiden in het grasland, hoe hou je ze erin, hoe win je daar het beste ruwvoer van en hoe gebruik je dat in het rantsoen. Kortom, hoe maak je het een duurzaam onderdeel van je bedrijf. Om die redenen is in Friesland in 2017 het project Koeien en Kruiden gestart. Samen met de agrarische collectieven in Friesland, het Louis Bolk Instituut, Dairy Campus, de Vlinderstichting en Hogeschool Van Hall Larenstein is onderzoek gedaan naar biodiversiteit in kruidenrijk grasland, het beheer daarvan en de inpassing in het bedrijf. Het project bestond uit drie onderdelen: - In kaart brengen van de best practices van kruidenrijk grasland op 5 praktijkbedrijven - Demo’s op 6 bedrijven met het inzaaien en doorzaaien van kruidenrijke mengsels - Experiment Mengsels en Management op Dairy Campus Goed zicht op de voordelen en meer toepasbare vakkennis over aanleg en beheer van kruidenrijk grasland verlaagt de drempel om er in de praktijk mee aan de slag te gaan.
DOCUMENT
De Veenkoloniën zijn er in geslaagd een spraakmakend initiatief tot wasdom te brengen: het regionale kennisarrangement, De Werkplaats Veenkoloniën. In 2004 gestart vanuit de Agenda voor de Veenkoloniën en het lectoraat Regionale Transitie van Hogeschool Van Hall Larenstein. In 2006 bekroond met de HBO-innovatieprijs en in 2008 bestuurlijk bekrachtigd met een Regiocontract. In 2009 versterkt met personen afkomstig uit het succesvolle onderwijsinnovatieproject 'Value in the Valley'. Aanleiding voor deze brochure is de afronding van het RAAKproject Veenland; interactief vernieuwen. Een project dat door de werkplaatsmethodiek allerlei onverwachte wendingen heeft gekregen. In deze publicatie leest u als eerste een aantal stellingnamen van betrokken partijen uit het onderwijs, onderzoek, ondernemerschap en de politiek. Vervolgens stellen we het Werkplaatsconcept aan u voor. Daarna nemen we de praktijk onder de loep. We analyseren ten slotte de ontwikkelingen van het RAAKproject dat in zijn mislukking een inspiratie voor vernieuwing werd; de leermomenten worden geformuleerd. Ten slotte beschrijven we hoe het proces aan de hand van deze lessen wordt voortgezet. De brochure is gelardeerd met statements en ervaringen van ervaringsdeskundigen; zowel bestuurders, als ondernemers, studenten en docenten, onder zoekers en stakeholders.
DOCUMENT