Veel forensische cliënten kampen met multiproblematiek. Zo heeft een aanzienlijk deel van hen te maken met problemen op het gebied van dagbesteding (opleiding of werk), financiën, huisvesting, mentale en fysieke gezondheid, en verslaving. Deze problemen hangen bovendien samen en versterken elkaar. Ze beperken de kansen van forensische cliënten op duurzame re-integratie en vergroten het risico op terugval in criminaliteit. Tijdens het begeleiden van forensische cliënten worstelen uitvoerend professionals regelmatig met deze multiproblematiek, omdat ze beperkte tijd, kennis en vaardigheden hebben en lokaal beleid en hulpverleningsaanbod verschillen. Een integrale visie op en aanpak van multiproblematiek onder forensische cliënten is dan ook nodig om duurzame bestaanszekerheid voor hen te realiseren.
DOCUMENT
Voldoende werk en geld zijn essentieel voor een zeker bestaan, maar niet genoeg. De hulp en steun aan mensen kan beter. Aisa Amagir (HvA) en Monique Kremer (UvA) van het Kenniscentrum ongelijkheid bieden handreikingen voor de rijksoverheid, instanties en gemeenten.
MULTIFILE
Wirwarverzorgingsstaat zorgt voor extra stress bij bestaansonzekerheidDe verzorgingsstaat is een extra stressfactor geworden in het leven van mensen die te maken hebben met bestaansonzekerheid. Mensen moeten beschikken over te veel ‘instantiekapitaal’: het vermogen om zelf de weg te vinden in de wirwar aan loketten en de juiste houding te tonen tegenover instanties. Een lichter en simpeler systeem van hulp, op basis van gedeelde verantwoordelijkheid, is nodig om kwetsbare mensen de steun te kunnen geven die zij nodig hebben.De onderzoeksresultaten en aanbevelingen zijn gebundeld in dit onderzoeksmagazine ‘Bestaanszekerheid begint bij een betrouwbare overheid’, onder redactie van Aisa Amagir en Monique Kremer. Het magazine bestaat uit artikelen over vertrouwen, goede hulp, niet-gebruik van voorzieningen, maatschappelijke initiatieven, cijfers en feiten, en portretten van mensen die te maken hebben met bestaansonzekerheid.
MULTIFILE
Grote steden staan de komende decennia voor enorme uitdagingen om ruimtelijke herstructurering en versterking van sociaaleconomische posities van bepaalde wijken, te combineren met leefbaarheids-, duurzaamheids-, en mobiliteitsambities. Dit zijn vraagstukken waar bij uitstek verschillende fysieke, sociale, economische en bestuurlijke professionals moeten samenwerken. Dit onderzoek richt zicht op boundary spanners, professionals die een sleutelrol spelen in het verbinden van domeinoverstijgende vraagstukken. Met de toename en complexiteit van maatschappelijke vragen in het grootstedelijke domein groeit ook de behoefte aan en het belang van boundary spanners in het realiseren van effectieve samenwerking. Kennis over de effectiviteit van hun werkpraktijken blijft echter achter. Gezien de urgentie van grootstedelijke vraagstukken, is het van groot belang deze kennis te ontwikkelen. De (grootstedelijke) professionals die in de rol van boundary spanner vervullen of die rol ambiëren vragen zich dan ook af: Hoe krijg ik zicht op mijn eigen boundary spanner praktijk als individu of binnen een team werken, welke mogelijke verbeteringen zijn er in ons handelen en wat daarvan is overdraagbaar naar andere professionals en andere situaties? Door deze praktijkvraag te combineren met theoretische kennis vanuit bestuurskunde en verandermanagement, geeft dit onderzoek antwoord op de overkoepelende onderzoeksvraag: Wat zijn de kenmerken van de werkpraktijken waarin (grootstedelijke) professionals, die we kunnen typeren als of boundary spanners, de grenzen tussen domeinen bij grootstedelijke vraagstukken weten te overbruggen? Het onderzoek is een co-creatie van stedelijke professionals in teams van vijf praktijkcases: het programma Haven-Stad (Amsterdam); de regiodeal Den Haag Zuidwest; het project Cruciale Mijl (Amsterdam); Combiwel buurtwerk (Amsterdam) en het team gebiedsadviseurs (Amsterdam), met onderzoekers van de Centres of Expertise van de Hogeschool van Amsterdam en de Haagse Hogeschool. Dit onderzoek expliciteert de werkregels die boundary spanners in staat stelt om domeinoverstijgend te werken en levert op die manier een wezenlijke bijdrage aan het realiseren van deze grootstedelijke vraagstukken.
Ondanks de economische groei in Nederland staan we voor uitdagingen als een gezonde leefomgeving creëren, bestaanszekerheid waarborgen, klimaatverandering vertragen en een verantwoordelijke impact op toekomstige generaties. Sturen op "brede welvaart", rekening houdend met sociale, economische en ecologische waarden, wordt belangrijker voor gemeenten en beleidsstrategen in het bijzonder. Zij moeten brede welvaart integraal implementeren en brede welvaart in hun beleid omzetten in concrete keuzes en sturing. Gemeenten ervaren echter moeite bij de concrete implementatie. Brede welvaart is inhoudelijk complex en vereist continu koorddansen tussen verschillende belangen. Daarbij gaat er veel aandacht naar brede welvaart ‘hier en nu’ en blijven de belangen van toekomstige generaties (brede welvaart ‘later’) te vaak onderbelicht. In Europees verband, en op nationaal niveau is er tevens momentum om brede welvaart ‘later’ meer zichtbaar te maken. Als Europees Commissaris voor intergenerationele rechtvaardigheid heeft Micallef de opdracht om het belang van toekomstige generaties te dienen. Ook op nationaal niveau winnen de belangen van toekomstige generaties terrein zoals blijkt uit… Op lokaal niveau wordt directe invloed op brede welvaart voor huidige en toekomstige generaties concreet. Lokale publieke professionals spelen een sleutelrol in het bevorderen van welzijn en kwaliteit van de leefomgeving voor toekomstige burgers. Concernstrategen en afdelingshoofden in Nederlandse gemeenten vertalen brede welvaart naar beleid in de praktijk. Beleidsprofessionals krijgen door dit project voor het eerst in Nederland een concrete handreiking om brede welvaart integraal en voor toekomstige generaties in te richten. Door middel van de methode van backcasting en de generatietoets gaan we vanuit dit onderzoek brede welvaart ‘later’ concreet maken. We doen dit samen met 5 gemeenten, de provincie Noord-Brabant en kennispartners. Al vanaf de start participeren concernstrategen en afdelingshoofden van gemeenten in een rijk kennis- en leernetwerk om hierin te groeien. Dit project verschaft hen hiervoor de concrete tools: in co-creatie ontwikkeld en meteen ingezet.
PREVENT is één van de 17 gestarte SPRONG-groepen. Binnen ‘SPRONG’ werken onderzoeksgroepen van hogescholen met subsidie van Regieorgaan SIA samen met bedrijven uit de beroepspraktijk, publieke instellingen en/of overheden aan diverse complexe maatschappelijke vraagstukken. Het project heeft de looptijd van 8 jaar en heeft als doel om een krachtige onderzoeksgroep in samenwerking met onderwijs en werkveld op te zetten op een specifiek thema.PREVENT zet in op integrale wijkgerichte preventie in een tijd waarin gezondheid en welbevinden van mensen onder druk staan en er grote maatschappelijke uitdagingen zijn, waaronder:Complexer wordende zorg- en hulp- vragenStijgende kosten, terwijl het huidige gefragmenteerde zorgsysteem en de financieringswijze daarvan een integrale aanpak bemoeilijkt en veel vraagt van zorg-/hulpverleners en (de gezondheidsvaardigheden) van bewoners.Een afname van stabiliteit in bestaanszekerheid voor verschillende kwetsbare groepenEen toename van het aantal mensen met chronische aandoeningenBovengenoemde ontwikkelingen gaan gepaard met stress, angst, somberheid, een ongezonde leefstijl, en/of andere gezondheidsproblemen. Door de coronacrisis is bovendien veel sociale problematiek vergroot (zoals werkloosheid, schulden, leerachterstanden), met als dreigend gevolg een sterkere toename van gezondheidsverschillen in de komende jaren.Brede kijk op gezondheidOndersteuning wordt vaak gefragmenteerd aangeboden: vanuit het gezondheidsdomein, óf vanuit het sociale domein. Het betreft echter steeds dezelfde inwoner(s). De noodzaak in te zetten op integrale wijkgerichte preventie op het snijvlak van gezondheid en welzijn wordt dan ook breed gedragen. De complexe relatie tussen sociale problematiek en gezondheidsvraagstukken onderstreept het belang van een bredere kijk op gezondheid waarbij het erom draait dat mensen meedoen en ertoe doen.