Preventieve oudercursussen hebben door de jaren heen hun waarde bewezen, maar het voortbestaan van deze oudercursussen lijkt op dit moment in het geding. De oudercursussen Opvoeden & Zo, Beter omgaan met pubers en Peuter in Zicht!, die lange tijd in de praktijk bestaan zijn onderzocht vanuit drie vragen: in welke mate is er volgens professionals bij ouders behoefte aan de oudercursussen Peuter in Zicht!, Opvoeden & Zo en Beter omgaan met pubers; Welke behoeften aan actualisering van ouders en professionals zijn er?; En wat zijn de wensen van ouders en professionals met betrekking tot inhoud, structuur en programmamateriaal van de oudercursussen? Voor dit onderzoek zijn meer dan 577 professionals in de zomer van 2015 aangeschreven die werkzaam zijn in de preventieve opvoedingsondersteuning in heel Nederland. In totaal zijn de enquêtes 154 keer ingevuld, verdeeld over de cursus Peuter in Zicht! (n = 43), Opvoeden & Zo (n = 73) en Beter omgaan met pubers (n = 38). Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een tweetal instrumenten, namelijk digitale enquêtes voor de oudercursussen Peuter in Zicht, Opvoeden & Zo en Beter omgaan met pubers en een semigestructureerde interviewleidraad voor een tiental telefonische interviews. De bevindingen van dit onderzoek laten zien dat de onderzochte oudercursussen goed passen bij de behoeften van ouders. De afwisseling tussen praktische oefening, het opfrissen van kennis en ruimte voor onderlinge uitwisseling oogsten waardering. Hoewel ouders tevreden zijn, is er behoefte aan modernisering van de cursussen. Voornamelijk het filmmateriaal moet worden geactualiseerd en voorbeelden die in de cursussen worden aangereikt, moeten beter aansluiten op thema’s waar ouders van nu mee worstelen. De belangrijkste aanbevelingen zijn de vernieuwing van het filmmateriaal; toevoeging van actuele onderwerpen; digitalisering van het draaiboek en de bijeenkomsten; een ondersteunende website maken; actiever wervingsbeleid voor (met name) migrantenouders; nader onderzoeken of en hoe de cursussen aangepast kunnen worden aan verschillende doelgroepen. Specifiek voor Opvoeden & Zo geldt dat meer aandacht voor positief opvoeden gewenst is en voor Peuter in Zicht! geldt dat de verdiepende thema’s van de cursus kunnen worden samengevoegd met de reguliere cursus
DOCUMENT
Beroepsbrieven is een vorm van narratief onderzoek: een methode waarin een vorm van geschreven of gesproken verhaal centraal staat (e.g., Clandinin et al., 2007; McEwan & Kegan, 1995). Met brieven boren onderzoekers de kwetsbaarheid en eigenheid aan van leraren. Creativiteit en expressie gaan hand in hand en de narratieve methode leent zich voor het ‘ontdekken’ van emoties van leraren (Cuéllar & Oxford, 2018). Beroepsbrieven is een product van de Expeditie Lerarenagenda. De Expeditie zet zeven bouwstenen in, in een onderzoek naar toekomstig leraarschap en adaptief vermogen. Elke bouwsteen kijkt op een eigen manier naar het vraagstuk. Met de bouwsteen Creative Commons onderzoekt het Expeditieteam met creatieve werkvormen toekomstig leraarschap en adaptief vermogen. Welke intuïties (bege)leiden leraren, wat voelen ze voor en bij bepaalde ontwikkelingen en hoe verhoudt hun persoonlijke zelf zich tot hun professionele zelf? De onderzoeksvragen waarop de bouwsteen zich met name richt zijn: (1) Hoe ziet adaptief vermogen eruit? (2) Wat zijn percepties van, en ervaringen met, adaptief vermogen? In 2021 heeft de bouwsteen de vorm gekregen van een brievenproject: Beroepsbrieven.
DOCUMENT
Een goede docent is vakinhoudelijk deskundig en didactisch vaardig. Maar hij heeft ook een morele taak: eraan bijdragen dat kinderen en jongeren als mens kunnen floreren. Of die vorming slaagt, hangt mede af van het karakter van de leraar. Dat roept spannende vragen op. Kunnen we het karakter van de leraar professionaliseren? Welke karaktereigenschappen verwachten we van een voorbeeldige docent? Hoe kan de lerarenopleiding het beste bijdragen aan de vorming van ‘leraren met karakter’? Beroepsethiek schrijft geen dwingende regels voor, maar stimuleert leraren(opleiders) om samen systematisch over deze vragen na te denken en didactiek te ontwikkelen, waardoor onderwijs aan morele kwaliteit wint.
DOCUMENT