In dit boekje over crowdsourcing worden een aantal relevante aspecten van crowdsourcing behandeld. Allereerst beschrijven we een aantal historische voorbeelden om duidelijk te maken dat crowdsourcing niet ontstaan is als gevolg van de opkomst van internet maar als fenomeen al bestond voor het internettijdperk. Door internet is het echter zonder meer eenvoudiger geworden crowdsourcing te organiseren en een veel grotere groepen deelnemers te betrekken. In de sectie 'Wisdom of the Crowds' gaan we in op de onderliggende principes van crowdsourcing. Crowdsourcing wordt vaak in één adem genoemd met de 'Wisdom of the Crowds', als onderliggend mechanisme hoe en waarom crowdsourcing werkt. We zullen echter concluderen dat de 'Wisdom of the Crowds' slechts één van de drie onderliggende principes van crowdsourcing is. Vervolgens gaan we in op de verschillende verschijningsvormen van crowdsourcing. Na een reflectie op bestaande voorstellen om tot een categorisering te komen van deze verschijningsvormen, presenteren we zeven categorieën op basis van het te onderscheiden doel. Bij de keuze om crowdsourcing in te zetten zal naar de kosten, risico's en baten ervan gekeken moeten worden. In de sectie 'Kosten en baten van crowdsourcing' bekijken we dit aspect voornamelijk vanuit het perspectief van de initiërende organisatie. Maar de kosten en baten voor de deelnemers zullen ook kort beschreven worden om te begrijpen wat hen drijft om aan een crowdsourcingproject mee te doen. In de laatste sectie beantwoorden we de vraag hoe crowdsourcing zo effectief en efficiënt mogelijk is in te zetten door naar een aantal implementatiemodellen te kijken en algemene adviezen te inventariseren. We sluiten af met een reflectie op de beschreven bevindingen.
In de informatiesector werken veel zzp’ers. Velen hebben daar zelf voor gekozen. Een grote groep uit nood: een vaste baan werd verloren en de hypotheek moet worden betaald. Dat leidt tot onwenselijke situaties.
Het INHOLLAND Lectoraat eLearning doet onderzoek op het terrein van eLearning en Blended Learning, gegroepeerd in twee hoofdgebieden: die van de veranderende rol van de docenten en die van de nieuwe vormen voor leermiddelen. Het eerste gebied heeft de naam gekregen van eTutor, de tweede van Learning Objects, afgekort als LO. Dit document geeft een overzicht van wat er in het eerste onderzoeksjaar is gebeurd op het terrein van de LO. Maar het doet meer: het probeert bijvoorbeeld ook duidelijk te maken, waarom LO voor Hogeschool INHOLLAND belangrijk zijn en geeft concrete suggesties, hoe met het fenomeen om te gaan. In het kort kunnen voor dit onderzoek de volgende doelen worden geformuleerd: · Allereerst wil het de interne discussie binnen Hogeschool INHOLLAND op gang brengen over LO en hoe daarmee om te gaan. · Ten tweede wil het een aanzet geven tot een onderzoek dat ten doel heeft een goed overzicht te verkrijgen van de digitale inhouden die binnen Hogeschool INHOLLAND zijn of worden ontwikkeld. · Ten derde wil de onderzoeksgroep ervaring opdoen met praktijkonderzoek en het werken met case studies. · Ten vierde beschrijft het project enkele concrete LO situaties, met gerichte belangstelling voor de LO, de verschillende problemen en de mogelijkheden van dit materiaal, maar ook voor de verschillende rollen van docenten en studenten hierbij. · Tenslotte is een uitvoerige inventarisatie van beschikbare literatuur uitgevoerd om “beginners” en “gevorderden” op het terrein van LO te helpen snel relevante informatie te vinden.