Presentatie tijdens studiedag Blended Learning van Vereniging Hogescholen, Utrecht.
DOCUMENT
Dit paper is het eindproduct van leerarrangement 1 (Zin in Leren) van de HBO masteropleiding Leren en Innoveren. Het is een literatuurstudie naar blended learning en hoe blended learning kan bijdragen aan een beter leerresultaat van de student.
DOCUMENT
Technologie in het onderwijs wordt mondjesmaat toegepast (zie bijvoorbeeld Schildkamp, Wopereis, KatDe Jong, Peet & Hoetjes, 2020). Alle onderwijsinstellingen hebben tegenwoordig weliswaar een digitale leeromgeving, doch een optimaal gebruik ervan is nog niet gerealiseerd. In veel situaties wordt de digitale leeromgeving voornamelijk gebruikt voor administratieve functies en voor de beschikbaarstelling van leermiddelen. De Coronapandemie heeft voor een ongekende exponentiële groei in het gebruik van technologie gezorgd. Eenvoudigweg omdat de gebruikelijke manieren van lesgeven onmogelijk werden. In een mum van tijd schakelden docenten over naar Teams, Zoom of andere vergelijkbare technologie, werden colleges opgenomen of gestreamd, webinars ontwikkeld, kennisclips gemaakt en online gezet en werd de leeromgeving verder doorontwikkeld om communicatie synchroon en asynchroon te verbeteren. Dat is een prestatie van formaat waardoor het onderwijs in tijden van de pandemie online door kon blijven gaan. Zo ontstonden er door een mix van fysiek en online onderwijs allerlei vormen van blended learning. Blended Learning is een populair concept waar echter zeer uiteenlopende betekenissen achter schuil gaan (Oliver & Trigwell, 2005). Een allesomvattende definitie die op ieders instemming kan rekenen, is een utopie maar de omschrijving van SURF (2020) wordt frequent gehanteerd: Blended learning is een mengvorm van face-to-face en online (ICT-gebaseerde) onderwijsactiviteiten, leermaterialen en tools. Beide soorten leeractiviteiten maken een substantieel onderdeel uit van het onderwijs; idealiter versterken ze elkaar. Het doel is onderwijs te ontwikkelen dat gebruik maakt van ICT om effectief, efficiënt en flexibel leren mogelijk te maken, met een stijging van het leerrendement en de student- en docenttevredenheid tot gevolg. Vanwege het Coronavirus zien we dat onderwijsactiviteiten die voorheen op locatie in een onderwijssetting plaatsvonden, nu voornamelijk online plaatsvinden waarbij studenten en docenten inloggen in Teams, Zoom, Bluejeans of een vergelijkbare omgeving. De inhoud van het onderwijs of manier van lesgeven verandert echter niet of nauwelijks. Dit is illustratief voor wat we verstaan onder blended learning in de vorm van substitutie. Er is dan sprake van een vervanging: Het klaslokaal wordt ingeruild voor Teams. Ook al is straks de coronapandemie voorbij, dan gaan we er van uit dat het onderwijs meer blended zal blijven dan voorheen, omdat we nu op grote schaal de mogelijkheden ervaren van technologische toepassingen en die willen we behouden en verder uitbouwen. Er is momentum om na te denken over hoe te komen tot een meer optimale blend, en dus niet in de fase van substitutie te blijven verkeren, hetgeen vraagt om een herontwerp van het onderwijs. Met dit essay willen we hier de aandacht op vestigen.
DOCUMENT
Binnen het hoger onderwijs in Nederland is sinds 2005 Blended Learning de “standaard”. Ondanks het feit dat iedereen hier iets anders mee bedoelt. Het lectoraat eLearning en de School of Education Rotterdam hanteren de definitie die steeds vaker als uitgangspunt wordt genomen: Blended Learning1 is “Een mix van eLearning en andere vormen van leren, waarbij het gaat om distributie van leerinhouden, vormen van communicatie en didactische methoden in relatie tot soorten leerprocessen, of combinaties hiervan.“ Onder eLearning verstaan we “het gebruik van multimedia technologieën en het internet om de kwaliteit van het leren te verbeteren”.
DOCUMENT
Enige tijd, wat zeg ik, zes jaar geleden, raakte ik geïnteresseerd in blended learning, ‘een leeromgeving, waarin zowel contactmomenten zijn als online ondersteuning’. Flipping the Classroom is een bekend voorbeeld – de student (of leerling) bereidt zich voor door de kennismaking met nieuwe leerstof zelfstandig thuis te doen, veelal met behulp van kennisclips. De verwerking gebeurt in de les, als de docent erbij is. Dan kun je immers helpen wanneer leerlingen vastlopen. Een ander voorbeeld van een element van blended learning is een digitale, formatieve toets, zoals er bijvoorbeeld bij Khan Academy veel te vinden zijn.
DOCUMENT
Oliver & Trigwell geven aan dat de term blended learning eigenlijk niet meer zou moeten worden gebruikt, of een andere invulling moet krijgen. Bij die nieuwe invulling zou het dan werkelijk over ‘learning’moeten gaan en niet over ‘teaching’, zoals nu meestal het geval is.Als er wordt uitgegaan van het leren, dan moet de lerende en zijn perceptie van het leerproces in een gegeven context centraal staan.Bij blended learning gaat het in dat geval om het bieden van variatie in ervaringen met betrekking tot aspecten van het leerobject.Complicerende factor is echter dat de lerende de variatie van leeromgevingen niet zo hoeft te ervaren als door de ontwerpers werd bedoeld.Toch kan worden gesteld dat het ervaren van een variatie en het op verschillende manieren aan bod laten komen van aspecten van het leerobject in ieder geval verrijkend en versterkend werken op het leerproces. Op basis van de in dit artikel beschreven argumenten wordt hier de werkdefinitie van blended learning als volgt geformuleerd: Blended learning omvat een mix van e-learning en andere vormen van onderwijs, waarbij het gaat om de distributiewijze van leerinhouden, vormen van communicatie, didactische strategieën en soorten leeromgevingen in relatie tot type leerprocessen, of om een combinatie hiervan.’ Deze werkdefinitie geeft aan dat het vormgeven van leerprocessen en inrichten van een adequate leeromgeving een complexe aangelegenheid is.De stap naar blended learning is meer dan het hetzelfde doen maar dan in een andere leeromgeving; het impliceert een herontwerp van zowel de leerpraktijk als de leeromgeving en het vraagt specifieke competenties om dit soort leerprocessen adequaat te begeleiden.
DOCUMENT
Je hebt je cursus omgezet naar een blended format. Dan ben je natuurlijk benieuwd of al je geleverde inspanningen iets hebben opgeleverd. Het goed evalueren van blended learning is daarom belangrijk. Hierbij stel je objectief vast of je vooraf gedefinieerde doelen daadwerkelijk behaald zijn. Dit kan natuurlijk alleen als je vooraf heldere doelstellingen hebt gedefinieerd: wat waren de doelen van het ‘verblenden’ van je cursus? Met de uitkomsten van de evaluatie kun jij, samen met andere ontwerpers en docenten, vervolgens zelf aan de slag om in een volgende iteratie een gerichte doorontwikkeling in te zetten en te blijven verbeteren.
DOCUMENT
The content in this document is the result of a two-year project on blended learning in the initial teacher training programme of INHOLLAND University for Professional Education. Research and design of innovative learning practices was conducted by the INHOLLAND Centre for eLearning. This document offers a conversational framework for further discussion on (re-)design of learning practices based on blended learning and should not be regarded as a scientific article. Underlying research reports and articles on the subject are available through the Centre for e-learning.
DOCUMENT
Blended learning is not a flash in the pan, it’s here to stay. At The Hague University of Applied Sciences (THUAS) the implementation of blended learning is not yet in an adult stage, but in a newly introduced educational framework (The Hague University of Applied Sciences, 2017) blended learning plays a vital role. The intention is for teams to come to a shared approach when it comes to blended learning. In his blog, Leonard Geluk, (Geluk, 2016) the Chairman of the Executive Board of the University notes that ‘the development is slow to get off the ground’ and ‘there is still work to be done before we can fully embed ICT in education.’ The toolkit of teachers has been supplemented with many digital tools in recent decades (Geluk, 2014), but what makes lecturers actually use these new possibilities? What causes them to pick up the toolkit or leave it? Jacobs (2013) indicates that people’s ability to exploit the benefits of technology, in particular digital technology, is not obvious and can be a big challenge, especially for teachers. The central question to this study is: What brings lecturers in motion around blended learning? In my opinion, gaining more understanding in the lecturers’ perspective is an important part of the ‘work’ that Leonard Geluk describes above. This is the main goal of this research.
DOCUMENT
In dit artikel is een poging gedaan om de brede definitie van blended learning nader te analyseren, om zodoende daarmee de eerste stappen te kunnen zetten richting een ontwerpstrategie. Dat proces is echter nog lang niet afgerond en dient, ondersteund door flankerend onderzoek op de verschillende aspecten, te worden voortgezet. Resultaten van good practise zullen moeten aantonen dat bepaalde keuzes adequaat zijn en leiden tot optimalisering van leerprocessen en betere leerresultaten in gegeven leerpraktijken. Een ideale blend in onderwijs bestaat niet, in elke leerpraktijk kan alleen maar worden gestreefd naar de meest effectieve blend in de gegeven situatie.
DOCUMENT