Het project “Sporttoerisme - Sportas Amsterdam” draait om de vraag: welke kansen biedt sporttoerisme voor Sportas? De aanleiding voor het project is het bredere programma rond het gebiedsconcept Sportas Amsterdam. Dit programma behelst de ambitie van de gemeente Amsterdam, gemeente Amstelveen en partners om één ruimtelijk geheel te maken van het gebied en de sportfaciliteiten die in zuidwest Amsterdam zijn gelegen, grofweg van het Olympische Stadion tot en met de sportfaciliteiten in het Amsterdamse Bos. Het programma draagt bij aan city branding (regio Amsterdam), lokale bedrijfsontwikkeling (o.a. horeca, retail, dienstverlening), ondersteunen lokaal verenigingsleven en sportfaciliteiten (vitaliteit kantines en accommodatie), veiligheid (ruimtelijke eenheid, levendig) en leefbaarheid (toegankelijke en aantrekkelijke openbare ruimte). Bovenal kan de Sportas bijdragen aan het aantrekken en binden van de relatief hoogopgeleide en weinig plaatsgebonden leeftijdsgroep van 18-35 jaar. Dit sluit aan bij de ideeën van auteurs als Richard Florida (“The rise of the creative class”) en Charles Landry (“The art of city making”) over het aantrekken en vasthouden van de creatieve klasse en de kenniswerker. Het idee van de Sportas veronderstelt een transitie, van een versnipperd sportgebied naar geïntegreerd vrijetijdslandschap. Het gebied is momenteel al interessant voor sporttoerisme (topsport, breedtesport) en kan door deze transitie een impuls krijgen. Tegelijkertijd is de ontwikkeling van sporttoerisme een schakel in deze transitie. Er is echter nog te weinig bekend over de omvang van sporttoerisme en de potenties van de Sportas op dit vlak.
Op zondag 19 oktober 2014 vond de 39ste editie plaats van de TCS Amsterdam Marathon. Met 44.100 deelnemers is het evenement uitgegroeid tot één van de grootste participatiesportevenementen van ons land. Dankzij het stadsparcours is de TCS Amsterdam Marathon voor zowel de deelnemers als de inwoners van de hoofdstad een zichtbaar icoon van de Amsterdamse ambities op het gebied van top- en breedtesport. Het deelnemen aan of het kijken naar de marathon kan mensen inspireren tot een actievere leefstijl.
Maatschappelijke ontwikkelingen van sport en bewegenDe laatste decennia zien we effecten van maatschappelijke ontwikkelingen, zoals individualisering en flexibilisering, in de sport. Meer mensen gingen buiten de vereniging om sporten en een gezonde leefstijl kreeg steeds meer aandacht, waarvan meer bewegen een belangrijk onderdeel vormt. Bedrijven ontdekten sport als een wereldwijde groeimarkt en digitale innovaties veranderden in snel tempo de wijze waarop supporters de sport beleven. Grote sportevenementen werden een vast onderdeel van citymarketing; steden zetten zichzelf hiermee in binnen- en buitenland op de kaart.Ondertussen gingen taken en verantwoordelijkheden in zorg en welzijn van de landelijke overheid over naar gemeentelijke overheden. Het sportbeleid – zowel lokaal als nationaal – raakte onder andere als gevolg hiervan steeds meer verweven met andere beleidsterreinen.Lees meer in de drijvende krachten van sport en bewegen over de actuele maatschappelijke ontwikkelingen die nu en in de toekomst van invloed zijn op sport en bewegen.
LINK
Er ontstaan in Nederland veel blessures als gevolg van overbelasting in alle lagen van de sport. Hoe kunnen deze blessures worden voorkomen? Insteek van dit project is het gebruik van (sensor)technologie en big data analyse voor het vroegtijdig detecteren van signalen van overbelasting en daarmee het voorkomen van blessures. Een grote hoeveelheid technologie wordt momenteel al gebruikt voor het meten aan sporters (quantified self). Professionele sportclubs investeren in dure systemen. Diepte-interviews tonen echter aan dat er twee grote problemen zijn: ten eerste de grote hoeveelheid data en ten tweede de kennis voor een juiste interpretatie van de data benodigd voor een omzetting naar een trainingsadvies. Computermodellen opgebouwd uit systematische data-analyse van de enorme hoeveelheden trainingsdata en aangevuld met domeinkennis kunnen deze problemen oplossen. Er is behoefte aan een systeem waarin informatie uit verschillende bronnen in één systeem wordt opgeslagen en toegankelijk gemaakt om vervolgens geïntegreerd geanalyseerd te kunnen worden. Individuele profielen moeten gebouwd worden uit de data voor een snelle, automatische interpretatie. Hiermee kan grensbewaking voor overbelasting plaatsvinden en kunnen trainingsaanpassingen gedaan worden waar nodig. Vanuit deze behoefte richt het project zich op de praktijkvraag “Hoe kunnen we een praktisch toepasbaar gereedschap ontwikkelen dat valide de externe en interne trainingsbelasting kan meten, de (para)medische staf en/of fysiek trainer helpt bij het detecteren van (potentiële) overbelasting en daarmee helpt bij het plegen van de juiste interventies voor het voorkomen van blessures?”. Het principe van een dergelijke ‘belastingmonitor’ is al aangetoond. Voor een volwaardig prototype zal echter zowel het computermodel als de gebruikersapplicatie technisch gezien moeten worden doorontwikkeld, geoptimaliseerd, uitgebreid en vooral getest. Daar richten de onderzoeksvragen van dit project zich op. De focus ligt in eerste instantie op het (betaalde) voetbal, maar kan ook naar andere teamsporten en de breedtesport vertaald worden.
In de afgelopen jaren zijn er verschillende pogingen gedaan om te komen tot een nationale agenda in het sportonderzoek. Er zijn verschillende onderzoeksprogramma’s geschreven, maar deze hebben nog geen nationale inbedding en invulling gekregen. In deze processen zijn hogescholen en het praktijkgericht onderzoek zijdelings en vaak op afstand betrokken. Op het terrein van sport en bewegen zijn veel ontwikkelingen gaande. Het Topteam Sport is opgericht, de Nationale Kennisagenda Sport is opgesteld, er wordt gewerkt aan een Route Sport en Bewegen binnen de NWA, internationaal wordt samengewerkt met Brazilië en mogelijk Japan (afgeleid van de Olympische Spelen). Het oprichten van een platform praktijkgericht sportonderzoek helpt om goed bij bovenstaande ontwikkelingen aan te sluiten. De meerwaarde van het platform ligt in het verbinden om te programmeren en te valideren. Het platform verbindt lectoren vanuit het domein van sport en bewegen onderling, maar ook worden cross-sectorale verbanden gelegd met lectoren uit andere sectoren.Het bedrijfsleven en werkveld kunnen makkelijker aanhaken en daardoor wordt de vraagsturing efficiënter ingericht. Programmeren is beter mogelijk doordat lectoren, bedrijfsleven en sport en beweegpraktijk verbonden zijn in het platform. Massa, clustervorming en focus zorgen voor een efficiënte en effectieve ontwikkeling en benutting van kennis. Bij valideren gaat het over het verhogen van de kwaliteit en de toepasbaarheid van het sportonderzoek. Het platform streeft er tevens naar om een rol/taak te verkrijgen in landelijke beoordelingssystemen voor de kwaliteit van de sport. De lectorenkamer van het Hogescholen Sport Overleg (HSO) vormt, met ondersteuning van het Kenniscentrum Sport, de leidende coalitie voor het platform. Het HSO is een overleg van hogescholen met een sportopleiding (8 hogescholen). Kenniscentrum Sport vervult de secretariaatsrol voor het platform en brengt haar netwerk in.
De laatste vijf jaar is het gebruik van sport- en gezondheid gerelateerde smartphone applicaties exponentieel gegroeid. Grote groepen beoefenaars van individueel te beoefenen sporten zoals hardlopen, fietsen en wandelen, maken gebruik van diverse sportapps. Voor (potentiële) sporters is het echter moeilijk om een keuze te maken uit de vele duizenden apps die voor handen zijn. Naast de sporters zelf krijgen professionals en organisaties (zoals sportverenigingen en gemeenten) in hun werkveld ook te maken met sportapps. Professionals als (personal) trainers, coaches en leefstijlprofessionals kunnen hun cliënten aanmoedigen om een sportapp te gebruiken met als doel goede intenties vol te houden, nieuwe doelen te stellen en ervaringen te delen. Echter ook bij hun ontbreekt de juiste kennis om de geschikte app voor de juiste cliënt te bepalen. Nochtans hebben sportapps, in een tijd waarin veel sporters individueel sporten zonder hulp van coaches en trainers in sportverenigingen, een enorm potentieel. Hiervoor is het essentieel dat apps de sporters optimaal begeleiden. Idealiter zouden apps moeten bijdragen aan een blessurevrije, frequente, plezierige en motiverende sportdeelname. Willen apps hier daadwerkelijk aan bijdragen is aanvullende kennis hard nodig. Doelstelling van dit project is bepalen welke (populaire) sportapp past bij welk type van gebruiker/professional op basis van doelstellingen en wensen (op vlak van sport-/beweegstimulering, trainingsbegeleiding, gezondheidsbevordering, community building en monitoring). Volgende deeldoelstellingen worden hierin onderscheiden: " Overzicht van karakteristieken van bestaande sportapps voor hardlopen, fietsen en wandelen. " Inzicht in de toepasbaarheid van bestaande apps voor professionals ((personal) trainers en coaches, leefstijlprofessionals, fysiotherapeuten, vertegenwoordigers van sportverenigingen en beleidsvertegenwoordigers). " Inzicht in de bruikbaarheid en hanteerbaarheid van sportapps voor individuele gebruikers. " Ontwikkelen van een dynamische en toekomstbestendige beslistool voor professionals en individuele sporters. Gezien de complexiteit van de thematiek en het belang van een integrale aanpak is een multidisciplinair consortium (van hogescholen, universiteiten, kennisinstituten, gemeenten, sportbonden, brancheorganisaties en MKB?ers) samengesteld.