Het advies is de Vensterschool Stadspark te laten ontwikkelen naar scenario B: de regie is belegd bij het onderwijs en de naschoolse opvang en activiteiten zijn niet verplicht, maar worden gebruikt voor verdieping en verbreding, zodat alle kinderen hun eigen ontwikkeling kunnen doormaken. Indien er voor dit scenario wordt gekozen, dan is het van belang dat er bestuurlijke afspraken gemaakt worden waaraan de kernpartners zich binden en dat er een regisseur wordt aangesteld met mandaat. Onder leiding van deze regisseur (bij voorkeur uit het onderwijs) werken de kernpartners in interdisciplinaire zelfsturende teams aan een concrete uitwerking van scenario B. De teams krijgen de opdracht omgezamenlijk een ontwikkelingsarrangement uit te werken voor de kinderen uit een bepaalde leeftijdsgroep (onder-, midden- of bovenbouw). Daarbij wordt er nadrukkelijk samengewerkt met oudersen kinderen. De teams krijgen middelen voor professionele ondersteuning en begeleiding. Het werken in interdisciplinaire zelfsturende teams moet geleidelijk ingevoerd worden. Het verdient aanbeveling om dit stapsgewijs te doen. Tussentijdse monitoring van de effecten op het ontwikkelingsrendement vankinderen is wenselijk, zodat er waar nodig bijgesteld kan worden.
In dit artikel wordt de literatuur verkend op het terrein van een meer sociaalparticipatieve benadering van actief burgerschap. In deze literatuur wordt de ontwikkeling van burgerschap verbonden met de noodzaak zicht te ontwikkelen op handelingscontexten die voor zowel burgers als sociale professionals van belang zijn. We verkennen relevante literatuur van onder andere De Tocqueville, Dewey, Putnam, Lichterman en Biesta. Door aandacht te besteden aan burgerschap als praktijk beogen we dichter op de huid van het werk van sociale professionals te kruipen, waardoor de huidige ontwikkelingen rondom de bevordering van actief burgerschap bevraagd kunnen worden. Wat deze literatuurverkenning in beeld brengt is dat actief burgerschap niet tot bloei komt vanuit een opgelegde moraal, maar verbonden dient te worden met het dagelijkse handelen van burgers, waarin het “al doende leren” samen op gaat met de ontwikkeling van betekenisvolle praktijken. Sociale professionals hebben vooral tot taak dit type praktijken te ondersteunen en te faciliteren.
Wij onderzoeken twee trajecten die aan scholen worden aangeboden. Beiden zijn gericht op een onderzoeks- en verbetercultuur in scholen: Groeikracht en De Transformatieve School. De focus ligt op in hoeverre de trajecten worden uitgevoerd in scholen zoals beoogd, wat de werkzame mechanismen van de twee trajecten zijn en wat de mogelijke invloed van contextfactoren is.