Buitenspelen is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen: ze leren sociale vaardigheden en risico’s nemen. Kinderen vinden buitenspelen leuk, maar ze doen het steeds minder. Helaas spelen kinderen met een beperking nog minder vaak en minder lang buiten. Dit komt deels door fysieke belemmeringen, bijvoorbeeld ontoegankelijke speelplekken. Echter, ook op toegankelijke speelplekken spelen weinig kinderen met een beperking. Sociale barrières, zoals moeilijk contact kunnen maken of buitengesloten worden, verhinderen ook dat kinderen met een beperking buitenspelen. Daarnaast speelt gescheiden onderwijs een rol: kinderen op speciaal onderwijs gaan vaak ver van huis naar school waardoor ze weinig kinderen in hun wijk kennen. Speeltuin Kloosterplantsoen IJsselstein is een (deels) aangepaste speeltuin, maar desondanks komen er weinig kinderen met een beperking. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat zij ook naar de speeltuin komen? Daarvoor richtten we ons op drie thema’s: (naams)bekendheid, de ‘samenspeelkliko’ en ouderbetrokkenheid, om zo te bouwen aan een lokale community die zich inzet voor inclusief buitenspelen. Door verscheidene evenementen te organiseren en te leren hoe we kinderen met een beperking beter konden bereiken, zagen we geleidelijk meer kinderen met een beperking op evenementen afkomen. Ook organiseerde de kinderfysiotherapeut samen met de buurtsportcoach samenspeelmiddagen in de speeltuin, waardoor kinderen met een beperking positieve ervaringen opdeden en de speeltuin leerden kennen. De samenspeelkliko is hierbij vaak uitgeprobeerd, en studenten hebben een nieuw spel ontwikkeld dat hieraan zou kunnen worden toegevoegd. Voor ouderbetrokkenheid zijn de eerste stappen gezet, er is onder andere een whatsapp community opgericht waarin ouders op de hoogte worden gehouden van alle activiteiten in de speeltuin. Er wordt nu vanuit een community samengewerkt aan inclusief buitenspelen in IJsselstein, waarbij professionals elkaar goed weten te vinden en de gemeente het onderwerp hoger op de agenda heeft staan.
DOCUMENT
De creatieve denkkracht van kinderen wordt nog niet vaak benut bij het vinden van oplossingen voor problemen in de dagelijkse praktijk. Hun ervaringen en ideeën zouden meegenomen kunnen worden in ontwerpprocessen door hen te laten participeren in de ontwikkeling van nieuwe producten. In het NRO‐NWO project “Co‐design with kids” hebben 32 kinderen uit groep 5 en 26 kinderen uit groep 7 van twee basisscholen gedurende zeven weken onder begeleiding van een onderzoeker en hun groepsleerkracht gewerkt aan een ontwerpopdracht van een ‘echte’ opdrachtgever gericht op het bewegingsonderwijs (Casus Gymzaal van de Toekomst) en op de speelruimte (Casus Memo). Een jury van zeven tot acht personen met expertise op het vlak van bewegen, buitenspelen, bewegingsonderwijs, onderwijs of ontwerpen heeft de kwaliteit van de ontwerpuitkomsten van de kinderen beoordeeld in termen van originaliteit en variatie, inspiratie, uitwerking en relevantie. Uit de resultaten kwam naar voren dat de kinderen goed in staat zijn tussen‐ en eindproducten te bedenken die aansluiten bij de doelgroep. De ontwerpideeën scoorden over het algemeen ook hoog op de variatie in de oplossingen, de mate waarin de producten uitgewerkt, uitgedacht en direct toepasbaar waren en de mate waarin de eindproducten pasten binnen de context van het probleem. De ontwerpideeën waren volgens de juryleden en opdrachtgevers echter niet heel origineel; de ontwerpideeën waren in hun ogen niet erg vernieuwend, waren een afgeleide van bestaande concepten of bevatten geen verrassende elementen.
DOCUMENT
Het schoolplein is cruciaal in de ontwikkeling van kinderen omdat het dé plek is voor kinderen om hun motorische vaardigheden te ontwikkelen en ook voor het oefenen van sociale vaardigheden. Hierin heeft de begeleider op het schoolplein een grote rol. In deel 1 ‘De vijf knoppen voor kwalitatief goed buitenspelen op de basisschool’ (Janssen en Mauw, 2024) wordt aandacht besteed aan timemanagement, structuur, materiaal en de koppeling met de gymles. In dit artikel zoomen we in op de actieve rol van de begeleider. Wie kan deze rol vervullen? Welke competenties heeft de begeleider nodig om het buitenspelen waardevol voor elk kind te laten zijn?
DOCUMENT
Er zijn steeds meer kinderen in Nederland met bewegingsarmoede en overgewicht. Het is daarom van belang om kinderen te stimuleren en te motiveren om meer te gaan bewegen. Een manier om dit te bereiken, is om ervoor te zorgen dat kinderen meer buitenspelen. Welke factoren beïnvloeden echter het buitenspelen? Het lectoraat GLSO doet hier met een groot aantal andere partijen onderzoek naar.
DOCUMENT
In LO Magazine 2 2021 schreven we over de mogelijkheden en de complexiteit van een Dynamische Schooldag. We gaven toen aan dat we een volgorde zien in de inzet van een school ten aanzien van goed leren bewegen en regelmatig bewegen tijdens de schooldag: eerst uitstekende lessen bewegingsonderwijs, dan de focus op een schoolplein waar alle kinderen aan bod komen en zich veilig voelen en daarna aandacht voor de andere aspecten van een dynamische schooldag. In dit topic (LO5) staan meerdere artikelen over het buitenspelen op het schoolplein, hoe dit te organiseren en te begeleiden. Dit artikel gaat over het belang van een Dynamische Schooldag, met daarin specifieke aandacht voor de roostering van het buitenspelen.
MULTIFILE
Het behouden van een actieve leefstijl bij kinderen is een belangrijke doelstelling, zoals beschreven in de kerndoelen van het (bewegings)onderwijs. Gekoppeld aan school zijn veel beweegmomenten mogelijk, zoals bewegingsonderwijs, beweegtussendoortjes in de klas, en buitenspelen op het plein. Door een toename van tussenschoolse en naschoolse opvang is het gebruik van het schoolplein toegenomen. Wat kun je als leerkracht doen om kinderen volop te laten bewegen tijdens het buitenspelen? Gekoppeld aan onderzoeksresultaten laat dit artikel mogelijkheden zien voor leerkrachten in het Basisonderwijs.
DOCUMENT
Op veel basisscholen is rond 10 en rond 12 uur ‘de pauze’. De deuren naar het schoolplein gaan open. De kinderen uit de verschillende klassen rennen naar buiten. De jongens uit groep 8 voorop om het voetbalveldje in te nemen. Op het schoolplein geldt namelijk het recht van de sterkste. Dus de vaardige kinderen komen wel aan de bal, maar andere kinderen hobbelen maar mee of hangen in het doel om erbij te horen. Al tijdens de pauze ontstaan er ruzies tussen kinderen, gedoe dat doorgaat in de klas. Dat kost de groepsleerkracht veel tijd.
MULTIFILE
Deze infographic brengt het speel- en beweeggedrag in kaart van kinderen tijdens het buitenspelen op een 'grijs' en 'groen' schoolplein van twee basisscholen in Almere.
DOCUMENT
De woonwijken in de gemeente Almere hebben een ruime en groene inrichting metdiverse gelegenheden voor kinderen om te spelen, sporten en bewegen. Veel hofjes enstraten hebben bijvoorbeeld ingerichte speeltuinen (ook wel steunplekken genoemd) enbuurten hebben meestal één of meerdere grotere centrale speelplekken en sportvelden.Tevens zijn schoolpleinen in Almere meestal toegankelijk buiten schooltijden. Kinderenspelen niet alleen op dergelijke formele speelplekken, ook de straat en grasveldjes wordenveel gebruikt voor het buitenspelen, weten we vanuit de literatuur. Daarop inspelendbeoogt de gemeente Almere meer inzicht te krijgen in het buitenspeelgedrag van kinderenin Almere, met name op de steunplekken en het gebruik van de speeltoestellen daarbij.Aeres Hogeschool Almere is gevraagd om hiervoor onderzoek uit te voeren. Het doel vandit onderzoek was het in kaart brengen van de speellocaties en het speelgedrag vanbuitenspelen kinderen in drie speelbuurten teneinde een uitspraak te doen over de rol vanspeeltoestellen op steunplekken.
DOCUMENT