Binnen de fysiotherapie bestaat een streven naar evidence based practice dan wel best evidence. Onderbelicht bij dit streven zijn de voorkeuren, wensen en verwachtingen van de patient. De P-factoren lenen zich om specifiek en concreet de patient te helpen en waar mogelijk sturing te geven aan zijn gezondheidssituatie. De persoonsgebonden factoren zijn gemakkelijk in te zetten in een gedragsgeorienteerde aanpak.
DOCUMENT
Hoofdstuk 2 in Klinisch redeneren voor verpleegkundigen L. van Straalen & M. Schuurmans (redactie) Het boek geeft inzicht in het klinisch redeneerproces van de verpleegkundige, en helpt de verpleegkundige bij het kritisch leren gebruiken van verschillende soorten kennis in specifieke patiëntsituaties. Dit boek legt uit waarom het belangrijk is dat zowel studenten als verpleegkundigen aandacht besteden aan klinisch redeneren. Klinisch redeneren voor verpleegkundigen beschrijft hoe je klinisch redeneren kan leren en toepassen en hoe je daarbij gebruik maakt van kennis, ervaring en reflectie. Klinisch redeneren voor verpleegkundigen laat ook zien hoe je van gegevens tot een probleemstelling en interventies komt en waarom standaard diagnoses niet altijd passen. Als laatste gaat klinisch redeneren voor verpleegkundigen in op de relatie tussen indirecte zorg en klinisch redeneren. Ook het belang van continue professionele ontwikkeling voor het klinisch redeneren komt aan de orde
LINK
Van AWBZ naar Wmo, de jeugdzorg van provincie naar gemeente; beschutte arbeid verdwijnt in een onbestemd gat tussen publieke middelen en markt. In deze turbulentie schept 'De sociale kwestie hervat' opnieuw orde. Aan bod komen de consequenties van de belangrijkste wetgevende kaders (waaronder Wmo, AWBZ, Zvw), regelgeving op het gebied van stedelijke vernieuwing, veiligheid en onderwijs voor sociaal werk. De praktische opdrachten voor de verschillende beroepsgroepen (met de nadruk op cmv, mwd en sph) worden op een rij gezet aan de hand van kritische praktijksituaties. De praktijk wordt in deze publicatie langsgelopen aan de hand van een inzichtelijke schets van domeinen als ggz, schuldhulpverlening, onderwijs, veiligheid.
LINK
Van AWBZ naar Wmo, de jeugdzorg van provincie naar gemeente; beschutte arbeid verdwijnt in een onbestemd gat tussen publieke middelen en markt. In deze turbulentie schept 'De sociale kwestie hervat' opnieuw orde. Aan bod komen de consequenties van de belangrijkste wetgevende kaders (waaronder Wmo, AWBZ, Zvw), regelgeving op het gebied van stedelijke vernieuwing, veiligheid en onderwijs voor sociaal werk. De praktische opdrachten voor de verschillende beroepsgroepen (met de nadruk op cmv, mwd en sph) worden op een rij gezet aan de hand van kritische praktijksituaties. De praktijk wordt in deze publicatie langsgelopen aan de hand van een inzichtelijke schets van domeinen als ggz, schuldhulpverlening, onderwijs, veiligheid.
LINK
Het zijn roerige tijden in de zorg, het welzijn en maatschappelijke dienstverlening. De zorg voor burgers in kwetsbare posities zou nauwelijks meer op te brengen zijn, of ze nu ziek zijn, in de bijstand verkeren, of tot over hun nek in de schulden zitten. Er vinden grootscheepse herzieningen plaats in de grote zorgsystemen: de AWBZ, de jeugdzorg, het speciaal onderwijs en beschutte arbeid. Telkens weer wordt er veel verwacht van de sociaal werker in de frontlinie.
LINK
Background: Medically unexplained physical symptoms (MUPS) are a leading cause of reduced work functioning. It is not known which factors are associated with reduced work functioning in people with moderate MUPS. Insight in these factors can contribute to prevention of reduced work functioning, associated work-related costs and in MUPS becoming chronic. Therefore, the aim of this study was to identify which demographic and health-related factors are associated with reduced work functioning, operationalized as impaired work performance and absenteeism, in people with moderate MUPS. Methods: Data of 104 participants from an ongoing study on people with moderate MUPS were used in this cross-sectional study. Ten independent variables were measured at baseline to determine their association with reduced work functioning: severity of psychosocial symptoms (four domains, measured with the Four-Dimensional Symptom Questionnaire), physical health (RAND 36-Item Health Survey), moderate or vigorous physical activity (Activ8 activity monitor), age, sex, education level and duration of complaints. Two separate multivariable linear regression analyses were performed with backward stepwise selection, for both impaired work performance and absenteeism. Results: Absenteeism rate rose with 2.5 and 0.6% for every increased point on the Four-Dimensional Symptom Questionnaire for domain 'depression' (B = 0.025, SE = 0.009, p = .006) and domain 'somatization' (B = 0.006, SE = 0.003, p = .086), respectively. An R2 value of 0.118 was found. Impaired work performance rate rose with 0.2 and 0.5% for every increased point on the Four-Dimensional Symptom Questionnaire for domain 'distress' (B = 0.002, SE = 0.001, p = .084) and domain 'somatization' (B = 0.005, SE = 0.001, p < .001), respectively. An R2 value of 0.252 was found. Conclusions: Severity of distress, probability of a depressive disorder and probability of somatization are positively associated with higher rates of reduced work functioning in people with moderate MUPS. To prevent long-term absenteeism and highly impaired work performance severity of psychosocial symptoms seem to play a significant role. However, because of the low percentage of explained variance, additional research is necessary to gain insight in other factors that might explain the variance in reduced work functioning even better.
DOCUMENT
Full text beschikbaar met HU-account. Recensie van Handboek Ethiekondersteuning. De morele spanningsvelden in het sociaal werk nemen de laatste jaren alleen maar toe, en de recente transities en transformaties hebben de dilemmadichtheid en handelingsverlegenheid alleen maar vergroot. Veel sociale professionals ervaren dan ook de behoefte aan ondersteuning op het vlak van beroepsethiek. Een recente publicatie biedt wat de titel belooft: een handboek waarin de belangrijkste aspecten van praktijkgerichte ethiekondersteuning voor zorgprofessionals aan de orde worden gesteld. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan de achtergronden van ethiekondersteuning (het waarom en waartoe), de verschillende werkvormen die daarvoor beschikbaar zijn (zoals advisering, moreel beraad en scholing), de benodigde expertise voor ethiekondersteuning, het verankeren van ethiekondersteuning in de organisatie, en de rol van de leiding hierbij.
MULTIFILE
Er lijkt een duidelijke mate van evidentie te bestaan betreffende de relatie fysieke activiteit, respectievelijk fitheid en gezondheid in de algemene populatie en bij bepaalde pathologieën. Er is evenwel nog behoefte aan verder wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke determinanten en onderliggende mechanismen, als ook naar evidentie bij bepaalde, specifieke aandoeningen. Tevens mag duidelijk zijn dat ondanks de bestaande evidentie fysieke activiteit/oefening te weinig toegepast wordt in de gezondheidszorg. Het onderzoek naar de effectiviteit van gezondheidskundige interventies is dan ook uitermate belangrijk. Dit lectoraat hoopt dan ook een bescheiden bijdrage hieraan te kunnen leveren. Hiervoor heeft zij reeds afspraken tot samenwerking met de academische en medische wereld (in Utrecht, Amsterdam, Maastricht en Leuven), met de gezondheidszorg (RIVM Bilthoven en GG&GD Utrecht) en met de beroepen- of bedrijfswereld (Politie regio Utrecht; Enraf Nonius, Delft). De beoogde doelstellingen zullen echter naar alle waarschijnlijkheid beduidend meer tijd in beslag nemen dan de periode van 4 jaar die de Stichting Kennis Ontwikkeling voorzien heeft met betrekking tot het oprichten en financieren van de lectoraten.
DOCUMENT
Dit is alweer de vijfde editie van het congres Met het oog op behandeling. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de maatschappelijke belangstelling voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) sterk toeneemt. Dit jaar is er zelfs een Interdepartementaal Beleidsonderzoek gedaan door diverse ministeries over de positie van mensen met een LVB in de Nederlandse samenleving. In het onderzoeksrapport wordt gepleit voor het verbeteren van de communicatie tussen algemene voorzieningen en deze burgers. Voor alle professionals in het brede sociaal domein wordt aanbevolen dat zij meer kennis en vaardigheden moeten hebben voor hun hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB. Dat geldt voor alle professionals in het sociaal domein en in het bijzonder voor professionals die werken voor cliënten met een LVB waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en psychische problemen. In dat geval moet je kunnen omgaan met ‘onbegrepen gedrag’ en agressie en wil je beschikken over de beste, actuele kennis op dat gebied.
DOCUMENT
Over de maatschappelijke participatie door (jonge) mensen met een licht verstandelijke beperking, lange problematische gezinssituaties, de outliers van de samenleving. Inaugurele rede lectoraat, In verkorte vorm uitgesproken op 9 februari 2011
DOCUMENT