Virtual communities are online spaces with potential of integration of (member-generated) content and conversations [7,8]. In our research project we are interested in the adoption and building of virtual communities in organized sports, that is to say in the voluntary sports clubs (VSCs) in the Netherlands. Since these VSCs have massively transferred their communication with members from paper club magazines to online channels, these virtual communities arise from the use of a growing number of websites, e-mail and social network sites (SNSs). Although virtual communities are broadly investigated, such as social communities, brand communities, and public communities, there is little scholarly interest in virtual communities of member organizations that VSCs are an example of. The study that is to be presented at SECSI 2019 concerns the clubs’ use of SNSs (ClubSNSs), such as Facebook and Twitter, within the virtual communities. These SNSs are increasingly used by the VSCs to facilitate organizational communication and to obtain a good internal climate [9]. However, academic understanding of the impact of ClubSNSs’ content and conversations on the organizational performance of the VSC is in its infancy. In our study, we examined this impact of ClubSNSs use on the involvement among members and whether we can explain this by members’ identification with the club. Furthermore, we have tried to categorize ClubSNSs by content types, such as informative, conversational or sociable ClubSNSs, and their role in stimulating the use of ClubSNSs. In this way we attempted to gain insight into the effect of types of ClubSNSs’ content and conversations on membership involvement and the mediating role of identification with the club. This insight can help VSCs to develop effective ClubSNS channels that contribute to organizational goals such as supportive and loyal membership.
MULTIFILE
Deze studie richt zich op bloggen op dagbladsites en de betekenis hiervan voor dagbladen. De centrale vraag van het onderzoek is hoe de praktijk van het bloggen op dagbladsites de journalistiek bij die dagbladen beïnvloedt. Hebben bloggers invloed op journalistieke producties, het werk van journalisten en de nieuwsselectie en -presentatie? Om vast te stellen welke invloed bloggers hebben die actief zijn op dagbladsites, zijn inhoudsanalyses uitgevoerd en vervolgens interviews gehouden met drie soorten bloggers: journalisten, expertbloggers en burgerbloggers bij vier landelijke dagbladen (Volkskrant, Trouw, NRC Handelsblad en De Telegraaf), één gratis dagblad (DAG) en twee regionale dagbladen (TCTubantia en AD/Utrechts Nieuwsblad). Daarnaast zijn er gesprekken gevoerd met redacteuren die verantwoordelijk zijn voor het blog-deel op de website.
Op 28 september 2017 is Annette Klarenbeek officieel benoemd als lector van de programmalijn ‘gesprek’ van het HU-lectoraat Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein (PubLab). In deze openbare les vertelde ze wat gespreksanalyse kan betekenen voor een succesvolle communicatiestrategie.
Aanleiding De nationale overheid wil voldoen aan de duurzaamheidsdoelstellingen van 2020. Dit streven botst echter regelmatig met de wensen van lokale overheden en burgers. Communicatieadviseurs van de overheid stuiten steeds vaker op lokale weerstanden tegen projecten als ondergrondse CO2-opslag, windmolenparken of de komst van biovergisters. Communicatieadviseurs vinden het lastig om zelfstandig wetenschappelijke inzichten uit de communicatiewetenschappen toepasbaar te maken voor deze weerbarstige praktijk. Zij hebben behoefte aan kennis en tools om goed communicatief te kunnen handelen. Doelstelling De vraag die in dit project centraal staat is: Hoe kan bij lokale energietransities effectief vorm worden gegeven aan communicatie? Het project Let's Talk Energy sluit aan bij een ontwikkeling om de alledaagse gesprekken tussen mensen te zien als bron van analyse en mogelijk ook als bron voor verandering. Nieuwe nieuwe wetenschappelijke inzichten over communiceren via sociale media combineren we met kennis die is opgedaan door onderzochte cases en best practices. De consortiumpartners van het project werken samen om een energiecommunicatie-instrument (InterAct) te ontwikkelen, dat aanzet tot doeltreffende communicatie over lokale energieprojecten. Met de nieuwe kennis kan de communicatieadviseur analyses maken en reageren op zorgen van burgers bij lokale energietransities. Beoogde resultaten De te verwachten resultaten van het project zijn: " een energiecommunicatie toolkit (InterAct) inclusief een praktische handleiding en eindrapport; " effectieve digitale producten en infographics; " masterclasses energiecommunicatie; " cahier met best practices. Ter afsluiting van het onderzoeksprogramma wordt een landelijke conferentie Let's Talk Energy georganiseerd waarbij de onderzoeksresultaten en opgeleverde producten worden gepresenteerd.
Dit onderzoeksproject heeft als doel het oplossen van knelpunten die zich voordoen bij het uitgeven van publicaties en aldus kennis te produceren over het verwerven en behouden van economisch en cultureel kapitaal in de uitgeefsector, ook in digitale tijden. De snelheid van debat en publicatie is in de gedigitaliseerde samenleving sterk toegenomen. Dit betekent dat de beschikbaarheid van betrouwbare, kwalitatieve en verzorgde informatie onder druk staat. Uitgeverijen spelen van oudsher een belangrijke rol in het maatschappelijk debat door het publiceren van zulke informatie. Zij ervaren echter moeite om mee te gaan in de hoge omloopsnelheid. Het versnellen van het proces van uitgeven is niet vanzelfsprekend gunstig. Te vaak gaat namelijk een van de drie succespijlers in het vak - snelheid, kwaliteit en positionering - ten koste van de andere. Toepassingen en methoden uit de digitale technologie kunnen in dit proces ten voordele worden aangewend. De in de vraagarticulatie geïdentificeerde knelpunten liggen op het gebied van verwachtingsmanagement, redactie en publieksbereik. Deze knelpunten houden de optimalisering van het uitgeefproces op gebied van snelheid, kwaliteit en positionering tegen, en verzwakken de positie van de uitgever als producent van economisch en cultureel kapitaal en als aanjager van een veerkrachtige samenleving. Dit project onderzoekt hoe (digitale) applicaties en werkmethoden het uitgeefproces kunnen optimaliseren om deze maatschappelijke functie te verstevigen. Het state-of-the-art-onderzoek heeft daarvoor de volgende veelbelovende strategieën uitgewezen: 1) modulair werken, waarbij het uitgeefproces wordt opgedeeld in losse onderdelen; 2) automatisering, waarbij kleine stappen in het uitgeefproces worden geautomatiseerd; 3) hybride en publieksspecifieke formats, waarbij met verschillende vormen van publicatie wordt geëxperimenteerd. Dit leidt tot volgende hoofdvraag: Welke toepassingen en werkwijzen uit de digitale technologie, vallend binnen de strategieën van modulair werken, automatisering en nieuwe formats, kunnen worden ingezet om de knelpunten in het uitgeefproces op gebied van verwachtingsmanagement, het redactietraject en nieuwe publieken te verhelpen, met het oog op het versterken van het economisch en cultureel kapitaal van de sector? Na het gedetailleerd in kaart brengen van de knelpunten en het uitvoeren van een vergelijkingsanalyse van bestaande state-of-the-art tools, worden oplossingen ontwikkeld in de genoemde categorieën. Deze oplossingen worden in de uitgeefpraktijk getest alvorens doorontwikkeld te worden tot werkbare prototypes voor de gehele sector. Het onderzoek wordt uitgevoerd in multidisciplinaire teams, waarin professionals uit het werkveld samenwerken met onderzoekers. Deze oplossingen opereren in de bredere context van disciplines als publishing studies en communicatiewetenschap, creatieve industrie en zelfstandige MKB-bedrijven, en innovatie in de cultureel-maatschappelijke tak van de economie. De ontwikkelde software en handleidingen en de theoretische kennis worden publiekelijk ontsloten en gedeeld met alle stakeholders. Het consortium bestaat uit drie hogescholen, en uitgevers, vormgevers en softwareprogrammeurs, en heeft ruime ervaring opgebouwd in innovatief en toegepast onderzoek in een gedigitaliseerd domein. Het consortium wordt ondersteund door de Vereniging van Zelfstandige Uitgevers en heeft een uitgebreid internationaal netwerk. De partners zetten zich in om bij te dragen aan de versteviging van de concurrentiepositie van uitgevers en professionals in de boekproductie, met de ambitie het economische en culturele kapitaal van de uitgevers te behouden.
Make-It 1 en 2: Verbetering van de implementatie van interventies op het gebied van therapietrouw in de eerstelijnszorg. Het Make-It consortium bestaat uit onderzoekers en zorgprofessionals die al vele jaren samenwerken aan het bevorderen van therapietrouw. Het consortium brengt expertise samen op het gebied van farmacie, geneeskunde, gedragswetenschappen, onderzoek in gezondheidszorg, implementatiewetenschap, communicatiewetenschappen en verpleegkunde. Het consortium wordt ondersteund door een patiënten panel en een adviesraad bestaande uit belangrijke belanghebbenden uit de klinische praktijk. Na zes jaar (2019 - 2025) aandacht te hebben besteed aan therapietrouw, breidt het Make-It Consortium sinds 2024 haar reikwijdte uit in Make-It 2.0. Dit tweede deel van het project loopt door tot 2032.