De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor de economische impact van sportevenementen. Onderzoekers ontwikkelden gezamenlijke methodieken en voerden vergelijkende studies uit via de Werkgroep Evaluatie Sportevenementen (WESP). Een sportevenement is echter meer dan een economisch beleidsinstrument. Evenementen kunnen bijdragen aan sociale aspecten als cohesie, netwerkvorming, inclusie/exclusie, identiteit, participatie, etc. Over de sociale impact van sportevenementen is echter nog weinig consensus, wat maakt dat deze vaak onderbelicht blijft.In deel 1 van dit symposium staat het evalueren van sociale impact centraal. Recent werd een position paper opgesteld in opdracht van VWS waarin de huidige (inter)nationale literatuur over de sociale impact van evenementen gebundeld werd. Deze paper en twee voorbeeld impactstudies worden gepresenteerd tijdens dit symposium. Hierbij staat zowel het gebruikte evaluatie-instrument als de uitkomst centraal. Vervolgens wordt er door de deelnemers aan het symposium gediscussieerd over de beschikbare instrumenten die zowel wetenschappelijke als praktische relevantie moeten hebben. In deel 2 van dit symposium staat het benutten van (wieler)sportevenementen met het oog op sociale effecten centraal. Er wordt gekeken hoe de verschillende stakeholders (organisatie, overheid, partners) gezamenlijk het evenement kunnen benutten om duurzame sociale effecten te weeg te brengen. Hierbij zal onder meer gekeken worden naar het proces van totstandkoming van het evenement (Giro Gelderland), het organisatieproces en duurzame doorwerking (Le Tour Utrecht) en conceptontwikkeling (WK Wielrennen 2020). Vervolgens zal er een paneldiscussie plaatsvinden waarin de verschillende doelgroepen vertegenwoordigd zijn.
EuroSonic NoorderSlag (ESNS) actively engages with around 130 festivals across Europe as part of the ESNS Exchange program. As a leading partner in this initiative, ESNS aims to transition into a fully sustainable festival in the coming years. It recognizes its role in spearheading the sustainability aspect of the ESNS Exchange and the industry at large. However, the current lack of information regarding the industry's sustainability practices poses a challenge, leaving ESNS uncertain about the necessary steps to improve the market as a whole. The NHL Stenden Professorship Transformational Media, ESNS and the minor Music Management are collaborating on a joint project to address this issue. The project aims to assess the current state of sustainable practices in European Music Festivals and analyse how these festivals communicate their initiatives. Additionally, students in the Music minor program will create and test a prototype to encourage festivals to communicate about their sustainability activities.
MULTIFILE
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 2017, nr. 2 Educatief handelen verwijst naar stimulering door de leraar van het leren van leerlingen, door bijvoorbeeld open vragen te stellen, een rijk taalaanbod of goede feedback te bieden. Uit internationaal (Pianta & Hamre, 2009) en Nederlands onderzoek (Slot, 2014) met het observatieinstrument de 'Classroom Assessment Scoring System ' (CLASS; Pianta, La Paro, & Hamre, 2008) blijkt dat het educatief handelen van leerkrachten voor verbetering vatbaar is. Om een goede basis te leggen voor deze vaardigheid bij leraren in opleiding is bij tweedejaars studenten van de Saxion pabo beschrijvend en interventieonderzoek gedaan. Dit onderzoek richt zich op één stap van de reflectiecirkel, namelijk de terugblik (Korthagen, 2001). Bij de terugblik wordt concreet handelen van de leerkracht gerelateerd aan (theoretische) kennis. De twee onderzoeksvragen zijn: in hoeverre zijn studenten in staat educatief handelen te herkennen en te benoemen, en te relateren aan relevante concepten? En: is het herkennen en benoemen van educatief handelen van studenten te verbeteren door de CLASS-indicatoren van educatief handelen te introduceren? Herkennen en benoemen van educatief handelen werd vastgesteld met een vragenlijst bij een voor alle studenten identiek videofragment. Het kunnen herkennen en relateren van het handelen aan relevante concepten voor conceptontwikkeling en feedback bleek beperkt. Gebruikmakend van een quasi-experimentele opzet (zonder of met CLASSinformatie) bleek dat studenten in beide condities bij nameting bij een videofragment van de eigen les meer verschillende educatieve handelingsaspecten wisten te benoemen dan bij voormeting. Maar de groep met CLASS-informatie deed het nog iets beter dan de controlegroep. Implicaties voor de opleidingspraktijk worden besproken.
MULTIFILE
Het doel van dit project is nieuwe groene routes (lees samenwerkings ketens) te ontwikkelen rondom de technologie fermentatie. Deze technologie heeft de potentie om biomassa stromen uit Duitsland en Nederlands te verwaarden tot hoogwaardige producten/ componenten voor de Pharma, Chemie en AgriFood sector. Deze kansen zijn in het conceptontwikkelingsproject Fermentatie vastgesteld en beschreven en getest maar niet daadwerkelijk ontwikkeld. Dit project wil een vervolg geven aan deze conceptontwikkeling en voortborduren op de behaalde resultaten om beschreven groene routes verder te ontwikkelen met concrete samenwerkingen tot gevolg.
Het ontwerpen van diensten voor gezond gedrag is een steeds belangrijker taak voor de creatieve industrie. Echter, het ontbreekt de sector aan kennis en gereedschappen om vanuit wetenschappelijke theorie en bewijs gefundeerd te kiezen voor een interventiestrategie die past bij de context, de doelgroep en het doelgedrag. Bestaande tools en methoden missen een stevige (gedrags)theoretische onderbouwing of zijn te complex voor de ontwerppraktijk. Door de zeer recente ontwikkeling van nieuwe, bruikbare classificaties van gedragsveranderende technieken en onderliggende theoretische werkingsmechanismen is de ontwikkeling van een evidence-based strategiekeuze-tool nu mogelijk. Dit project wil deze nieuwe inzichten dan ook koppelen aan een bestaand product voor theorie-gedreven ontwerpen voor gedragsverandering: het gedragsmodel Persuasive by Design en de daarop gebaseerde Gedragslenzentoolkit. Hiermee levert dit project alle nodige input en randvoorwaarden voor een nieuwe, bruikbare tool die de bestaande lacune tussen doelgroeponderzoek en conceptontwikkeling opvult en de creatieve industrie in staat stelt kansrijkere gedragsveranderende interventies producten, diensten en communicatie-uitingen te ontwikkelen.
Steeds vaker worden robots ingezet voor het transport in ziekenhuizen, vanwege kostenoverwegingen en de toenemende druk op de zorg. Door het non-communicatieve voorkomen van deze robots, staan ze vaak stil en kunnen ze stress verhogend werken op patiënten en personeel. Juist in omgevingen waar de druk zo hoog ligt en mensen zo kwetsbaar zijn, zouden robots zich zo uit moeten drukken dat wij er intuïtief op kunnen reageren. Project Mo richt zich op een intuïtief en circulair transportrobot product-service systeem voor in ziekenhuizen dat communiceert d.m.v. beweging en met z’n verschijning bijdraagt aan de “healing environment”.