Onderwijs is in beweging. Opleidingen veranderen en daarmee ook de rol van leraren en docenten. Een groep enthousiaste docenten van de Faculteit Educatie van de Hogeschool Utrecht heeft, onder begeleiding van Hans Jansen, lector Vernieuwende Opleidingsmethodiek en -didactiek, een Opleiding voor Opleiders ontwikkeld. Om inzicht te verkrijgen is dit creatieve proces van ontwikkelen, met behulp van etnografisch onderzoek, gevolgd. In dit artikel beschrijven wij ons onderzoek. Eerst schetsen we kort de uitgangspunten van Levend Leren en de betekenis van een leerlandschap als alternatief voor een curriculum. Vervolgens geven we een toelichting op de methoden van dataverzameling en data-analyse binnen dit onderzoek en worden een aantal observaties besproken. Bij de ontwikkeling van een nieuw leerlandschap voor een nieuwe opleiding kan er sprake zijn van een creatief proces waarbij oude gedachten zoveel mogelijk losgelaten moeten worden, de geest leeggemaakt. Uit het onderzoek blijkt dat er momenten zijn waarop dat bij de deelnemers lijkt te gebeuren. Tijdens deze momenten blijkt één en één meer te worden dan twee en vindt er creatie plaats in een dialoog.
De conceptuation methode maakt gebruik van technieken die het creatief denken van ondernemers stimuleert en benut. Deze technieken zijn afgeleid uit de “theorie van creatief problemen oplossen” (CPS) en de “theorie van inventief denken” (TRIZ). De conceptuation methode maakt gebruik van de creatieve denkkracht van multidisciplinaire teams samengebracht in een “versnellingskamer” waarbij een creatieve uitdager en een creatieve begeleider de verschillende denkvermogens van de deelnemers aanspreken en benutten.
De leerling ontwikkelt kennis en vaardigheden door creativiteit en nieuwsgierigheid in te zetten, aldus het eerste kenmerk van de visie op toekomstgericht onderwijs uit het advies van Platformonderwijs2032 (Schnabel, 2016). Dit kenmerk veronderstelt dat leerlingen probleemoplossend aan de slag gaan, kritische vragen stellen en hun inventiviteit gebruiken. Dat klinkt fantastisch, maar hoe kan een leerkracht voor elkaar krijgen dat dit gebeurt? In dit artikel schetsen we aan de hand van praktijkvoorbeelden in het primair onderwijs hoe je als leerkracht dit soort vaardigheden en houdingen kunt stimuleren. Belangrijk daarvoor is dat leerlingen onderwijstaken niet ervaren als opdrachten voor een vak maar als echte problemen met meerdere dimensies om op te lossen. Dit kan bewerkstelligd worden door op een meer vakoverstijgende manier te gaan werken (Thijs, Fisser, & Hoeven, 2014). We beginnen met het schetsen van de theoretische achtergrond rond vakoverstijgend onderwijs en werken vervolgens enkele praktische voorbeelden uit.
De, bijna oneindige, mogelijkheden van digitale (3D print)technieken prikkelen de geest en zetten aan tot creatief denken. Voorheen onmogelijke vormen worden mogelijk en kunnen op locatie en op maat worden gemaakt. Het (primair) onderwijs ziet grote potentie in 3D (print)technieken als onderwijsthema om structureel en actief mee aan de slag te gaan in de klas, om 21ste Century Skills te ontplooien bij zowel leerkrachten als leerlingen en om als thema in te zetten binnen Wetenschap & Technologie-onderwijs. De onderwijsketen is een cruciale partner in de Human Capital Agenda met haar taak om van jongs af aan kinderen op te leiden tot een moderne professional die kan uitblinken in een snel veranderende innovatie-economie. Met dat doel voor ogen zoekt het primair onderwijs structureel naar manieren om de lesprogramma’s actueel en effectief te houden. Door een toenemend aanbod van 3D (print)technieken en diensten zoeken directies, leerkrachten maar ook het team talentontwikkeling van de Gemeente Enschede naar betrouwbare experts die de scholen advies, begeleiding en (uiteindelijk) professionalisering op maat kunnen bieden. Saxion FabLab Enschede, een publieke moderne makerspace en verbonden aan Saxion Lectoraat Industrial Design, richt zich op de verbinding tussen (HBO) onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven. Sinds de oprichting in 2011 krijgt het FabLab ook structureel vragen vanuit het primair onderwijs (PO) om deze doelgroep hands-on in contact te brengen met moderne (3D) technieken. Waar mogelijk zijn bovengenoemde vragen opgepakt met in samenwerking met scholen en bedrijven. Knelpunten die hierbij naar voren zijn gekomen, zijn dat leerkrachten na de opstart niet weten hoe ze onvermijdelijke technische problemen moeten oplossen en/of het ontbreekt hen de kennis om een volgende verdiepende stap (zelf) te zetten. Gevolg is dat men niet verder komt dan het doen van demonstraties en/of een eerste (simpel) productje, of dat de printers stil in een hoek staan te ver-stoffen. Deze ervaringen uit Enschede zijn in lijn met conclusies van een eerder onderzoek in Flevoland (Van Keulen & van Oenen, 2015) Doel van het traject “3D in de klas” is de bundeling van krachten binnen het consortium rondom de ontwikkeling van uitdagend en uitnodigend Wetenschap & Techniek-onderwijs voor leerling en leerkracht in het primair onderwijs, door leerkrachten te scholen in 3D printen, door lesprogramma’s te ontwikkelen die verder gaan dan het ‘printen van de standaard sleutelhanger’ en door een didactische verbreding te bieden door het koppelen van kennisdomeinen. Het initiatief voor gezamenlijk onderzoek en 3D in de Klas is opgedeeld in drie delen: Deel 1) Mapping the state of the art: leren van eerdere initiatieven en de knelpunten. Deel 2) Doelgroep betrokkenheid in kaart brengen, van leerkrachten en leerlingen, inhoudelijk en organisatorisch. Deel 3) Structurele inbedding, door afstemming op en integratie in de PO-keten. Het voorliggende projectvoorstel beslaat deel 1 van dit traject. Resultaat van dit deelproject hiervan vormt de basis voor deel 2 en 3 in een vervolgtraject, mogelijk in een RAAK-publiek vorm. Saxion FabLab Enschede heeft de afgelopen jaren een actief consortium opgebouwd dat bovenstaande impasse wil doorbreken. Het consortium bestaat naast het FabLab o.a. uit: Saxion Lectoraat Industrial Design en Academie Pedagogiek en Onderwijs, ESV, Stichting Consent, Bètatechtniek, Gemeente Enschede (Team Talentontwikkeling) en het bedrijf LAYaLAY.
Achter de Voordeur is een onderzoeks- en onderwijsproject, waarin studenten van verschillende opleidingen aan de HU ieder jaar een andere wijk van Utrecht ingaan om de ervaringen en behoeften op te halen van mensen met geldzorgen.
Fouten durven maken is kenmerkend voor creatief gedrag van leerlingen, zo blijkt uit onze literatuurstudie: “Een (school)brede benadering voor het bevorderen van creatief denken”. (a) Creativiteit is een essentiële denkvaardigheid die universeel en cruciaal is voor effectief en succesvol leren en belangrijk is voor de toekomst van kinderen (DfEE & QCA, 1999; Partnership for 21st Century Skills, 2018; Skiba, Tan, Sternberg, & Grigorenko, 2010; Duffy, 2006; Csikszentmihalyi, 2013; Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap & Ministerie van Economische Zaken, 2015). De aanleiding voor deze literatuurstudie was dat veel leraren creativiteitsontwikkeling van leerlingen zien als kerntaak van het onderwijs, maar niet goed wat het inhoudt en hoe ze de creativiteit van leerlingen kunnen bevorderen (Mullet, Willersonb, Lamba, & Kettler, 2016; Plucker, Beghetto, & Dow, 2004). In alle onderzoeksvragen die ten grondslag lagen aan de literatuurstudie vonden we belang van fouten durven maken terugkomen. We kwamen het in de literatuur tegen in de definiëring van creativiteit, in de kenmerken van creatief gedrag van leerlingen in de klas en in de manieren waarop leerkrachten de creativiteit van leerlingen kunnen bevorderen. Voor ons is gaf dit de aanleiding om hier in een vervolgproduct aandacht aan te besteden.