Al in 2008 organiseerde de SP een symposium waarbij 4 hoogleraren de huidige problemen in de rechtspraak bespraken en verbeteringsvoorstellen deden. Inmiddels zijn we ruim een jaar verder maar nemen de excessen toe. Vormfouten, onrechtmatig verkregen bewijzen, gebrek aan opsporingscapaciteit bij de politie zorgen ervoor dat verdachten vrijuit gaan of indien veroordeeld niet achter de tralies belanden. Meer blauw is dus hard nodig en geen bezuinigingen.
DOCUMENT
De wereld verandert snel. Hoe moeten wij ons op de toekomst voorbereiden? Dat begint met een goed begrip van hoe de wereld feitelijk in elkaar zit, wat de drijvende krachten zijn, hoe machtspolitiek van de grote mogendheden op andere landen inwerkt en aan welke eisen van volkenrecht en politieke ethiek goed beleid hoort te voldoen. Ook de werking van de mondiale economie en van internationale organisaties als de VN, de NAVO en de EU is erg belangrijk. Dit studieboek geeft een inleiding in de leer van de internationale betrekkingen. Deskundigen leggen helder uit hoe de huidige politieke wereld is ontstaan, wat er op de agenda van het buitenlands beleid staat, en in welke richting de mondiale problematiek zich ontwikkelt. Wat is het risico op nieuwe oorlogen? Zou de Europese Unie uiteen kunnen vallen? Waarom is er ontwikkelingssamenwerking? Hoe op te treden tegen agressie en schendingen van het volkenrecht en de rechten van de mens? Hoe kunnen kleine, maar welvarende en moderne landen als Nederland en België zich staande houden en voor een veilige toekomst helpen zorgen? Horen we vooral het nationale belang te behartigen of moeten we ons als echte wereldburgers opstellen? Hoe is er opbouwende invloed uit te oefenen, als burger, kiezer, politicus, belangenbehartiger of activist voor goede doelen? Dat zijn relevante vragen die steeds opnieuw, kritisch nadenkend, moeten worden beantwoord om betere resultaten te boeken. Wereld in Beweging is een handreiking daarvoor. Dit is de 2de druk van deze publicatie. De 3de druk is in 2021 verschenen: https://www.boomdenhaag.nl/webshop/wereld-in-beweging-2
MULTIFILE
Copyright enforcement by private third parties – does it work uniformly across the EU? Since the inception of Napster, home copying of digital files has taken a flight. The first providers of software or infrastructure for the illegal exchange of files were held contributory or vicariously liable for copyright infringement. In response, they quickly diluted the chain of liability to such an extent that neither the software producers, nor the service providers could be held liable. Moving further down the communication chain, the rights holders are now requiring Internet Service Providers (ISPs) that provide access to end customers to help them with the enforcement of their rights. This article discusses case-law regarding the enforcement of copyright by Internet Access Providers throughout Europe. At first glance, copyright enforcement has been harmonised by means of a number of directives, and article 8(3) of the Copyright Directive (2001/29/EC) regulates that EU Member States must ensure the position of rights holders with regard to injunctions against ISPs. Problem solved? Case law from Denmark, Ireland, Belgium, Norway, England, The Netherlands, Austria and the Court of Justice of the EU was studied. In addition, the legal practice in Germany was examined. The period of time covered by case law is from 2003 to 2013, the case law gives insight into the differences that still exist after the implementation of the directive.
DOCUMENT
De ontwikkelingen in de Arabische regio gaan momenteel erg snel, waardoor sommige informatie in dit rapport bij het lezen mogelijk al is achterhaald door de actualiteit. De AIV meent dat de politieke omwentelingen in de Arabische regio belangrijke kansen bieden voor een betere, meer op rechtsstaat en democratie gerichte omgang van westerse landen met autocratische regimes die verantwoordelijk zijn voor ernstige schendingen van mensenrechten. Weliswaar nopen zwaarwegende geopolitieke belangen tot het onderhouden van diplomatieke betrekkingen met autocratische regimes, maar dialoog en (beperkte) samenwerking op regeringsniveau mogen niet ten koste gaan van de ondersteuning van hervormingsgezinden en het maatschappelijk middenveld in die landen. Teveel hebben westerse regeringen zich in het verleden geïdentificeerd met autoritaire regimes, op basis van de onjuist gebleken veronderstelling dat dergelijke regimes voor politieke stabiliteit zouden kunnen zorgen. Ook nu is er het gevaar dat het beleid van westerse landen wordt beheerst door een taxatie van de overlevingskansen van een autocratisch regime, los van de vraag wat in het belang is van respectering van de rechten van de mens en de democratische en sociaaleconomische aspiraties van de bevolking. De AIV is van oordeel dat de Nederlandse regering zich niet moet laten gijzelen door de angst dat radicale islamitische groeperingen een greep naar de macht doen. De kans daarop neemt eerder toe dan af door een politiek van – al dan niet heimelijke – steun aan regimes die blijvend vervreemd zijn geraakt van de legitieme eisen van de burgers in de Arabische samenlevingen. De AIV concludeert dat de recente ontwikkelingen in Tunesië, Egypte en andere Arabische landen het belang onderstrepen van een gerichte versterking van het maatschappelijk middenveld (politieke partijen, maatschappelijke organisaties en vakbonden). De opbouw van een krachtig maatschappelijk middenveld vergt een lange adem, maar sorteert uiteindelijk het meeste effect bij het bevorderen van vrijheid, gerechtigheid en democratie. De AIV merkt op dat zowel Nederland als de EU reeds beschikken over passende beleidsinstrumenten ter versterking van de civil society. Echter, vooral de EU heeft in het recente verleden verzuimd de instrumenten uit het Europees Nabuurschapsbeleid (ENB) op de juiste wijze toe te passen. Zo heeft de Unie in de politieke dialoog met zuidelijke buurstaten onvoldoende nadruk gelegd op de onvolkomenheden (of zelfs afwezigheid) van de rechtsstaat en de ontwikkeling van een onafhankelijke particuliere sector die gevrijwaard is van politieke beïnvloeding. De opkomst van hervormingsbewegingen in verschillende Arabische landen verschaft de EU nieuwe kansen. Nederland beschikt met het Mensenrechtenfonds en het Fonds Ontwikkeling Pluriformiteit en Participatie in islamitische landen over passende bilaterale hulpinstrumenten waarmee een stem gegeven kan worden aan maatschappelijke organisaties die het huidige transitieproces in de Arabische regio kunnen dragen. De AIV meent echter dat investeringen in additionele expertise en analysecapaciteit noodzakelijk zijn om de regering goed te kunnen adviseren over mogelijke Nederlandse bijdragen aan versterking van de civil society in de Arabische regio. Voldoende analysecapaciteit op ambassades in de regio en nauwere samenwerking van de regering met (Nederlandse) NGO’s, instellingen voor capaciteitsopbouw van politieke partijen en de vakbeweging zijn het meest doelmatig om in deze behoefte aan expertise en analysecapaciteit te voorzien [tot besluit - conclusie van een rapport uitgebracht door commissie onder voorzitterschap van F. Korthals Altes]
DOCUMENT
In deze bijdrage zullen eerst kort de conclusies van beide rapporten worden weergegeven waarna wat langer wordt stil gestaan bij de waarde en bijdrage van biede rapporten. Mijn conclusie na lezing van beide rapporten en het verslag van de gemeenteraad daarover is duidelijk. Het leidt geen twijfel dat er in Utrecht (als we de evaluatoren moeten geloven zelfs forse) fouten zijn gemaakt na metingen van asbest in verschillende woningen; door de gemeente, de organisaties die de crisis bestreden en door woningbouwcorporatie Mitros. Toch draagt de manier van rapporteren en concluderen maar in beperkte mate bij aan het doorgronden van de problemen en moet de vraag gesteld worden of wij in de toekomst moeten doorgaan met het doen van evaluaties op een dergelijke (gescheiden) wijze. Evaluatoren zijn over het algemeen veel te veel gericht op oordlen en soms ook veroordlen, en veel te weinig op het begrijpen
DOCUMENT
In tegenstelling tot de algemene gedachte zijn tienermoeders, ondanks hun jonge leeftijd, niet per definitie slechte moeders. Zeker niet als ze de juiste hulp krijgen. Want niet alleen is de steun van een informeel netwerk cruciaal, er is ook een belangrijke rol weggelegd voor de professional.
DOCUMENT
In dit essay wordt de invloed van het proces van Europese integratie op de beroepspraktijk belicht: welke opleidingen worden geraakt door de beleidsontwikkelingen in Brussel, en welke beroepen en vakken worden er in de praktijk door beinvloed? Tevens wordt stilgestaan bij mogelijke ontwikkelingen in de toekomst ten aanzien van deze onderwerpen
DOCUMENT
Met de Gerechtsdeurwaarderswet van 2001 heeft de marktwerking zijn intrede gedaan in deze juridische beroepsgroep. Het vestigingsbeleid is sindsdien geliberaliseerd en de tarieven voor de opdrachtgevers zijn vrijgegeven. Deze marktwerking heeft gevolgen gehad voor de onderlinge verhouding tussen de gerechtsdeurwaarders, die voortaan concurrenten van elkaar zijn, en voor de verhouding met de grote opdrachtgevers, die de prijs voor de aangeboden diensten kunnen bepalen. De commercialisering heeft ook gevolgen gehad voor de schuldenaar: door het gevecht om de opdrachtgevers, de manier van contracteren en de soms voorkomende voorfinanciering zijn de verhoudingen verhard. In deze context is aandacht voor hoge professionele en ethische standaarden noodzakelijk. In de opleiding tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder moeten de kernwaarden uitdrukkelijk worden benadrukt, omdat door marktwerking de aandacht voor deze waarden vermindert en soms zelfs lijkt te verdwijnen. In dit promotie onderzoek stond de vraag centraal hoe de opleiding tot (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder er, gezien de ontwikkelingen in de beroepsuitoefening, uit zou moeten zien.
DOCUMENT
Welke kansen en bedreigingen bieden maatschappelijke ontwikkelingen en daaraan gerelateerde veranderingen in de beroepspraktijk van de gerechtsdeurwaarder voor de opleiding HBO-Rechten, in het bijzonder de afstudeerrichting kandidaat-gerechtsdeurwaarder?
DOCUMENT
Dit onderzoek bouwt voort op de bevindingen uit eerder onderzoek betreffende de ontwikkelingen in de beroepsgroep zoals beschreven in het proefschrift van de auteur: De gerechtsdeurwaarder: ambtenaar en ondernemer. Ontwikkelingen in de beroepsuitoefening en de gevolgen voor de opleiding.
DOCUMENT