Engineering students have to learn to create robust solutions in professional contexts where new technologies emerge constantly and sometimes disrupt entire industries. The question rises if universities design curricula that enable engineering students to acquire these cognitive skills. The Cynefin Framework (Kurtz & Snowden, 2003; Snowden & Boone, 2007) can be used to typify four complexity contexts a system or organisation can be found in: chaos, complex, complicated and obvious.The Cynefin framework made it possible to create the research question for a case-study: To what extend does the Business Engineering curriculum enable bachelors to find business solutions in the complexity contexts of the Cynefin framework? The results show that 80% of the methods are suitable for complicated contexts and no distinction is made between contexts. This means students are taught to approach most contexts in the same way and are not made aware of differences between the contexts. Making sense of the methods in the curriculum with the Cynefin framework was insightful and suggestions for improvement and further research could be substantiated
DOCUMENT
From the article: Abstract The Information Axiom in axiomatic design states that minimising information is always desirable. Information in design may be considered to be a form of chaos and therefore is unwanted. Chaos leads to a lack of regularities in the design and unregulated issues tend to behave stochastically. Obviously, it is hard to satisfy the FRs of a design when it behaves stochastically. Following a recently presented and somewhat broader categorization of information, it appears to cause the most complication when information moves from the unrecognised to the recognised. The paper investigates how unrecognised information may be found and if it is found, how it can be addressed. Best practices for these investigations are derived from the Cynefin methodology. The Axiomatic Maturity Diagram is applied to address unrecognised information and to investigate how order can be restored. Two cases are applied as examples to explain the vexatious behaviour of unrecognised information.
MULTIFILE
From the article: Abstract Knowledge is essential to the product designer. It contributes to a better understanding of the difficulties in a design. With the right knowledge, design errors can be recognised in the early stage of product design, and appropriate measures can be applied before these errors escalate and delay the project. The axiomatic complexity theory, part of the Axiomatic Design methodology, can warn the designer in this process by disclosing his lack knowledge to fully understand the design. The Cynefin framework is a sense-making framework that distinguishes an organisational situation within four contexts. The state of relevant knowledge is the most important parameter to determine the actual context where an organisation, system, or design process is currently located. When knowledge is acquired, the context changes. Axiomatic Design and the Cynefin framework are applied in this paper to characterise the relation between the quality of the design and the knowledge of its designer. It is investigated if one follows the other, and how prompt that relation is. The outcome is that the quality of a design is proportional to the accumulation of applied knowledge to the product design. Therefore the quality of the design follows knowledge implementation but does not exceed the level of relevant knowledge of the designer. Knowledge should not be restricted to the designers only. Other people, e.g. production and maintenance-engineers, will also need the knowledge to take care of the product as the life cycle advances.
DOCUMENT
Deze openbare les beschrijft ontwikkelen van digitale diensten als een waardegevend proces. Een kernbegrip daaruit is architectuur als 'gewetensvol lanceerplatform'.
DOCUMENT
Het is ongelooflijk hoe de samenleving de afgelopen 20 jaar is veranderd. De maatschappelijke uitdagingen in de zorg en het onderwijs, rondom duurzaamheid en veiligheid, in de stedelijke omgeving en op het platteland zijn enorm en ingewikkeld geworden. De maatschappij verandert dusdanig dat traditionele modellen en werkwijzen niet meer afdoende blijken te werken. Het hoger beroepsonderwijs speelt een belangrijke rol in het aangaan van deze uitdagingen; door het opleiden van hbo-professionals die in staat zijn om te handelen in moeilijke situaties en door het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek dat daadwerkelijk een bijdrage levert aan het oplossen van maatschappelijke problemen.
DOCUMENT
In dit slothoofdstuk proberen wij betekenis te geven aan de hoofdstukken die in deze bundel bijeen zijn gebracht en we gaan na welke antwoorden we hebben verzameld op de twee centrale vragen van het Kennisprogramma Complexiteit in Beroepsuitoefening: 1. Hoe kunnen professionals in en tussen onderzoek, onderwijs en praktijk bekwaam handelen in complexe praktijken? 2. Op welke wijze kan met behulp van opleiding en scholing en praktijkgericht onderzoek de kwaliteit van de beroepsuitoefening van hoger opgeleiden in complexe praktijken verder worden verhoogd? Het hoofdstuk bestaat uit vier delen. Na een paar algemene observaties over het proces vatten we het antwoord op de onderzoeksvragen samen in vier handelingsopties voor het omgaan met complexiteit. Die illustreren we aan de hand van de bijdragen in deze bundel. Vervolgens gaan we in op de dilemma’s en uitdagingen in het omgaan met complexiteit en we besluiten met een paar aanbevelingen voor Hogeschool Utrecht.
DOCUMENT
Deze bundel bevat artikelen van diverse auteurs. De genoemde auteurs in deze beschrijving vormden de redactie. Van de achterflap: "Dit boek bevat een verzameling voorbeelden hoe je om kan gaan met complexiteit in onderwijs, onderzoek, organisatie en de beroepspraktijk. De voorbeelden zijn verzameld binnen Hogeschool Utrecht. De grote maatschappelijke uitdagingen van onze tijd zijn zeer complex. Of het nu gaat om zorg, onderwijs, duurzaamheid of veiligheid; vraagstukken op deze terreinen zijn ongrijpbaar, ontwikkelen zich onvoorspelbaar en worden beïnvloed door een groot aantal actoren. Eenvoudig oorzaak-gevolg-denken schiet tekort en standaardoplossingen werken niet. Het hoger beroepsonderwijs levert een belangrijke bijdrage aan de sociale vraagstukken van onze tijd door het opleiden van professionals en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. In toenemende mate moeten we hbo-studenten leren te bewegen in complexe situaties waarin ze niet kunnen terugvallen op protocollen en gestandaardiseerde aanpakken. En ons praktijkgericht onderzoek moet flexibel genoeg zijn om te kunnen meebewegen met de ontwikkelingen in het veld. Het idee van ‘complexiteit’ inspireert vele docenten, onderzoekers en managers binnen Hogeschool Utrecht om anders na te denken over ons onderwijs, onderzoek en organisatie. In deze bundel hebben we de ideeën van 23 medewerkers verzameld over hoe je als professional, docent, onderzoeker of manager kan ‘bewegen in complexiteit’. In 20 hoofdstukken vertellen zij hoe het idee van complexiteit en de achterliggende theorieën hen inspireert en zij geven in hun bijdrage voorbeelden op vier terreinen: hoe beter te bewegen in de complexe beroepspraktijk, hoe beter onderwijs te geven waarin de student wordt voorbereid op complexe vraagstukken, hoe beter praktijkgericht onderzoek te doen dat daadwerkelijk doorwerkt in complexe situaties en hoe beter te organiseren en te managen."
DOCUMENT
De Peer Support Group Kwalitatief Onderzoek van de HU is een groeiende, zelfsturende, HU-brede groep die is ontstaan uit de behoefte van onderzoekers en docenten om als ‘peers’ onderling kennis en ervaring te delen met betrekking tot kwalitatief onderzoek. De logistiek en organisatie van deze groep heeft een zeer fluïde karakter. Zij vormt zich naar de inhoudelijke en organisatorische behoeften van de groep. Deze behoeften zijn continu in beweging door onder andere veranderingen binnen de organisatie van de HU en de verschillende werkvelden en onderzoeksdomeinen waaruit de deelnemers afkomstig zijn. Maar ook door de ontwikkelingen die plaatsvinden op het terrein van kwalitatief onderzoek, binnen de eigen Peer Support Group (PSG) zelf en van de individuen die deel uitmaken van de PSG. In deze bijdrage zal ik nader uiteenzetten hoe complexiteit een rol speelt in het ontstaan en functioneren van de PSG.
DOCUMENT
Het woord complexiteit heeft een Latijnse oorsprong en betekent letterlijk samengevlochten. Deze bundel bekijkt welke rol complexiteit speelt in de beroepspraktijk en in de praktijk van de onderzoekers, de docenten, onderwijsontwerpers en organisatoren aan de HU. Elke bijdrage benadrukt verschillende aspecten van complexiteit en een ieder heeft zijn of haar eigen visie op dit begrip. Complexiteit is zelf een complex begrip waarvan geen eenduidige, sluitende definitie te geven is die recht doet aan de pluraliteit ervan. Om verwarring te voorkomen, zal ik in dit hoofdstuk een theoretisch kader schetsen waarbij ik een aantal terugkerende kenmerken van complexiteit uitlicht om zo de vlecht van de complexiteit wat te ontwarren.
DOCUMENT
Het lectoraat Methodologie van Praktijkgericht Onderzoek bestudeert het praktijkgerichte onderzoek aan hogescholen en het onderwijs in onderzoek. Hiermee probeert het een bijdrage te leveren aan de verdere professionalisering daarvan. Een belangrijk aspect hierbij is het in kaart brengen van de meerwaarde van praktijkgericht onderzoek. In de politieke discussie over wetenschapsbeoefening in Nederland en de rol van het hbo daarin is het van belang dat we laten zien op welke manieren ons onderzoek bijdraagt aan de samen - leving. Als we in acht nemen dat praktijkgericht onderzoek altijd plaatsvindt midden in de complexiteit van maatschappelijke kwesties en dat dit via allerlei wegen waarde kan hebben, rijst de vraag: hoe breng je die meerwaarde op een zinvolle manier in kaart? In deze bijdrage laat ik zien dat praktijkgericht onderzoek voornamelijk plaatsvindt middenin complexe maatschappelijke vraagstukken en dat daarom traditionele manieren om meerwaarde aan te tonen, zoals het tellen van het aantal publicaties, niet werkt. Ik introduceer het begrip ‘doorwerking’ om de maatschappelijke meerwaarde te duiden en geef een manier om deze doorwerking in kaart te brengen zoals wij die binnen het Kenniscentrum Leren en Innoveren van Hogeschool Utrecht toepassen.
DOCUMENT