Aggressive incidents occur frequently in health care facilities, such as psychiatric care and forensic psychiatric hospitals. Previous research suggests that civil psychiatric inpatients may display more aggression than forensic inpatients. However, there is a lack of research comparing these groups on the incident severity, even though both frequency and severity of aggression influence the impact on staff members. The purpose of this study is to compare the frequency and severity of inpatient aggression caused by forensic and civil psychiatric inpatients in the same Dutch forensic psychiatric hospital. Data on aggressive incidents occurring between January 1, 2014, and December 31, 2017, were gathered from hospital files and analyzed using the Modified Overt Aggression Scale, including sexual aggression (MOAS+). Multilevel random intercept models were used to analyze differences between forensic and civil psychiatric patients in severity of aggressive incidents. In all, 3,603 aggressive incidents were recorded, caused by 344 different patients. Civil psychiatric patients caused more aggressive incidents than forensic patients and female patients caused more inpatient aggression compared with male patients. Female forensic patients were found to cause the most severe incidents, followed by female civil psychiatric patients. Male forensic patients caused the least severe incidents. The findings have important clinical implications, such as corroborating the need for an intensive treatment program for aggressive and disruptive civil psychiatric patients, as well as emphasizing the importance of gender-responsive treatment
MULTIFILE
Continuïteit van forensische zorg is een thema dat de laatste jaren sterk in de belangstelling staat. Wanneer de strafrechtelijke titel (bijna of voorwaardelijk) afloopt is het essentieel dat er een soepele overgang is naar eventuele vervolgvoorzieningen en/of maatschappelijke re-integratie door middel van goede huisvesting, werk en sociale inbedding. Gezien de complexiteit van de forensische doelgroep is continue zorg en begeleiding na forensische behandeling vaak essentieel om terugval in delicten, (zelf)destructief, of overlast gevend gedrag te voorkomen
In deze handreiking bieden wij richtlijnen voor het behandelen van vrouwen in de (gemengde) klinische forensische zorg. Deze zijn gebaseerd op literatuuronderzoek, een enquête (ingevuld door 295 professionals), interviews met 22 professionals en 11 patiënten (acht vrouwelijke, drie mannelijke), twee expertmeetings met professionals en een expertmeeting met vrouwelijke patiënten en een pilot onderzoek in drie forensische instellingen. In het eindrapport Behandelen van vrouwen: Een vak apart? Ontwikkeling van een handreiking voor het behandelen van vrouwen in de klinische forensische zorg1 wordt de onderbouwing van deze richtlijnen vanuit de literatuur en het door ons uitgevoerde onderzoeksproject uitgebreid besproken. We vinden het belangrijk te benadrukken dat meerdere van de richtlijnen in deze handreiking evenzogoed voor mannen in de klinische forensische zorg waardevol kunnen zijn. Gender-responsief werken betekent rekening houden met genderverschillen, maar ook zo goed mogelijk afgestemd op het individu, of dit nu een vrouw, man of andere genderidentiteit is. Toch vonden we het nodig om specifieke richtlijnen te formuleren voor vrouwen, aangezien tot nu toe de meeste aandacht binnen de forensische zorg, zowel vanuit de wetenschap als de praktijk, uit is gegaan naar mannen. Onderzoek is nog beperkt, maar laat wel zien dat de meeste (risicotaxatie)instrumenten en forensische behandelmethoden minder bruikbaar zijn voor vrouwen en dat aanpassingen of aanvullingen gewenst zijn. Daarnaast denken we dat extra aandacht voor vrouwen van belang is gezien hun duidelijke minderheidspositie in forensische instellingen. We willen graag alle patiënten en professionals die hebben meegewerkt aan het onderzoeksproject (enquête, interviews, expertmeetings en pilot onderzoek) hartelijk bedanken. Hun input was bijzonder waardevol. Ook danken we de leden van de begeleidingscommissie Marije Keulen-de Vos, Marike Lancel, Jeroen Kampkes, Tiemenna Oosterhof, Anne-Marie Slotboom, en Jeantine Stam voor hun constructieve meedenken en Juul Depla en Els Russchenberg, die in het kader van hun onderzoeksstage veel werk hebben verzet. We hopen dat deze handreiking kan bijdragen aan een zo effectief mogelijke behandeling van vrouwen in de klinische forensische zorg in het belang van deze vrouwen, hun directe omgeving (met name eventuele kinderen), de professionals die met hen werken en de maatschappij.
Het meemaken van agressie, spanningen en de confrontatie met verhalen over schokkende gebeurtenissen zijn kenmerken van het werk van een forensisch sociale professional. Dit doet een enorm beroep op de mentale veerkracht van forensisch sociale professionals. Doel Het doel van dit onderzoek is in kaart te brengen welke belemmerende en beschermende factoren een rol spelen in de mentale veerkracht van de forensisch sociale professional. Zo kan achterhaald worden wat deze professionals en organisaties nodig hebben om de mentale veerkracht te versterken. Resultaten Met dit onderzoek wordt inzicht gegenereerd in de persoonskenmerken van de professional, zoals emotionele stabiliteit of attitudes, om dit werk adequaat te kunnen uitvoeren, met behoud van werkplezier en mentale veerkracht. Looptijd 01 mei 2021 - 30 april 2025 Aanpak Middels een enquête en diepte-interviews zal inzicht worden verkregen in wat de forensisch sociale professional nodig heeft om mentaal veerkrachtig te zijn en te blijven. Een kwantitatief longitudinaal onderzoek zal worden uitgevoerd bij ‘De Forensische Zorgspecialisten’ door het halfjaarlijks uitzetten van een set gevalideerde vragenlijsten en diepte-interviews. Relevantie voor de beroepspraktijk Op basis van de inzichten kunnen richtlijnen worden geformuleerd voor concrete, direct in de praktijk toepasbare interventies. Te denken valt aan een methodiekbeschrijving gericht op het vergroten van mentale veerkracht, een factsheet en infographics.
Het meemaken van agressie, spanningen en de confrontatie met verhalen over schokkende gebeurtenissen zijn kenmerken van het werk van een forensisch sociale professional. Dit doet een enorm beroep op de mentale veerkracht van forensisch sociale professionals.