In de jaren dertig van de vorige eeuw hebben de houtvesters Jansen en Blokhuis, geïnspireerd door Duits voorbeeld, gemengde bosopstanden aangelegd in Drenthe. Een veranderend klimaat stimuleert beheerders tegenwoordig ook om weer te denken aan het aanleggen van gemengde bossen. Meer mengen betekent vaak ook het introduceren van ‘nieuwe soorten’. Maar wat zou je dan introduceren? De gewone zilverspar (Abies alba) is zo’n voor Nederland ‘nieuwe soort’ met potentie. Dit concluderen Chris Hartman en Stefan Poelman in hun afstudeeronderzoek aan de hogeschool Van Hall Larenstein. Zij verkenden de rol die de gewone zilverspar kan gaan spelen in de bossen van de toekomst. Dankzij Jansen en Blokhuis hebben we in Drenthe gemengde bossen waarin de gewone zilverspar al bijna 100 jaar staat. De ervaringen die daar zijn opgedaan geven een doorkijkje naar de toekomst.
MULTIFILE
‘Wat is gezonde voeding?’ Deze vraag wordt steeds vaker gesteld, zowel in de media als op het diëtistisch spreekuur. Bij het beantwoorden van deze vraag wijzen invloedrijke critici de autoriteit van de wetenschap af. Waarom wantrouwen mensen wetenschappelijke antwoorden? Waarom moet de diëtist uitleggen dat hij of zij de onderzoeken van de Gezondheidsraad volgt? Waarom zijn de adviezen van het Voedingscentrum problematisch geworden? LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/matthijs-fleurke-66279110/ https://www.linkedin.com/in/dorien-voskuil-9b27b115/
DOCUMENT
“Nederland staat op een kantelpunt. Veel mensen zijn de laatste jaren in beweging gekomen. Uit verzet. Uit frustratie. Uit motivatie. Uit onmacht. Uit inspiratie. Creatieve jongeren breken uit de verstarde systemen. Dit is de opstand van uiteindelijk miljoenen zzp’ers, een beweging van onderop vanuit passie en inspiratie. Met een explosie van lokale initiatieven tot gevolg op gebied van energie en klimaat, voedsel, zorg, sociale zekerheid en bouw”. Dit schrijft Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde in zijn boek In het oog van de orkaan. Daarin beschrijft hij de kanteling of systeemverandering zoals die op dit moment in verschillende sectoren plaatsvindt, die volgens hem leidt tot een verschuiving van de macht van de overheid naar de burger. De centrale, bureaucratisch en hiërarchisch geordende samenleving zal volgens hem worden vervangen door lokale, decentrale, horizontaal geordende netwerken. "De burger neemt het heft in handen." (Rotmans, 2012)
DOCUMENT
In Nederland wonen 80.000 mensen met dementie in zorginstellingen. Om goede zorg te kunnen verlenen is goede communicatie tussen de zorgverlener en de zorgontvanger noodzakelijk. Communicatie tussen een persoon met dementie en zorgprofessionals is lastig. Bij dementie zijn vaak zowel het spreken als begrijpen van taal beperkt (Ripich 1994) door problemen in het geheugen en woordvindingsproblemen. Het niet meer kunnen uiten van behoeftes en wensen via spreken, wordt door mensen met een dementie dikwijls (onbewust) gecompenseerd met non-verbale, gedragsmatige manieren van communiceren, bijvoorbeeld door zich terug te trekken, of juist opstandig te worden. Zorgprofessionals rapporteren dat zij moeite hebben om te achterhalen wat er precies in het hoofd omgaat wanneer mensen met dementie ‘onbegrepen gedrag’ vertonen en welke technieken zorgprofessionals kunnen inzetten om de communicatie open te houden (Groot 2019). In Nederland zijn verschillende interventies ontwikkeld om de communicatie tussen zorgprofessionals en mensen met dementie te verbeteren. Deze blijken de praktijk echter nauwelijks te bereiken, of de doorwerking te missen die nodig is. Opvallend is dat er nauwelijks interprofessionele samenwerking is tussen de logopedisten, experts op het gebied van taal(problemen) en communicatie, en verzorgenden of verpleegkundigen. Een combinatie van expertise op het gebied van dementie, neurologische taalstoornissen en implementatie van interventies is noodzakelijk om de communicatie en daarmee optimale, persoonsgerichte zorg voor mensen met dementie te verbeteren. Het consortium bundelt expertise op het gebied van dementie, neurologische taalproblemen en implementatie. Binnen een zorginstelling worden belemmerende en faciliterende factoren geïdentificeerd om optimale communicatie met mensen met dementie te bewerkstelligen op alle niveaus in de organisatie. Dit leidt enerzijds tot een concreet advies aan de betrokken instelling over het optimaliseren van de communicatie tussen zorgprofessionals en mensen met dementie in de veronderstelling dat onbegrepen gedrag zal verminderen. Anderzijds geeft deze analyse input voor een gezamenlijk te formuleren RAAK-Publiek project.