Background: Motor learning is central to domains such as sports and rehabilitation; however, often terminologies are insufficiently uniform to allow effective sharing of experience or translation of knowledge. A study using a Delphi technique was conducted to ascertain level of agreement between experts from different motor learning domains (i.e., therapists, coaches, researchers) with respect to definitions and descriptions of a fundamental conceptual distinction within motor learning, namely implicit and explicit motor learning. Methods: A Delphi technique was embedded in multiple rounds of a survey designed to collect and aggregate informed opinions of 49 international respondents with expertise related to motor learning. The survey was administered via an online survey program and accompanied by feedback after each round. Consensus was considered to be reached if $70% of the experts agreed on a topic. Results: Consensus was reached with respect to definitions of implicit and explicit motor learning, and seven common primary intervention strategies were identified in the context of implicit and explicit motor learning. Consensus was not reached with respect to whether the strategies promote implicit or explicit forms of learning. Discussion: The definitions and descriptions agreed upon may aid translation and transfer of knowledge between domains in the field of motor learning. Empirical and clinical research is required to confirm the accuracy of the definitions and to explore the feasibility of the strategies that were identified in research, everyday practice and education.
DOCUMENT
In deze presentatie werden de voorlopige resultaten van een Delphi panel onderzoek getoond. Hierin werden trainers, coaches, leefstijlprofessionals en fysiotherapeuten met expertise op het gebied van sportapps herhaaldelijk bevraagd wat zij belangrijke kenmerken van sport-apps vonden. Een aantal kenmerken worden toegelicht.
DOCUMENT
Children with Language Impairments (LI) have difficulties understanding and using language. Due to their language problems, LI children experience difficulties in communication in all aspects of life. They are at risk of behavioural problems, emotional and psychosocial difficulties, and they perform poorly in school. In the Dutch educational and therapeutic setting, the Dutch construct “communicatieve redzaamheid” (CR) is used to describe communication problems. CR can be loosely translated to English as communicative participation, competence or functioning. CR is used to describe the activity limitations and participation restrictions a LI child experiences. It determines whether a child is eligible for educational support. Also, the description of problems in CR is used to set treatment goals on the ICF component of participation. Consensus on what CR is and how it can be described is lacking. This hinders communication between professionals and parents about the child’s diagnosis and treatment. This study aims to reach consensus between professionals working with LI children and their parents about the construct and operationalization of CR, using a Delphi Study. This poster shows the first two steps of the conducted Delphi Study.
DOCUMENT
The results will be consensus between departments of physiotherapy universities of allied health care about learning outcomes CommunicationThere is no consensus between Dutch Physiotherapy departments on learning outcome of bachelors
Het project Early STATUS (Early Strategic Alerts for Turnaround of Small businesses) wil een instrument voor het vroegtijdig signaleren van stagnatie bij MKB bedrijven en een adviesmethode om de koers van deze bedrijven te wijzigen onderzoeken en testen. De vraagarticulatie bestond uit 26 interviews en 8 focusgroepen, in het kader van een KIEM subsidieproject. Uit het vooronderzoek komt naar voren dat het kleinere MKB, bedrijven met 10 tot 50 werknemers, kwetsbaar is voor verval: de waan van de dag regeert en er is weinig capaciteit om de bakens te verzetten. Dit is een structureel probleem en komt door de coronacrisis nijpender naar voren. Opvallend is dat accountants en bedrijfsadviseurs moeite hebben problemen tijdig te signaleren en te adresseren. In de wetenschappelijke literatuur is er weinig aandacht voor dit fenomeen. De vraagarticulatie heeft geleid naar de volgende behoefte: “een praktisch instrumentarium te gebruiken door mkb-ondernemers en hun adviseurs om strategische problemen vroegtijdig te signaleren en alle betrokkenen aan te zetten tot ingrijpen.” Het instrumentarium wordt ontwikkeld door een consortium dat bestaat uit 3 lectoren, 4 onderzoekers en 5 studenten van Hogeschool Rotterdam, aangevuld met een externe onderzoeker. Praktijkpartners zijn 2 accountantskantoren, 6 MKB adviesbureaus en accountancybrancheorganisatie SRA. De Universiteit van Leiden, Erasmus Universiteit Rotterdam en Montpellier Business School leveren academische experts. De hoofdvraag van het onderzoek luidt: “in welke mate draagt een vroegsignaleringsinstrument dat wordt uitgezet via een accountantskantoor bij ondernemers en medewerkers en daaropvolgend een adviesmethode die wordt toegepast door mkb-adviseurs en accountants bij aan het vroeg signaleren en verder voorkomen van verval bij mkb-ondernemingen met 10-50 medewerkers?” Het instrumentarium wordt door het onderzoekconsortium ontwikkeld en vervolgens getest door accountants en mkb-adviseurs bij hun cliënten: maakt het vroegsignaleringsinstrument een eventuele strategische crisis voldoende tijdig duidelijk en stimuleert de adviesmethode de betrokkenen voldoende om daadwerkelijk in te grijpen?
Meestal is er geen specifieke oorzaak te vinden voor nekpijn. Fysiotherapie richt zich daarom op algemene zaken, zoals spierkracht en beweeglijkheid. We onderzoeken of er effectieve behandelingen zijn voor subgroepen met niet-specifieke nekpijn. Met deze inzichten kunnen we fysiotherapie verbeteren.Doel We willen inzicht krijgen in effectieve behandelingen bij subgroepen patiënten met niet-specifieke nekpijn. Dit leidt uiteindelijk tot kostenvermindering voor de maatschappij en een sneller en beter herstel van de patiënten. Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Na afronding vind je hier een samenvatting van alle resultaten. Tot nu toe is duidelijk geworden dat de volgende behandelingen effectief kunnen zijn bij patiënten met niet-specifieke nekpijn: Behandelingen gericht op kracht en uithoudingsvermogen. Behandelingen gericht op coördinatie met gebruik van visuele feedback. Een voorbeeld hiervan is patiënten met een laserlamp een parcours laten uitvoeren op een scherm. De resultaten van het onderzoek worden verwerkt in het bachelor- en masteronderwijs en cursussen binnen het werkveld. Looptijd 01 december 2015 - 01 december 2020 Aanpak Dit onderzoek bestaat uit verschillende delen: We onderzoeken wat er vanuit wetenschappelijk onderzoek al bekend is over de relatie tussen beperking in activiteit en een passende behandeling. We voeren een Delphi-studie uit onder deskundigen naar het behandelen van mensen met niet-specifieke nekpijn. We vragen ze naar een overeenstemming over de relatie tussen beperking in activiteit en een algemene behandeling, zoals het trainen van spierkracht. We onderzoeken of beweegoefeningen en/of manipulaties, als meest onderzochte behandelingen bij mensen met nekpijn, zo zijn beschreven dat we het kunnen hergebruiken. In de laatste studie onderzoeken we of beweegoefeningen en/of manipulaties effectief zijn in het herstellen van de beweeglijkheid. Het gaat hierbij om een subgroep van mensen met nekpijn die ook beperkt zijn in hun beweeglijkheid. Rapporten tot nu toe: The clinical reasoning process in randomized clinical trials with patients with non-specific neck pain is incomplete: A systematic review. Maissan F, Pool J, de Raaij E, Mollema J, Ostelo R, Wittink H. Musculoskelet Sci Pract. 2018 Jun;35:8-17 Clinical reasoning in unimodal interventions in patients with non-specific neck pain in daily physiotherapy practice, a Delphi study. Maissan F, Pool J, Stutterheim E, Wittink H, Ostelo R., Musculoskelet Sci Pract. 2018 Oct;37:8-16