This article analyzes how a city can generate instrumental, intrinsic, and institutional value from its event-related networks and platforms, based on the Hieronymus Bosch 500 program in the Dutch city of ‘s-Hertogenbosch (Den Bosch). Interviews with key stakeholders traced program dynamics over more than a decade to reveal processes of network and platform development, encapsulated in a conceptual model of strategic value creation. The results indicate that networks served to generate flows of resources, while programming helped develop platforms for knowledge generation and dissemination, helping to focus attention on the city. The Bosch 500 Foundation managing the program played an effective role in developing and supporting networks, which in turn generated significant short-term instrumental and intrinsic value. However, the failure to establish a sustainable city-wide platform related to the Bosch program caused institutional value destruction, which many saw as a missed opportunity. The study of networks and platforms can benefit from a longitudinal approach as well as a broader, contextual view of event networks.
MULTIFILE
Technological developments go fast and are interrelated and multi-interpretable. As consumer needs change, the technological possibilities to meet those needs are constantly evolving and new technology providers introduce new disruptive business models. This makes it difficult to predict what the world of tomorrow will look like for an organization and that makes the risks for organizations substantial. In this context, it is difficult for organizations to determine what constitutes a good strategy to adopt digital developments. This paper describes a first step of a study with the objective to design a method for organizations to formulate a future-proof strategy in a rapidly changing, complex and ambiguous context. More specifically, this paper describes the results of a sequence of three focus groups that were held with a group of eight experts, with extensive experience as members of the decision making unit in organizations. The objectives of these sessions were to determine possible solutions for the outlined challenge in order to provide direction for continuation and scoping of the following research phases.
MULTIFILE
Met behulp van de aangevraagde KIEM-subsidie willen het lectoraat Netwerkcultuur (Hogeschool van Amsterdam), Domein voor Kunstkritiek, Archined en Kritiklabbet (Zweden) het onderzoek naar (innovatieve vormen van) kunstkritiek internationaal bevorderen door binnen verschillende disciplines en landen een gezamenlijk Europees projectvoorstel vorm te geven. Dit voorstel zal gericht zijn op de ontwikkeling van een platform ten behoeve van kritische reflectie op kunst en cultuur: een cruciaal onderdeel van democratische samenlevingen gericht op de toekomst. Door uitwisseling van ervaringen, tools, netwerk en best practices, zullen kunst- en cultuurredacties, instituties en platforms de krachten bundelen op een manier waarbij lokale identiteit en taal gewaarborgd is. Door twee bijeenkomsten te organiseren beoogt het lectoraat een internationaal consortium op te stellen en een onderzoeksvoorstel op te stellen en indienen, binnen de regeling Creative Europe of vergelijkbaar.
Motivatie Het versterken van de samenwerking tussen relevante lectoraten door het ontwikkelen van een multidisciplinaire onderzoeksagenda op het terrein van Arbeid in de brede zin van het woord. Hierdoor kan de thematiek rondom toegang tot en behoud van arbeid vanuit meerdere kanten worden aangevlogen én kan focus en massa worden gecreëerd voor onderzoeksprogrammering en –funding. Daardoor kunnen we als lectoraten een belangrijke rol te spelen bij vraagstukken die betrekking hebben op het duurzaam (weer) aan het werk gaan én duurzaam aan het werk blijven. Achtergrond Om als individu zelfstandig en volwaardig te kunnen deelnemen aan onze participatiemaatschappij, is het hebben van werk cruciaal. Werk is echter voor mensen met minder of onvoldoende arbeids-, persoonlijk-, sociaal-, en cultureel kapitaal en/of toegang tot hulpbronnen steeds minder vanzelfsprekend. Naast traditioneel kwetsbare groepen – zoals laagopgeleiden, mensen met een chronische aandoening en migranten - zijn er nieuwe categorieën, waaronder veel middelbaar en hoog opgeleiden, voor wie het lastig is/wordt structureel betaald werk te vinden. De oorzaak ligt voornamelijk bij de toenemende digitalisering en robotisering in combinatie met de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Ook werk op academisch niveau, dat gebaseerd is op regels, bijvoorbeeld accountancy en rechtspraak, zal steeds vaker (deels) geautomatiseerd kunnen worden (Est et al. 2015, Went et al. 2015). Anderzijds zijn er sectoren, zoals techniek en ICT, die een steeds grotere behoefte hebben aan hoogopgeleid personeel en waar het lastig is om voldoende gekwalificeerde mensen te krijgen. Tot slot zien we in alle sectoren een toename van stress- en burn-out klachten, die deels gerelateerd zijn aan traditionele, functioneel ingerichte organisaties. Het bovenstaande biedt geen rooskleurig beeld voor grote groepen in de samenleving en vanuit een breed Platform Arbeid willen we de thema’s op het terrein van arbeid vanuit meerdere perspectieven benaderen en in samenhang beschouwen.
Het kabinet heeft 25 missies geformuleerd om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Deze missies richten zich op gezondere levensjaren, voldoende schoon water en veilig voedsel, minder uitstoot van broeikasgassen, betaalbare duurzame energie en een veilig Nederland om in te wonen en te werken. Ambitieuze doelen moeten ondernemers en onderzoekers uitdagen tot baanbrekende oplossingen en bijdragen aan de concurrentiekracht van Nederland. Voor een klimaatbestendig, waterrobuust, duurzaam, gezond en veilig Nederland zijn zowel grote als kleine oplossingen nodig. De missies openen deuren voor nieuwe startups, mkb’ers, consortia van maatschappelijke organisaties en samenwerkingsverbanden met burgers. Het realiseren van deze missies vraagt ook om samenwerking over grenzen van topsectoren en landen heen. De Hogescholen voor Groen Onderwijs: Aeres, HAS, Inholland en Hogeschool Van Hall Larenstein werken samen in het Center of Expertise Groen om met voldoende focus en massa bijdragen te leveren aan maatschappelijke opgaven waarvoor de groene sectoren staan. Deze opgaven zijn vertaald naar meerjarige missies in de Kennis en Innovatie Agenda (KIA) voor het groene domein. Binnen de Missie Landbouw, Water en Voedsel wordt gewerkt aan noodzakelijke transities, die tevens een grote verwevenheid kennen met andere maatschappelijke sectoren. Samen met partners uit het groene domein alsook uit de publieke- en private sectoren, realiseert het CoE Groen een krachtige onderzoeksgroep die op maatschappelijk relevante thema’s nieuwe kennis ontwikkelt die daadwerkelijk van betekenis is. De onderzoeksgroep richt zich de eerstkomende jaren op 7 thema’s: (1) Veerkracht (resilience) van natuurlijke bronnen (2) Herontwerp (redesign) agrifood productiesystemen (3) Vitaliteit in stad en leefomgeving (4) Gezond voedsel met meerwaarde (5) Digitalisering en High tech (6) Nieuwe businessmodellen (7) Governance. Voor de SPRONG naar een krachtige onderzoeksgroep wordt ingezet op het vergroten van zichtbaarheid, het opleiden en verbinden van onderzoekslijnen, (regionale) netwerkontwikkeling, het verbeteren van kwaliteit van onderzoek en het realiseren van maatschappelijke impact.