Co-creation as a concept and process has been prominent in both marketing and design research over the past ten years. Referring respectively to the active collaboration of firms with their stakeholders in value creation, or to the participation of design users in the design research process, there has arguably been little common discourse between these academic disciplines. This article seeks to redress this deficiency by connecting marketing and design research together—and particularly the concepts of co-creation and co-design—to advance theory and broaden the scope of applied research into the topic. It does this by elaborating the notion of the pop-up store as temporary place of consumer/user engagement, to build common ground for theory and experimentation in terms of allowing marketers insight into what is meaningful to consumers and in terms of facilitating co-design. The article describes two case studies, which outline how this can occur and concludes by proposing principles and an agenda for future marketing/design pop-up research. This is the peer reviewed version of the following article: Overdiek A. & Warnaby G. (2020), "Co-creation and co-design in pop-up stores: the intersection of marketing and design research?", Creativity & Innovation Management, Vol. 29, Issue S1, pp. 63-74, which has been published in final form at https://doi.org/10.1111/caim.12373. This article may be used for non-commercial purposes in accordance with Wiley Terms and Conditions for Use of Self-Archived Versions. LinkedIn: https://nl.linkedin.com/in/overdiek12345
MULTIFILE
Today, Dutch National Non-profit Sports Organizations (NNSFs) experience financial pressures. Two indications for this are described in this paper i.e. increased competition in the sports sector and changes in subsidy division. Decreasing incomes from subsidies can be compensated with either increasing incomes from a commercial domain or increasing incomes from member contributions. This last solution has been the motive for the increasing interest in the use of marketing techniques as a solution for the growing uncertainties. Many NNSFs have participated in a special marketing program in order to enlarge their marketing awareness and create a marketing strategy. This paper deals with possible impediments resulting from the implementation of the marketing strategies. It is primarily based on a literature review, however, the first results from a qualitative research to the increasing use of marketing techniques among NNSFs provides insights in the experienced impediments of NNSFs .
Facebook marketing is becoming an increasingly important tool for companies to influence consumer decision-making. However, there is currently little empirical knowledge about the extent of influence of Facebook marketing on the decision-making process of consumers. This study contributes to these gaps in the literature and investigates the influence of Facebook marketing activities on the decision-making process of consumers. The theory revealed four Facebook marketing activities that affected the first two phases of the decision-making process. These Facebook marketing activities were advertisements, recommend/share, likes and reviews. Whether they actually had an impact has been tested with the help of survey among 112 respondents. The results of the regression analysis showed that all four Facebook marketing activities had a positive influence on the decision-making process. https://scholarspace.manoa.hawaii.edu/bitstream/10125/64054/1/0252.pdf
MULTIFILE
Het postdoc-onderzoek Building Adaptive Tourism Areas beoogt om een bijdrage te leveren aan het vergroten van de adaptiviteit van toeristische bestemmingen. Adaptiviteit is een essentiële eigenschap in de huidige dynamische netwerk samenleving en globaliserende economie. Toeristisch-recreatieve bestemming moeten meebewegen met zaken als toenemende concurrentie en professionalisering, veranderend consumentengedrag, nieuwe technologieën die nieuwe kansen en uitdagingen met zich mee brengen, de maatschappelijke roep om duurzaamheid, kortere levenscycli van concepten, de vraag om bestemmingen in balans als gevolg van ‘overtourism’ en zo meer. In dit onderzoek nemen we het perspectief dat bestemmingen complexe, open systemen zijn die de potentie hebben om adaptief te zijn. Complexe systemen omdat een veelheid aan actoren en factoren de ontwikkelingsrichting van bestemmingen beïnvloeden. Open systemen omdat vele invloeden van buitenaf komen die op vrijwel autonome wijze ontwikkelingsrichtingen van bestemmingen beïnvloeden. Adaptiviteit is het vermogen om mee te bewegen met dergelijke dynamiek door middel van series van stapsgewijze aanpassingen. Het onderzoek Building Adaptive Tourism Areas focust specifiek op het beter begrijpen van wat de ambitie van het vergroten van het adaptieve vermogen in de praktijk betekent. De studie bestaat uit drie stappen: 1.) duiden van “key conditions” voor adaptiviteit: de elementen die noodzakelijk zijn voor adaptief vermogen, en deze vertalen naar de context van het toerisme; 2.) identificeren van ‘traps’: condities voor adaptiviteit komen met implicaties en daarmee samenhangende praktische beperkingen 3.) uiteenzetten van ‘practicable strategies: acties die helpen om te bouwen aan adaptieve bestemmingen. De output van het project zijn diverse artikelen en academische journals en professionele tijdschriften. De bevindingen worden (direct) ingebracht in de opleidingen van de Academy of Leisure & Tourism van NHL Stenden Hogeschool en verder ontplooid binnen het European Tourism Futures Institute (ETFI – www.etfi.eu).
Voor het duurzaam, weerbaar en veerkrachtig houden van onze economie, moeten we haast maken met het concept circulaire economie. In een circulaire economie blijven grondstoffen en producten zo lang mogelijk in omloop en worden deze gedurende hun levensloop zo optimaal mogelijk benut. De transitie naar een circulaire economie biedt potentieel grote kansen voor MKB bedrijven zoals toegang tot nieuwe markten, innovatiekracht, toekomstbestendigheid en kansen op nieuwe samenwerkingsverbanden in de keten. Het MKB ziet zich echter geconfronteerd met tal van lastige vraagstukken. Voorbeelden zijn: hoe organiseer ik het circulair maken van mijn (nu nog lineaire) product? Wat voor consequenties heeft dat voor mijn businessmodel en mijn bedrijfsvoering? Wat betekent het voor mijn toeleveranciers en klanten? Hoe financier ik deze transitie? Het RAAK project “Circulair ondernemen: van concept naar praktijk” wil een nuttige bijdrage leveren aan duurzame economische groei van het MKB-bedrijfsleven. Het project heeft als doel ondernemers handvaten te bieden om stapsgewijs en weloverwogen tot een circulaire bedrijfsvoering te komen. De centrale onderzoeksvraag luidt: Hoe kan het concept circulaire economie voor het MKB worden vertaald in een praktische aanpak voor circulair ondernemen met aandacht voor materiaalgebruik, verdienmodellen en marketingstrategieën? Het project is een interdisciplinaire samenwerking tussen de vakgebieden bedrijfskunde, commerciële economie, psychologie en toegepaste natuurwetenschappen binnen Fontys Hogescholen en de Hogeschool van Amsterdam. De vijftien participerende (MKB) bedrijven en startups zijn actief als producent en/of ontwerper van (duurzame) producten of richten zich op de verwerking van afval- en reststromen. Alle bedrijven beogen het concept circulair ondernemen beter te integreren in de eigen bedrijfsvoering. Daarnaast zijn onderzoekstichting Our Common Future 2.0, ontwikkelingsmaatschappij Brainport Development, de regionale Rabobank Eindhoven-Veldhoven, werkgeversvereniging VNO-NCW en samenwerkingsverband DOE Eindhoven als partners betrokken. Diverse gemeenten en de provincie Noord-Brabant ondersteunen het project van harte. In het project zal bestaande kennis toepasbaar worden gemaakt en zal nieuwe kennis worden ontwikkeld om binnen het MKB te komen tot een meer circulaire bedrijfsvoering. Verder zal verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten plaatsvinden en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders. Er zullen circa 10 docent-onderzoekers van de hogescholen en circa 100 studenten betrokken worden, die in de vorm van studentenprojecten, stages en afstudeeronderzoeken werken aan circulaire vraagstukken direct uit de beroepspraktijk.
'The Data Tales' is een langdurig samenwerkingsverband van onderzoekers en bedrijven die samen projecten uitvoeren en vragen beantwoorden als: hoe kan data ons helpen de relatie met klanten te verbeteren en hoe beschermen we privacy van de klant als we die klant ook beter van dienst zijn willen zijn met data technieken?Doel The Data Tales consortium wil bedrijven helpen om beter met hun klanten om te gaan. Want als bedrijven naar hun klanten luisteren, versterken ze hun band. Techniek biedt allerlei opties om sneller, gerichter en zinvoller te reageren op de behoeften van klanten. Daarbij moeten de toon, inhoud en presentatie van de boodschap aansluiten bij de geadresseerde. Het doel van The Data Tales is om samen met onderwijs, bedrijven en technologie-ontwikkelaars te werken aan technieken om direct inzicht te geven in hoe hun klanten de interactie met organisaties ervaren. Daarbij wordt altijd gewerkt volgens het principe 'ethics by design' Resultaten Consortium The Data Tales vormde de basis voor het KIEM-project, VERBIND. Dat staat voor verantwoorde, belevingsgerichte interactie op basis van data-analyse. VERBIND brengt meerdere invalshoeken samen. We kijken niet alleen naar wat technisch mogelijk is bij dataverzameling, maar ook naar ethische keuzes die bedrijven maken. Op thedatatales.org lees je meer over het project VERBIND. Looptijd 01 januari 2018 - 31 december 2020 Aanpak In het Data Tales consortium komen de volgende vakgebieden samen: Customer Journey & marketing Data Science, waaronder process mining, text mining en andere vormen van data mining Recht en Ethiek, waaronder AVG Gedragswetenschappen ICT