De focus van dit hoofdstuk ligt op een aantal gekozen en nodige transities van duurzame mobiliteit binnen de gegeven infrastructuur, beschikbare middelen en de openbare ruimte in een stedelijke setting. Kortom: op weg naar een modal shift in de verdichtende stad. De komende jaren vindt het een transitie plaats naar nieuwe vervoersvormen die minder energie vragen, minder ruimtegebruik kennen, meer flexibiliteit brengen en lagere gebruikskosten met zich meebrengen. Met als belangrijke uitdagingen de vernieuwing in het openbaar vervoer (hierna OV) en actieve transport (lopen of fietsen) in de schaarse buitenruimte. De inzet op duurzame mobiliteit zorgt voor meer ontmoetingen, toegankelijke, leefbare en aantrekkelijke steden. Die toekomstige stedelijke mobiliteit is een slim samenhangend geheel van aanbod van systemen als OV, fiets, auto, stalling, overstap en energie. De menselijke maat en vervoersvraag staan daarbij centraal. Nabijheid is voor duurzame mobiliteit cruciaal en stedelijk en economisch principe van collision density is daarin een uitdaging. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/bashilckmann/ https://www.linkedin.com/in/john-bolte-0856134/
DOCUMENT
De zachte stad. Een term die steeds vaker terugkomt in het debat over de ontwikkeling van onze steden. Een term met een hoog aaibaarheidsgehalte, maar die tegelijkertijd nog veel vragen oproept. In dit magazine van Platform Stad en Wijk duiken we daarom dieper in dit concept. Maar we werpen er ook een kritische blik op: welke blinde vlekken kent dit gedachtegoed en hoe kunnen we de zachte stad in de praktijk brengen?
MULTIFILE
Een overzicht van alle publicaties van het lectoraat Dynamiek van de Stad van 2005/2006 t/m maart 2020 (in het kader van 15 jaar Dynamiek van de Stad)
DOCUMENT
Een rechtvaardige stad is een stad voor iedereen. Een stad waarin iedereen vanuit eigen mogelijkheden mee kan doen en waar je anderen ontmoet. Waar iedereen toegang heeft tot wonen, werken en ontspanning. De toegang tot de stad staat in de praktijk onder druk. Huren en huizenprijzen zijn zo hoog dat steeds minder mensen ze kunnen betalen. De groeiende ongelijkheid op het gebied van wonen hangt samen met ongelijkheden op gebieden als gezondheid, welzijn, opleiding, werk en inkomen. Het maakt nog altijd uit waar je wieg staat. De verschillen tussen wijken in kwaliteit van leven en kansen van bewoners zijn vanuit het perspectief van een rechtvaardige stad niet acceptabel. In een rechtvaardige stad worden ongelijkheden voorkomen en bestreden, zodat de stad van iedereen wordt. Dat vergt de inzet van professionals, bewoners, (sociaal)ondernemers, overheidsmedewerkers en onderzoekers. Kritisch praktijkgericht onderzoek draagt bij aan het werken aan een rechtvaardige stad. Dat onderzoek sluit aan bij de vragen waar bewoners en professionals tegenaan lopen. In dit boek laten we dat zien aan de hand van praktijkgericht onderzoek van het lectoraat Dynamiek van de Stad. De voorbeelden gaan over de komst van rijkere bewoners in een wijk, wat wijkbewoners bindt en solidair maakt, wat de rol is van verbindende professionals, en hoe je praktijkgericht onderzoek met studenten organiseert. Onderwerpen die de discussie over een rechtvaardige stad voeden. Daarnaast wordt het perspectief van een rechtvaardige stad uitgewerkt. Duidelijk wordt dat kritisch praktijkgericht onderzoek oog heeft voor hervormingen in de samenleving die nodig zijn om de ongelijkheden aan te pakken.
DOCUMENT
De Nederlandse ruimtelijke planningstraditie van de 20ste eeuw is internationaal bekend vanwege haar grootschalige, projectmatige en integrale aanpak. Daarin spelen de overheid, grote marktpartijen en het maatschappelijk middenveld een belangrijke rol (Van der Cammen en de Klerk, 2012). In de afgelopen tien jaar is ook een meer geleidelijke en zoekende vorm van stedelijke ontwikkeling ontstaan. Ruimtelijke planning krijgt daar een meer ‘open’ karakter, zowel in eindbeeld als in toegang voor andere spelers. Daardoor kunnen kleinschaligere partijen en burgers meedoen aan het proces en de productie van stedelijke ruimte.In Building and Dwelling plaatst socioloog Richard Sennett de ‘gesloten stad’ tegenover de ‘open stad’. De ‘gesloten stad’ is van bovenaf bedacht en ontworpen door technocraten. Bij de ‘open stad’ is meer ruimte voor experiment en wordt beter meebewogen met de dynamiek en complexiteit van de stad en haar bewoners. Die ontwikkeling van de ‘open stad’ past bij de focus van het langjarige NWO-Verdus onderzoeksproject R-LINK. Hierin analyseren we vanuit verschillende invalshoeken hoe kleinschalige bottom-upinitiatieven in gebiedsontwikkeling kunnen bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.In dit magazine verkennen we hoe deze open, meer vraaggerichte en incrementele benadering van stedelijke planning werkt in de praktijk, inclusief de uitdagingen en dilemma’s. Zo komen we tot lessen voor wie zelf wilwerken aan een meer open stad.
DOCUMENT
De zachte stad. Een term die steeds vaker terugkomt in het debat over de ontwikkeling van onze steden. Een term met een hoog aaibaarheidsgehalte, maar die tegelijkertijd nog veel vragen oproept. In dit magazine van Platform Stad en Wijk duiken we daarom dieper in dit concept. Maar we werpen er ook een kritische blik op: welke blinde vlekken kent dit gedachtegoed en hoe kunnen we de zachte stad in de praktijk brengen?
MULTIFILE
Wijkcultuurhuizen zijn belangrijk voor de stad Utrecht. Utrecht biedt met de wijkcultuurhuizen een infrastructuur om cultuurparticipatie van bewoners van Utrecht te bevorderen. De wijkcultuurhuizen – Cultuur 19, De Vrijstaat, Het Wilde Westen, BOKS Jongerencultuurhuis en ZIMIHC – zijn laagdrempelige culturele voorzieningen die cultuurparticipatie in de samenleving stimuleren en bijdragen aan de sociale basisinfrastructuur. De gemeente Utrecht ziet het belang van wijkcultuurhuizen en benadrukt dat met het credo ‘cultuur voor iedereen’. In samenwerking met de wijkcultuurhuizen en de gemeente Utrecht vindt het meerjarig onderzoek Cultuur voor iedereen in stad Utrecht plaats, waarin we vanaf januari 2019 tot en met februari 2022 in drie fases onderzoek doen naar de gezamenlijke werkwijze van de wijkcultuurhuizen.
DOCUMENT
Jongeren nemen een bijzondere positie in bij de ontwikkeling van stad en streek. Economische, sociale en ruimtelijke transformaties beïnvloeden de condities waarbinnen zij opgroeien en de mogelijkheden waarover zij beschikken om hun toekomst vorm te geven. Veranderingen in de economische structuur van een regio leiden tot veranderingen in de kennisinfrastructuur en in de aantrekkelijkheid van een gebied als woonoord en leefomgeving. Omgekeerd is de leefwereld van jongeren van invloed op de transformaties van een regio. Hun motivatie om iets van het leven te maken en hiervoor de benodigde competenties te verwerven vormt een belangrijke conditie voor economische en sociale vooruitgang. Hun gedrag in de openbare ruimte en hun bereidheid en competentie om een actieve bijdrage te leveren aan het maatschappelijke leven bepaalt mede de leefbaarheid voor andere inwoners van een regio. Werken aan duurzame stad- en streekontwikkeling betekent dat gunstige voorwaarden geschapen worden om de toekomst van jongeren te waarborgen. Een belangrijke conditie is dat jongeren goed voorbereid worden op die toekomst, dat ze competent gemaakt worden om zelf die toekomst in handen te nemen. In de oratie (uitgesproken d.d. 26-3-07) wordt beschreven wat competent worden in de huidige samenleving méér inhoudt dan de basiskwalificaties die het onderwijs verschaft (of zou moeten verschaffen). In het laatste gedeelte wordt beschreven hoe binnen het Kenniscentrum Duurzame Stad- en Streekontwikkeling (KDS) studenten competent gemaakt worden door hen te betrekken bij duurzame stad- en streekontwikkeling en tegelijkertijd gebruik te maken van hun jeugdcultureel kapitaal.
DOCUMENT
Boek, uitgegeven naar aanleiding van de oraties van John Dagevos en Yolanda te Poel, d.d. 26-03-07. In het boek worden de belangrijkste visies op duurzame ontwikkeling en het monitoren van duurzame ontwikkeling beschreven. Met name wordt ingegaan op de duurzaamheidsbalans die ontwikkeld is door TELOS, het Brabants Centrum voor Duurzaamheidsvraagstukken. In het eerste deel worden de belangrijkste uitdagingen voor economische vitaliteit, leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit van stad en streek geschetst. In het tweede gedeelte staat de bijdrage van jongeren aan- en leren voor duurzame ontwikkeling centraal.
DOCUMENT
De klimaatverandering dwingt tot een versnelling van de energietransitie. Een stad als Amsterdam heeft hierin hoge ambities. Het lectoraat Energie & Innovatie werkt hieraan mee door technologische interventies te onderzoeken en ontwerpen.Een zeer innovatieve interventie is een energiepositief gebied. In zo’n gebied wordt meer duurzame energie geproduceerd dan verbruikt. We onderzoeken bijvoorbeeld wat er technisch mogelijk is en of er voldoende CO2 uitstoot gereduceerd wordt. Andere interventies die we onderzoeken zijn bijvoorbeeld het slim laden van elektrisch vervoer,duurzame warmte. Dit doen we in ons eigen lab, met simulaties én op basis van monitoring in het veld, zoals bij de gebouwen van de Hogeschool van Amsterdam en demonstratieprojecten in de Metropoolregio Amsterdam.
DOCUMENT