Dit artikel is met toestemming overgenomen uit Microniek, 2020, nr 5 Robotics research groups around the world are using Robot Operating System (ROS)to develop their prototypes quickly. While the first version of ROS was aimed primarilyat the R&D community, its successor, ROS 2, has been redesigned completely to beindustrial grade and applicable in research, prototyping, deployment and production.This allows ROS 2 prototypes to evolve into products suitable for real-worldapplications. To explore the state of the art, Saxion University of Applied Sciencesand nine companies are developing an industrial mobile robot. This article describesexperiences from the development process and presents an outlook on the potentialof ROS 2 for industry.
Presented at the 11th International Conference on ICT in Education, Research and Industrial Applications: Integration, Harmonization and Knowledge Transfer Lviv, Ukraine, May 14-16, 2015. Author supplied: Abstract. User requirements and low-cost small quantity production are new challenges for the modern manufacturing industry. This means that small batch sizes or even the manufacturing of one single product should be affordable. To make such a system cost-effective it should be capable to use the available production resources for many different products in parallel. This paper gives a description of the requirements and architecture of an end-user driven production system. The end-user communicates with the production system by a web interface, so this manufacturing system can be characterized in terms of cloud comput- ing as the implementation of manufacturing as a service, abbreviated to MaaS.
Publicatie ter gelegenheid van het afscheid/pensioen van Henk van Leeuwen, docent Informatica en lector Ambient Intelligence bij het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie. In deze uitgave kijkt Henk van Leeuwen, na een loopbaan van 40 jaar in het onderwijs, niet alleen terug op interessante zaken uit het verleden, maar onderkent hij ook welke drijvende krachten invloed hadden. Hierbij heeft Van Leeuwen niet gestreefd naar volledigheid. Het is een persoonlijke kijk, die berust op eigen ervaringen en die tot discussie kan prikkelen. Naast de vakinhoudelijke observaties neemt Van Leeuwen ook het hbo-informaticaonderwijs en het ICT-onderzoek onder de loep. Het begrip ‘sensing’ in de titel ’Sense and nonsense of sensing’ van deze uitgave heeft dan ook niet primair een technische betekenis. Sensing is in dit verband een manier van observeren, van snuffelen. In het ‘Informaticavak’ gebruiken we daar tal van sensoren voor. Over sensoren gaat het zeker, maar nog meer over zijn persoonlijk observeren, interpreteren van wat hij heeft opgemerkt en zijn reflectie daarop. Dat leidt tot uitspraken over zin en onzin, sense en nonsense, van wat Van Leeuwen waarneemt, nu en in het verleden. Van Leeuwen neemt de lezer mee in de ontwikkelingen van informatica zoals hij die heeft gezien en breng daarvan verslag uit. Daarbij stelt hij de vraag of we uit de lijnen die we zien in het verleden, ontwikkelingen voor de toekomst kunnen afleiden.
De vraag naar intelligentie in voertuigsystemen stijgt, mogelijk gemaakt door de toenemende rekenkracht van low-cost, robuuste controllers. Hiermee verschuift ook het gebruikte operating systeem voor de software in deze controllers steeds vaker naar Linux. Dit uit zich onder andere in de opkomst van initiatieven als Automotive Grade Linux (https://www.automotivelinux.org/), maar ook kleinere partijen maken in toenemende mate gebruik van moderne, krachtige microcontrollers met Linux als operating system. Het verhoogt de herbruikbaarheid van de in-house software en tegelijk kan er gebruik gemaakt worden van een snelgroeiende Linux georiënteerde (open-source) code base en support van een wereldwijde community van Linux gebruikers en ontwikkelaars. HAN heeft in diverse RAAK-mkb projecten (Fast&Curious, SMARTcode en COMBINE) tools ontwikkeld voor het modelgebaseerd ontwikkelen van software voor automotive regelsystemen, zie ook www.openMBD.com. Deze tools zijn reeds jaren in gebruik in onderwijs, onderzoek en bij een aantal marktpartijen en maken nog gebruik van een compact, ‘real-time’ operating systeem. Met MODAL willen we in een klein, slagvaardig consortium voorsorteren op het brede gebruik van Linux door support voor Linux toe te voegen en tegelijkertijd ook features in te bouwen voor remote connectie en data-georiënteerde toepassingen, die van toenemend belang zijn in de markt. De resulterende upgrade zal net als bestaande versies weer als open source oplossing worden gepubliceerd, waarmee we onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk versterken. De ontwikkeling de huidige tools creëerde veel spin-off in praktijkgericht onderzoek en een verschuiving naar modelgebaseerde ontwikkeling bij marktpartijen in een diversiteit aan automotive en industriële toepassingen. Linux-gebruik creëert meer standaardisatie resulterend in een brede inzetbaarheid van de tools. De MODAL resultaten worden daarom gezien als startpunt voor veel vervolgonderzoek, enerzijds in toepassingen en anderzijds in verdere ontwikkeling van features in de tools. De resultaten zullen dan ook expliciet worden gedissemineerd in onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk.