Deze rapportage is onderdeel van het LEVV-LOGIC project (2016-2018) waarinonderzoek gedaan wordt naar de inzet van lichte elektrische vrachtvoertuigen (LEVVs) voor stadslogistiek. Steeds meerbedrijven wilLEVVsontwikkelen of gebruiken voor het vervoer van goederen in steden. Echter, ditgaat gepaard met onzekerheid, onder andere door een gebrek aan eenduidig mobiliteitsbeleid omtrent de voertuigen. De voertuigen vallen momenteel vaak buitenfiets-, elektrisch vervoer-en goederenvervoerbeleid. Doel van deze rapportage is enerzijds om bedrijven te informeren over huidige en aankomende gemeentelijke beleidsmaatregelen die van invloed zijn op de inzet van LEVVsen anderzijds om gemeenten te motiveren via mobiliteitsbeleid in te spelen op de ontwikkelingenmet LEVVs.---This report is part of the LEVV-LOGIC project (2016-2018) which exploresthe use of light electric freight vehicles (LEFV) for city logistics. An increasing number of organisations wantsto develop oruse LEFVs for freight distribution in cities. However, thisis associated with uncertainty, as there areno clear mobility policiesfor thesevehicles. The vehicles are not explicitly part of local or national cycle-, electric transport-or freight policies. The aim of this report is first, to inform companies about current and future policy measures that influence the use of LEFVs and second, to encourage policy makers to respond to the development of LEFVs.
De vraagstukken in onze werkvelden zijn complex en vragen om een ‘verbindende verkenner’ die met onderwijs, onderzoek en zakelijke dienstverlening een substantiële bijdrage kan leveren aan een toekomst met genoeg gezond voedsel in een gezonde leefomgeving. In het Instellingsplan beschrijven we op welke manieren we als HAS green academy die bijdrage willen leveren.
MULTIFILE
Bedrijventerreinen spreken vaak maar weinig tot de verbeelding. Veelal zijn het terreinen aan de rand van een gemeente, waar bezoekers alleen komen als ze er echt moeten zijn. Maar dat beeld is langzaam aan het veranderen. Niet alleen zijn bedrijventerreinen goed voor maar liefst een kwart van alle werkgelegenheid in de Metropoolregio Amsterdam (MRA), ze kunnen ook een essentiële rol spelen in de ontwikkeling naar een circulaire economie, rond de energietransitie en vergroening van de leefomgeving. Bedrijventerreinen lopen echter tegen grenzen aan, onder meer op het gebied van ruimte en energie. Hierover gaat de nieuwste podcast in de serie Metropoolregio Actueel. ‘Dit moet lokaal op de agenda.’
LINK
"Box-achtige” sandwichproducten komen veelvuldig voor in de mobiliteits- en logistiektoepassingen o.a. vanwege hun lichte gewicht en stijfheid. Denk hierbij aan elektrische “thuisbezorg-autootjes”, lichte bestelwagens en trailers (paardentransport) en transportkisten. Deze producten bestaan in hun huidige vorm uit stijve en lichte wanden (vaak composiet sandwichpanelen) die samengesteld worden met randverstijving en brackets: veelal aluminium inkoopdelen. De verbindingstechnologie bestaat uit verlijming, boutverbindingen of klinknageltechnologie. De product is vaak een Multi-Material Solution en hierdoor moeilijk te recyclen. De toekomstige Europese wetgeving 2030 (Green Deal) dwingt de bedrijven die deze boxen anders te ontwerpen en produceren, en na te denken over “End of Life” consequenties. Hierbij is vooral de inzet van te hergebruiken of recyclen van materialen.. Voor de bedrijven betekent dit onder andere: kan ik de panelen hergebruiken ‘as is’ of moeten deze panelen omgezet worden naar een soort van grondstofvorm (bijvoorbeeld ‘flakes’), welke wederom voor een hoogwaardige toepassing kunnen worden ingezet. En welke technologieën (inclusief procesautomatisering) zijn daarvoor van toepassing. Het huidige project, een samenwerking tussen bedrijven, hogeschool en brancheorganisatie, richt zich op bovenstaande vragen. Het spitst zich vooral toe op de circulariteit van deze ‘box-achtige’ sandwichproducten en doet onderzoek naar het hergebruik of recycling van de gebruikte thermoplastische sandwichpanelen en de demontage/assemblage-technieken daarvoor. Het project start bij de classificering van het recyclaat uit sandwichpanelen en het kwalificeren van de verschillende grondstof vormen. Vervolgens wordt gekeken hoe deze materialen, al in een vroeg stadium in het ontwerpproces kunnen worden meegenomen. De verschillende materiaal verschijningsvormen zullen vervolgens via dit (her-)ontwerp in een demonstrator worden ondergebracht. Dit op basis van diverse productieprocessen, procescondities, andere randvoorwaarden. Tenslotte zal de economische haalbaarheid worden bestudeerd met aandacht voor businessmodellen rondom integratie van recycling in de bestaande productie en/of aangevuld met automatisering. Naar inschatting gaat het in West-Europese om een verbruik van circa 12,5 km2/jaar.
Hogeschool Van Hall Larenstein (HVHL) kent een lange geschiedenis als groene kennisinstelling met een internationale oriëntatie. Zij ontleent het internationale karakter onder andere aan haar verleden als Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein uit Velp. Veel internationale netwerken van HVHL liggen buiten Europa. De Europese Green Deal en diverse Europese Missies op het vlak van bodem, water, climate-neutral cities, en Oceans bieden echter veel kansen voor toegepast onderzoek in het groen-blauwe domein in Europa. HVHL heeft in het instellingsplan diverse doelen opgenomen die deelname aan de Pilot Richting Europa rechtvaardigen. Zoals het opzetten en uitvoeren van toegepast onderzoek binnen internationale consortia. Een duidelijke ‘Europastrategie’ ontbreekt echter nog. Een bredere internationaliseringsagenda wordt momenteel ontwikkeld binnen HVHL. In dit project willen wij een degelijke strategie voor internationaal (Europees) onderzoek ontwikkelen die in de internationaliseringsagenda kan worden opgenomen. Met hulp van de regeling SIA Pilot Richting Europa willen we Europese subsidies in kaart brengen, een helder overzicht creëren van Europese instituties en een duidelijke strategie voor toegepast onderzoek in Europa formuleren. Daarnaast zijn we voornemens om de supportinfrastructuur te verbeteren door medewerkers te trainen.
Textiel (kleding en huishoudtextiel) is na voedsel, huisvesting en transport wereldwijd de sector met grootste milieu-impact. Op wereldschaal heeft de hele wereldwijde kledingindustrie meer dan 79 miljard m3 water verbruikt (2015) en 1715 miljoen ton CO2eq-emissies en meer dan 92 miljoen ton afval gegenereerd (2017). Naar schatting kopen Europeanen meer dan 26 kg textiel per persoon per jaar en wordt er zo’n 11 kg per persoon weggegooid. Hergebruik van textiel levert enorme CO2eq, water, energie en andere besparingen op. In het kader van Europa Circulair en de Greendeal, heeft de Europese Commissie heeft in maart 2022 mededeling gedaan over een Circulaire textiel strategie waar in 2030 alle textielproducten herbruikbaar moeten zijn en voor een groot deel van hergebruikte vezels zijn gemaakt. Het project DreamWeaveFactory heeft tot doel circulaire textiel voor huishoud, interieur en technische toepassingen te ontwerpen en op industriële pilotschaal te produceren met mechanisch gerecyclede vezels en op basis van circulaire en duurzame-design principes hiervoor nieuwe business modellen te ontwikkelen. Het DreamWeaveFactory project past daarvoor circulair geïnspireerde design-principes, zoals CIRCO, toe voor het ontwerpen van nieuwe circulaire textielproducten. Ontwikkelde Fablabs en Makerspaces bieden designers mogelijkheid deze ontwerpen met gerecyclede garens als prototype te weven, te breien, te tuften en eventueel plantaardig te verven. Een nieuw te realiseren unieke opgeschaalde Makerspace-Max met industriële weef en tuft machines geeft ontwerpers en deelnemende MKB-partners de mogelijkheid de duurzame ontwerpen op grotere schaal en seriematig te produceren. Nieuwe circulaire businessmodellen dragen bij aan het ontstaan van een duurzame textielsector met lage of geen milieu-effecten.