Evidence-based research (EBR) is the systematic and transparent use of prior research to inform a new study so that it answers questions that matter in a valid, efficient, and accessible manner. This study surveyed experts about existing (e.g., citation analysis) and new methods for monitoring EBR and collected ideas about implementing these methods. We conducted a cross-sectional study via an online survey between November 2022 and March 2023. Participants were experts from the fields of evidence synthesis and research methodology in health research. Open-ended questions were coded by recurring themes; descriptive statistics were used for quantitative questions. Ideas proposed in this study for monitoring the implementation of EBR can be used to refine methods and define responsibility but should be further explored in terms of feasibility and acceptability. Different methods may be needed to determine if the use of EBR is improving over time.
MULTIFILE
De VS is in vele opzichten geen land dat ons tot voorbeeld kan dienen, zeker niet als het gaat om een rechtvaardige inkomensverdeling of inspirerend leiderschap. We kunnen echter echt wel wat van onze Atlantische overbuur leren als het gaat om evidence based werken in het sociaal domein.
DOEL. Dit artikel beoogt een kritische analyse te geven van de manier waarop het begrip Evidence Based Practice in de literatuur doorgaans wordt ingevuld, waarna mogelijkheden worden geschetst de in het artikel geconstateerde bezwaren te ondervangen. METHODE. Er is literatuuronderzoek gedaan naar de manier waarop EBP in de literatuur wordt ingevuld. RESULTAAT. Hoewel in de literatuur met betrekking tot EBP wordt aangegeven dat het handelen van professionals gebaseerd zou moeten zijn op een integratie van wetenschappelijk onderzoek, klinische expertise en cliëntenvoorkeuren, krijgt de bron van het wetenschappelijk onderzoek de meeste nadruk. Binnen dit wetenschappelijk onderzoek wordt kwantitatief onderzoek bovendien doorgaans hoger gewaardeerd dan kwalitatief onderzoek. De andere kennisbronnen (deskundigheid van de cliënt en expertise van de verpleegkundige) die bij EBP worden onderscheiden, blijven veelal onderbelicht. DISCUSSIE EN CONCLUSIE. De manier waarop EBP meestal wordt ingevuld en geïmplementeerd brengt een aantal beperkingen met zich mee. Voorbeelden hiervan zijn de beperkte aandacht voor: de kern van het verplegen, de interactie tussen de cliënt en de verpleegkundige, de context of de cultuur waarin de zorgverlening plaatsvindt, het benutten van de ervaringsdeskundigheid van de cliënt en de expertise van de verpleegkundige zelf. In het artikel worden suggesties gegeven om deze beperkingen te ondervangen, zodat EBP inderdaad de integratie wordt van de verschillende kennisbronnen die in de literatuur worden onderscheiden en EBP met mogelijk meer succes kan worden geïmplementeerd.
Project BAMBAM, BAby Motor development monitored By A Multisensor wearable, richt zich op het begin, namelijk bij de zorg voor kinderen van 0-2 jaar. In het bijzonder op het optimaliseren van de ontwikkeling van de motoriek wanneer dit niet vanzelf gaat. Kinderfysiotherapeuten begeleiden veel baby’s waarbij er zorgen zijn over de motorische ontwikkeling. Een goed ontwikkelde motoriek is de basis voor andere ontwikkelingsdomeinen,en een voorwaarde voor een fysiek actieve leefstijl op latere leeftijd. Het inzetten van technologie bij het analyseren van bewegingsproblemen bij het jonge kind kan een waardevolle aanvulling zijn voor de kinderfysiotherapeut, die nu eigen observaties gebruikt. Op dit moment is er nog geen geschikt systeem voor het observeren van de motorische ontwikkeling voor kinderfysiotherapeuten. Daarom werken we in project BAMBAM aan een meetinstrument voor het objectiveren van bewegingsgedrag van baby’s, dat verantwoord ingezet kan worden in de kinderfysiotherapeutische praktijk en interventiestudies. Uitgangspunt is een bestaande smartsuit, een ‘slimme' romper, met sensortechnologie en Artificiële Intelligentie die doorontwikkeld wordt in co creatie met kinderfysiotherapeuten, ouders en experts. Ook onderzoeken we hoe de uitkomsten van het systeem waarde toevoegen als beslissingsondersteuning voor de kinderfysiotherapeut. Hierbij richten we ons vooral op de bewegingsparameters die belangrijk zijn voor het kinderfysiotherapeutisch onderzoek en behandeling en hoe we die duidelijk kunnen weergeven. Het systeem moet valide en betrouwbare metingen verzorgen in de thuissituatie voor de kinderfysiotherapeut in praktijk en ziekenhuis. De impact van deze toepassing op ouders en kinderfysiotherapeuten is een belangrijk onderdeel bij het ontwikkelen van deze technologie, zodat het op een verantwoorde manier gebruikt kan worden. De gezondheidszorg vraagt om evidence-based diagnostiek en interventies. Met de schaarste van zorg, wordt het zorgvuldig signaleren van de baby’s die de zorg echt nodig hebben steeds belangrijker, net als de inzet van effectieve interventies. Technologie kan bijdragen aan toegankelijkheid en duurzame borging hiervan.
Voldoende bewegen is van belang voor iedereen, maar bij uitstek voor patiënten met chronische aandoeningen. Draagbare beweegsensoren bieden veel potentie om beweeggedrag van deze patiënten effectief te stimuleren binnen de eerstelijns zorg en revalidatiecentra. Zorgprofessionals erkennen die potentie, met name voor het creëren van bewustzijn van beweeggedrag bij hun patiënten en om gerichte feedback te geven. Echter ervaren de zorgprofessionals moeite bij het gebruik van beweegsensoren; bijvoorbeeld bij het instellen, uitlezen en interpreteren van de data. Ze geven aan kennis en vaardigheden te missen om de beweegsensoren doelgericht in te kunnen zetten, en passen het dan ook maar weinig toe. Dit terwijl de zorgprofessionals cruciale schakels zijn in de steeds evidenter wordende noodzaak van toepassing van technologie in de zorg. Momenteel bestaan er nog geen standaard richtlijnen, werkwijzen of een andere vorm van ondersteuning om beweegsensoren doelgericht en effectief in te zetten. De onderzoeksvraag die wordt beantwoord in dit project is: “Hoe kunnen professionals in de beweegzorg, werkzaam in de 1e lijn en revalidatiecentra, ondersteund worden bij het doelgericht inzetten van technologie voor het meten en stimuleren van beweeggedrag bij patiënten met chronische aandoeningen?” Deze onderzoeksvraag wordt opgelost door middel van een ontwerpgericht onderzoek, waarin een Evidence-Based-Practice methodiek wordt ontwikkeld die zorgprofessionals ondersteunt bij het inzetten van beweegsensoren. De eerste fase (problem finding) in het ontwerpgerichte onderzoek richt zich op wat er ontwikkeld gaat worden, o.a. aan de hand van stakeholder-mapping, best practices, en het opstellen van een plan van eisen & wensen. De tweede fase (solution finding) richt zich op het ontwikkelen van de methodiek, door middel van co-creatie ontwerpsessies met de stakeholders. In deze fase wordt een prototype ontwikkeld dat in de praktijk getest en geëvalueerd gaat worden. In beide fasen en in elke stap wordt de praktijk betrokken door middel van focusgroepen, groepsbijeenkomsten en expert raadpleging.
Voor zorgprofessionals die met kinderen met overgewicht werken, zoals kinderdiëtisten en -fysiotherapeuten, is het moeilijk om optimale ondersteuning te bieden aan deze kinderen en hun ouders. Dit heeft te maken met de multifactoriële aard van overgewicht, de beperkte vergoede behandeltijd en de benodigde tijd die leefstijlverandering vraagt. Een waardevolle toevoeging voor de huidige zorgpraktijk zou een mHealth-applicatie zijn die zowel voor kinderen en ouders als de professionals ondersteunend werkt bij het ontwikkelen en adopteren van een duurzaam gezondere levensstijl door kinderen. Door deze ‘blended care’ aanpak te ontwikkelen wil De Haagse Hogeschool, DIO Agency, Lijfstijl Diëtisten en TiM Fysiotherapie bijdragen aan het stabiliseren of reduceren van overgewicht van kinderen. Dergelijke leefstijlinterventie-ondersteunende applicaties bestaan al voor volwassenen, maar nog niet voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Er bestaan wel enkele stand-alone applicaties voor deze doelgroep. De Supereters app van DIO Agency is hier een voorbeeld van. Deze app is de afgelopen jaren, in samenwerking met studenten Voeding & Diëtetiek van HHS, gevuld met evidence-based leefstijl informatie. Zorgprofessionals hebben deze app positief geëvalueerd voor integratie in gecombineerde leefstijlinterventies. In dit project willen we gezamenlijk onderzoeken hoe de reguliere zorgaanpak door digitale ondersteuning verrijkt kan worden tot een blended care aanpak. Dit doen wij door in een iteratief cocreatie proces met kinderen, ouders en zorgprofessionals informatie over de wensen, behoeften en leefwereld van de verschillende gebruikers, inhoudelijke kennis over leefstijl en gedragsverandering en technische en ethische randvoorwaarden, te integreren in de Supereters app en blended care aanpak. Hiermee leggen we een goede basis voor het implementeren van de applicatie in de zorgpraktijk en het evalueren van de effecten daarvan in een opvolgend project. Daarnaast krijgt een toekomstige generatie ontwerp- en zorgprofessionals hands-on ervaring met het cocreëren van eHealth oplossingen door te participeren in dit project.