Facilitaire regie betreft sturing op de ondersteunende bedrijfsvoering binnen organisaties. Vijf deskundigen bespraken tijdens de F-mex bijeenkomst "Finding the next practice in regie" op de Haagse Hogeschool hoe regie het organisatiebelang optimaal kan dienen.
DOCUMENT
De Academie voor Facility Management aan de Haagse Hogeschool streeft naar excellent onderwijs. Onderdeel hiervan is een permanente vernieuwing van inhoud en vorm van het curriculum. Een voorbeeld van die vernieuwing is het 'Festival voor de Facilitaire film'; een opdracht waarbij studenten de resultaten van een facilitair onderzoek weergeven in een zelfgemaakte filmdocumentaire. Die documentaires worden tijdens een slotmanifestatie op De Haagse Hogeschool vertoond.
DOCUMENT
De Academie voor Facility Management van de Haagse Hogeschool startte dit collegejaar met een nieuw onderwijsconcept. De opleiding wil daarmee meer contacttijd en parate feitenkennis genereren. Tevens wil ze zo aansluiten bij de trends en ontwikkelingen in het werkveld en de maatschappij, zoals de verschuiving van de facilitaire functie naar vastgoedmanagement.
DOCUMENT
Diëtisten signaleren dat het belang van goede voeding en voorkomen van ondervoeding in verpleeg- en verzorgingshuizen onvoldoende op het netvlies staat bij verschillende disciplines. Er is onvoldoende bekend over de omvang van het probleem en de wijze waarop goede voedingszorg georganiseerd kan worden. Goede voeding speelt een belangrijke rol bij het ouder worden: behoud van vitaliteit, voorkomen van complicaties. Bovendien draagt goede voeding bij aan een betere kwaliteit van leven. Juist voor de meest kwetsbare groep ouderen, verpleeghuisbewoners, is goede voedingszorg daarom belangrijk. Betrokken professionals, zoals diëtisten, management, facilitaire dienstverlening, vragen zich echter af hoe zij optimale voedingszorg kunnen leveren. Vragen die zij hebben betreffen enerzijds ondervoedingszorg: hoe ziet optimale ondervoedingszorg eruit, ter behoud van kwaliteit van leven en ter preventie van complicaties, wie zijn daarbij betrokken en wie heeft welke verantwoordelijkheid? Anderzijds zijn er vragen over goede voedingszorg voor alle bewoners: hoe kunnen we de voedingszorg voor onze bewoners optimaal inrichten, wie en wat hebben we daarvoor nodig, welke barrières moeten we nemen om voedingszorg te optimaliseren, en bij wie (en hoe) moeten we die voedingszorg dan beleggen? In deze RAAK subsidieaanvraag zal een consortium bestaande uit de HAN, diëtistennetwerk DGO, vijf verzorgings- en verpleeghuizen, Universiteit Maastricht, AmsterdamUMC en Stuurgroep Ondervoeding zowel ondervoedingszorg als goede voedingszorg belichten. Door middel van kwantitatief onderzoek willen wij een beeld krijgen van de grootte van het probleem van ondervoeding en determinanten die bijdragen aan incidente ondervoeding. Door middel van kwalitatief onderzoek willen we onderzoeken wie betrokken zou moeten zijn bij optimale voedingszorg, wie daarin welke verantwoordelijkheden heeft en waar optimale voedingszorg belegd zou moeten zijn. Door barrières en good practices in kaart te brengen hopen we concrete aanbevelingen te kunnen doen voor het optimaliseren van goede voedingszorg in verpleeghuizen; dit betreft zowel ondervoedingszorg als goede voedingszorg in het algemeen.
Goede voeding speelt een belangrijke rol bij het ouder worden: behoud van vitaliteit, voorkomen van complicaties. Bovendien draagt goede voeding bij aan een betere kwaliteit van leven. Juist voor de meest kwetsbare groep ouderen, verpleeghuisbewoners, is goede voedingszorg daarom belangrijk. Diëtisten, management en facilitaire dienstverlening vragen zich af hoe zij optimale voedingszorg kunnen leveren. Vragen die zij hebben betreffen enerzijds ondervoedingszorg: hoe ziet optimale ondervoedingszorg eruit, wie zijn daarbij betrokken en wie heeft daarin welke verantwoordelijkheid? Anderzijds zijn er vragen over goede voedingszorg voor alle bewoners: hoe kunnen we de voedingszorg voor onze bewoners optimaal inrichten, wie en wat hebben we daarvoor nodig, welke barrières moeten we nemen om voedingszorg te optimaliseren, en bij wie (en hoe) moeten we die voedingszorg dan beleggen? Sinds september 2020 wordt in het RAAK-publiek project “Goede voeding, goede zorg” door de HAN, diëtistennetwerk Geriatrie en Ouderen, diverse verzorgings- en verpleeghuizen, Universiteit Maastricht, AmsterdamUMC en Stuurgroep Ondervoeding zowel het aspect van ondervoeding(szorg) als goede voedingszorg in verpleeghuizen belicht. Door middel van kwantitatief onderzoek brengen wij de grootte van het probleem van ondervoeding en determinanten die bijdragen aan de incidentie van ondervoeding in beeld. Door middel van kwalitatief onderzoek onderzoeken we wie betrokken zou moeten zijn bij optimale voedingszorg, wie daarin welke verantwoordelijkheden heeft en waar optimale voedingszorg belegd zou moeten zijn. Uiteindelijk hopen we door het in kaart brengen van barrières en “good practices” concrete aanbevelingen te kunnen doen voor het optimaliseren van goede voedingszorg in verpleeghuizen; dit betreft zowel ondervoedingszorg als goede voedingszorg in het algemeen. Door Corona blijkt extra inspanning nodig om de onderzoekskwaliteit te kunnen waarborgen. We kunnen het onderzoek niet volgens de oorspronkelijke planning uitvoeren en zijn steeds genoodzaakt aanpassingen te doen. Dit leidt ertoe dat extra uren moeten worden gemaakt door het onderzoeksteam om goede kwaliteit onderzoek te blijven leveren.
In een tijd waarin de arbeidsmarkt snel verandert en personeelstekorten toenemen, wordt aanspraak gemaakt op andere capaciteiten van mensen. Van (toekomstige) vakmensen wordt verwacht dat ze wendbaar zijn en interprofessioneel kunnen samenwerken. Het huidige mbo-onderwijs sluit hier nog niet optimaal op aan: leertrajecten zijn vaak lineair en hebben een monoprofessionele focus. Daarnaast blijft het potentieel van werkenden deels onbenut, terwijl de uitstroom vanuit het onderwijs ontoereikend is gezien de arbeidsmarkttekorten. Hierdoor groeit de vraag naar om- en bijscholing (LLO) en de behoefte aan passende opleidingstrajecten die aansluiten bij verschillende doelgroepen. Dit PD-traject richt zich op het creëren van innovatieve, flexibele leerroutes met een integraal aanbod voor een diverse groep lerenden. De context is het cluster hospitality-opleidingen zoals retail, horeca, toerisme en facilitaire dienstverlening van ROC Nijmegen, met als focus de interne leerwerkbedrijven. Deze leerwerkbedrijven zijn leeromgevingen waar studenten leren door te werken met echte gasten en klanten. Dit leren vindt plaats in een veilige omgeving, met ruimte voor vertragen en aandacht voor capaciteiten die tijdens een stage minder goed tot recht komen, zoals leidinggeven. Voorbeelden van deze leerwerkbedrijven zijn het Restaurant, de Wasserij en de Winkel. De centrale vraag is: hoe kunnen interne en externe stakeholders in het hospitality-cluster samenwerken aan flexibele leerroutes, waarbij door een samenhangend ontwerp van leerwerkbedrijven en interprofessioneel leren en werken, wordt bijgedragen aan een betekenisvol opleidingsaanbod voor zowel jonge lerenden als werkenden. Tijdens dit PD-traject werken opleidingsteams, leerwerkbedrijfsleiders, onderwijsmanagers en werkveldpartners co-creërend en interprofessioneel samen aan de doelstelling. De insteek van de verander- en onderzoeksaanpak is ontwerpend, creatief en reflectief. Met dit PD-traject dragen we bij aan een fundamentele onderwijsverandering binnen ROC Nijmegen en tegelijkertijd aan bredere kennisontwikkeling over interprofessioneel leren en werken in hybride leeromgevingen. Daarmee sluit het traject aan bij de landelijke ambitie om het mbo toekomstbestendiger en flexibeler in te richten.