This study analyses how the social construction of integrity takes place within the context of football in the Netherlands. Combining a contextual approach to sports integrity with the analytic lens of sensemaking, this qualitative multi-method case study analyses – in one extreme case in Dutch youth amateur football – why and when the ‘incident’ was perceived as an ‘integrity issue’, and how the meaning of (the) integrity (issue) was socially constructed by (interactions between) stakeholders involved in the case. Our findings show why, when, and how moral norms and values are (not) debated and at stake, and that the social construction of sports integrity is intertwined with the institutional context and the role of secondary stakeholders. It provides insights that can help sports organizations to identify risks in their moral sports culure and to develop measures or policies to safeguard integrity in sport.
DOCUMENT
Sport Education (SE) is een didactisch model dat ontwikkeld is om alle leerlingen op school binnen de LO ‘echte’ en vooral prettige sportervaringen op te laten doen. Ondanks het feit dat dit model met name ontwikkeld is op basis van de Amerikaanse situatie, waarin de toegang tot sportclubs en -verenigingen niet voor ieder kind vanzelfsprekend is, is het model ook voor de Nederlandse LO-context bruikbaar. In dit artikel wordt deze meerwaarde verder uiteengezet.
DOCUMENT
Over the last decade, sport and physical activity have become increasingly recognised and implemented as tools to foster social cohesion in neighbourhoods, cities and communities around Europe. As a result, numerous programmes have emerged that attempt to enhance social cohesion through a variety of sport-based approaches (Moustakas, Sanders, Schlenker, & Robrade, 2021; Svensson & Woods, 2017). However, despite this boom in sport and social cohesion, current definitions and understandings of social cohesion rarely take into account the needs, expectations or views of practitioners, stakeholders and, especially, participants on the ground (Raw, Sherry, & Rowe, 2021). Yet, to truly foster broad social outcomes like social cohesion, there is increasing recognition that programmes must move beyond interventions that only focus on the individual level, and instead find ways to work with and engage a wide array of stakeholders and organisations (Hartmann & Kwauk, 2011; Moustakas, 2022). In turn, this allows programmes to respond to community needs, foster engagement, deliver more sustainable outcomes, and work at both the individual and institutional levels. The Living Lab concept - which is distinguished by multi-stakeholder involvement, user engagement, innovation and co-creation within a real-life setting - provides an innovative approach to help achieve these goals. More formally, Living Labs have been defined as “user-centred, open innovation ecosystems based on a systematic user co-creation approach, integrating research and innovation processes in real-life communities and settings” (European Network of Living Labs, 2021). Thus, this can be a powerful approach to engage a wide array of stakeholders, and create interventions that are responsive to community needs. As such, the Sport for Social Cohesion Lab (SSCL) project was conceived to implement a Living Lab approach within five sport for social cohesion programmes in four different European countries. This approach was chosen to help programmes directly engage programme participants, generate understanding of the elements that promote social cohesion in a sport setting and to co-create activities and tools to explore, support and understand social cohesion within these communities. The following toolkit reflects our multi-national experiences designing and implementing Living Labs across these various contexts. Our partners represent a variety of settings, from schools to community-based organisations, and together these experiences can provide valuable insights to other sport (and non-sport) organisations wishing to implement a Living Lab approach within their contexts and programmes. Thus, practitioners and implementers of community-based programmes should be understood as the immediate target group of this toolkit, though the insights and reflections included here can be of relevance for any individual or organisation seeking to use more participatory approaches within their work. In particular, in the coming sections, this toolkit will define the Living Lab concept more precisely, suggest some steps to launch a Living Lab, and offer insights on how to implement the different components of a Living Lab.
DOCUMENT
In opdracht van dhr. Jos Baljet, Algemeen manager MVV, is onderzoek gedaan naar het supportersbeleid bij betaald voetbal organisaties (BVO’s) in Nederland. In dit rapport wordt algemene informatie gegeven over hoe er vanuit verschillende theoretische invalshoeken en beleidsmaatregelen in Nederland gepoogd wordt om voetbalvandalisme te voorkomen en te beperken, de belangrijkste trends in aanpak worden genoemd. Verder wordt er een overzicht gegeven van de manier waarop verschillende BVO’s in Nederland concreet invulling geven aan hun supportersbeleid. Tot slot wordt vanuit de vorige twee punten aangegeven welke speerpunten MVV in zijn supportersbeleid de komende jaren verder zou kunnen invullen.
DOCUMENT
Binnen V.V. De Meern is in 2010 een maatschappelijke tak binnen de vereniging in het leven geroepen, V.V. De Meern Betrokken genaamd, met als motto: ‘Ontwikkel jezelf, ontwikkel je club’. Middels deze tak binnen de vereniging levert V.V. De Meern op verschillende manieren een brede maatschappelijke bijdrage. Door een subsidie van het Oranje Fonds zag de vereniging de mogelijkheid om in een pilot een aanpak te ontwikkelen die past bij kwetsbare jongeren en bij de vereniging. Dit project, Trainerskracht genaamd, heeft als doelstelling om jongeren tussen de 16 en 27 jaar die laag op de participatieladder staan de mogelijkheid te bieden om op basis van hun passie (voetbal) hun sociale en maatschappelijke vaardigheden te ontwikkelen. Inzet van het project is het leveren van een bijdrage aan het vergroten van de competenties van de deelnemende jongeren zodat zij op een of meerdere leefgebieden hun situatie verbeteren. Door vaardigheden die de jongeren ontwikkelen binnen het project kunnen ze wellicht ook op andere leefgebieden beter gaan functioneren; bijvoorbeeld doordat zij meer vertrouwen krijgen in eigen kunnen, zetten ze mogelijk de stap om weer naar school te gaan. In het project doen de jongeren als hulptrainer praktische ervaring op in het geven van trainingen aan kinderen die op de wachtlijst staan bij V.V. De Meern, een groeiende vereniging. Ook krijgen zij een trainerscursus aangeboden. Indien nodig is er ondersteuning op andere leefgebieden bijvoorbeeld in de vorm van huiswerkbegeleiding. De werving en de begeleiding van de jongeren wordt gedaan door stagiairs van de Hogeschool Utrecht onder begeleiding van de combinatiefunctionaris van de vereniging.
DOCUMENT
Sportbonden staan onder grote druk om steeds marktgerichter te opereren. De koepelorganisatie NOC*NSF constateerde enkele jaren geleden dat de georganiseerde sport marktaandeel aan het verliezen was.Volgens NOC*NSF kwam dat doordat de bonden en verenigingen niet met de tijd meegingen. Met hulp van een gerenommeerd marketingbureau hebben vervolgens zestig sportbonden een marketingplan opgesteld om hun activiteitenaanbod te vernieuwen. De voorbeelden die daarbij gebruikt werden waren veelal afkomstig uit het bedrijfsleven. Marketingtechnieken, ontleend aan het bedrijfsleven, zijn voor sportbonden echter slecht toepasbaar gebleken. Sportbonden zijn nu eenmaal geen innovatieve, bedrijfsmatig gerunde organisaties. Zo zijn zij niet gewend te werken met investeringen vooraf, is belangenbehartiging van hun leden hun belangrijkste taak, worden hun verenigingen niet van bovenaf aangestuurd, en worden zij gekenmerkt door een democratische besluitvormingscultuur. Eigenschappen die zich slecht laten verenigen met een snelle, marktgerichte besluitvorming, waarbij inspringen op wensen en behoeften en een ruime blik op potentieel interessante doelgroepen een vereiste is. Bij het verruimen van hun aanbod kunnen sportbonden zich volgens dan ook beter richten op initiatieven die dichter bij hun eigen praktijk staan en dichter bij hun traditionele achterban. Zo heeft de Korfbalbond de zogenaamde 'Kangoeroe Klup' ontwikkeld, met de bedoeling om de jongste familieleden van korfballers op een speelse manier met korfbal kennis te laten maken. Een concept dat wel zijn vruchten heeft afgeworpen. Een ander, belangrijk aspect waar sportbonden rekening mee moeten houden is de van oudsher democratische besluitvorming bij die sportbonden. Dat deze tot grote frustratie kan leiden bij sommige, meer innovatief ingestelde bondsmedewerkers die zo hun vernieuwende ideeën zien sneuvelen, is begrijpelijk. Maar het inperken van de macht van de achterban is volgens de promovenda geen oplossing voor dit probleem. Daarmee raak je immers aan het bestaansrecht van sportbonden, bestaande uit belangenbehartiging van en dienstverlening aan verenigingen.
DOCUMENT