Het coronavirus en de maatregelen om het virus in te dammen hebben een ongekende impact op bedrijven in de vrijetijdssector. In de provincie Flevoland is de sector van grote waarde voor de economische structuur. De economische gevolgen van het virus en de bijbehorende maatregelen zijn gevoelsmatig erg groot. Op provinciaal niveau was dit nog weinig onderzocht. De situatie was dus nog goeddeels onbekend. Provincie Flevoland in samenwerking met Visit Flevoland, heeft daarom deze eerste regionale analyse laten uitvoeren door het ETFI, instituut voor toekomststudies en scenarioplanning in vrije tijd, recreatie en toerisme aan NHL Stenden Hogeschool, en met het Kenniscentrum Kusttoerisme van hogeschool HZ Vlissingen. Doel van dit onderzoek is om de schade in het voorseizoen 2020 en de verwachtingen voor zomer en najaar 2020 in beeld te brengen.
DOCUMENT
Inleiding:Ongeveer één derde van Nederlanders die recht heeft op inkomensvoorzieningen van de gemeente, maakt geen gebruik van die ondersteuning (Inspectie SZW, 2021). Hierbij kun je denken aan gemeentelijke voorzieningen als kwijtscheldingen van gemeentelijke belastingen, bijzondere bijstand (bv. woonlastenvergoeding) en een stads- of participatiepas, maar ook een bijstandsuitkering. Deze groep kan worden aangeduid als verborgen armen. Een grote groep verborgen armen zijn zelfstandigen. Hoe kunnen gemeenten deze groep het beste bereiken en ondersteunen?Dit rapport is een praktijkbeschrijving van het Zelfstandigenloket Flevoland (ZLF), een samenwerkingsverband van de Flevolandse gemeenten: Almere, Dronten, Noordoostpolder, Urk Zeewolde, waarbij Lelystad uitvoeringsgemeente is. Als gemeentelijk loket zorgt het ZLF voor alle gemeentelijke hulpverlening waar ondernemers voor in aanmerking komen, met als doel hen in staat te stellen in hun eigen bestaan te voorzien. Het ZLF is hiermee een voorbeeld van een gemeentelijke aanpak gericht op het bereiken van zelfstandigen in de groep mensen die verborgen arm zijn. Door de werkwijze van het ZLF op papier te zetten dragen we bij aan het verspreiden van effectievere manieren om deze groep te bereiken en te ondersteunen.Voor het opstellen van de praktijkbeschrijving is documentonderzoek gedaan en zijn groepsinterviews afgenomen met managers van het ZLF en de teamleider van gemeente Almere, alsmede met ondernemers die de diensten van ZLF hebben gebruikt.
DOCUMENT
Onder water zit de echte waarde van de Flevolandse natuur. Daar leggen algen en waterplanten de basis voor het voedsel van alle waterdieren: zonder algen, geen muggenlarve; zonder muggenlarve geen vis; zonder vis geen zeearend. Flevoland staat eenzaam bovenaan de Nederlandse waternatuur top. Ook in formele zin, want de grootste Natura2000 gebieden van Nederland liggen in of deels in Flevoland. In de gebieden zijn tientallen vogelsoorten, vissen, zoogdieren en zeldzame leefgebieden beschermd die allemaal in of aan water gebonden zijn. En toch twijfelt Marcel van den Berg of wij als mens wel goed voor de natuur zorgen.
DOCUMENT
In dit rapport worden de resultaten besproken van twee studies die voedseleducatie-interventies op middelbare scholen in Flevoland evalueren. Beide studies hebben gebruik gemaakt van focusgroepen met scholieren. In de eerste studie worden vijf interventies rondom voedsel en gezondheid geëvalueerd, in de tweede studie is onderzocht hoe de leerlingen aankijken tegen de eiwittransitie en of een interventie rondom de veldboon die houding beïnvloedt.
DOCUMENT
Tussen april 2017 en februari 2018 onderzochten hogeschool Utrecht en hogeschool Windesheim/Flevoland 20 ambitieuze sociale ondernemingen op succesfactoren en belemmerende factoren voor verdere groei in impact op arbeidsparticipatie. Meer informatie over het project: https://www.hu.nl/onderzoek/projecten/opschalen-van-sociale-ondernemingen-groei-in-impact en https://www.impactgroei.nl/
DOCUMENT
Overal ter wereld zien we dat steden steeds meer het voortouw nemen in de voedsel systeem transitie vanuit verantwoordelijkheden als weerbaarheid, gezondheid en duurzaamheid. Dit drijft ook de herbezinning op regionale voedselsystemen, city-region-food-systems, maar wat betekent dat voor de opgave om stedelingen duurzaam van gezond en veilig voedsel te voorzien met in acht neming van de toenemende diversiteit in de stedelijke samenstelling? Wat betekent dat voor de gewenste omslag in het nabijgelegen agro-food producerende land, welke dilemma’s en welke kansen zijn er? Wat weten we in dat verband van de relatie tussen de agrarische sector en de steden in Flevoland?
DOCUMENT
Het onderzoeksproject - ‘Netwerkondersteuning voor steunbehoevende burgers’ - heeft tot doel om voor werkwijzen van netwerkondersteuning in kaart te brengen welke factoren bijdragen aan het succes van een werkwijze (kritieke succesfactoren). Aan het project hebben 11 zorg- en welzijnsorganisaties uit de provincie Flevoland en de regio Zwolle deelgenomen. In totaal zijn 15 werkwijzen van netwerkondersteuning bestudeerd die onderdeel uitmaakten van het aanbod van deze organisaties. De werkwijzen zijn zodanig gekozen dat een zo gevarieerd mogelijk beeld konden worden verkregen. Zij zijn onder te verdelen in negen klantgerichte werkwijzen (gericht op de klant en het versterken van diens netwerk) en zes omgevingsgerichte werkwijzen (gericht op het mogelijk maken van ontmoetingen tussen burgers of op het bevorderen van onderlinge contacten van bewoners in een buurt of een wijk).
DOCUMENT
Nederland wil in 2050 circulair zijn. Dat vraagt een ongekende transitie in de wijze waarop onze samenleving onderneemt, samenwerkt, denkt en doet.Stedelijke regio’s zijn de geijkte plek om een transitie naar een circulaire economie in gang te zetten door hun dichte concentratie van kennis, kapitaal, data en resources op een relatief klein oppervlak. De baten die deze transitie oplevert zullen vooral in deze regio’s merkbaar zijn: minder verspilling, luchtvervuiling en CO2-uitstoot, meer economische waarde en sociale impact.CirCollab richt zich op het versterken van interdisciplinair praktijkgericht onderzoek voor de circulaire transitie in de metropoolregio Amsterdam (MRA). De SPRONG-groep bestaat uit lectoraten verbonden aan Centre of Expertise City Net Zero en Center of Expertise Rechtvaardige Stad vanuit de faculteiten Techniek, Maatschappij en Recht, Business & Economie en Digitale Media & Creatieve Industrie (Hogeschool van Amsterdam); het Kenniscentrum Maatschappelijk Innovatie Flevoland (Hogeschool Windesheim); en de Academie van Bouwkunst (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten).De SPRONG-groep combineert expertise vanuit het technologische, creatieve, economische en sociale domein en verricht praktijkgericht onderzoek naar ‘circulair denken en doen’, ‘circulair ondernemen’, ‘circulair menselijk kapitaal’ en ‘circulair samenwerken’ in relatie tot technische innovaties in twee waardeketens: de gebouwde omgeving en consumptiegoederen.De SPRONG-groep ontwikkelt, samen met actoren in de quadruple helix, een regionale infrastructuur voor inventariseren en prioriteren van onderzoeksbehoeften en het programmeren, opbouwen en uitwisselen van kennis. Hierbij worden kennis en ervaringen uit circulaire initiatieven, experimenten, onderzoek en onderwijs aan elkaar en aan fysieke experimenteerruimtes verbonden, om gezamenlijk van te leren, kennis te delen en op te schalen. Zo ontstaat een krachtige interdisciplinaire SPRONG-groep met de ambitie om het consortium uit te laten groeien tot dé regionale spil op het gebied van de circulaire transitie in grootstedelijke regio’s en een erkende (inter)nationale speler voor kennisuitwisseling en -opbouw op dit onderwerp.
MULTIFILE
Volgens cijfers van het Voedingscentrum gaat er in de gehele voedselketen jaarlijks ongeveer 2 miljard kilogram voedsel verloren in Nederland. Huishoudens dragen daarvan naar schatting 23 tot 32% bij. Ondanks vele inspanningen en initiatieven om voedselverspilling in Nederland terug te dringen, blijft het een aanhoudend probleem. Want hoewel de hoeveelheid voedselverspilling bij de consument vanaf 2013 sterk is gedaald, lijkt die daling nu te stagneren.Hoeveel voedsel wordt verspild wordt vaak gemeten door het afval te onderzoeken. Dat is een relatief betrouwbare methode, maar geeft geen inzicht in het hoe en waarom van verspilling: wanneer werd het voedsel weggegooid, en werd het eerst nog in de koelkast als restje bewaard?In dit onderzoek hebben we scholieren van vijf technasia in Flevoland gevraagd de verspilling bij hen thuis op drie dagen in kaart te brengen. Op die manier kregen we een waardevolle inkijk ‘achter de voordeur’ en kregen we beter inzicht in hoeveel maar vooral ook hoe (op welk moment van de dag, bij welke maaltijd) voedsel wordt verspild.
DOCUMENT
Lokaal voedsel heeft vele voordelen, zoals het verbinden van producenten consument, een mogelijke vermindering van voedselkilometers en een meer vanzelfsprekend seizoensgebonden dieet. In dit essay beargumenteert Esther Veen echter dat we het begrip ‘lokaal’ te eenzijdig benaderen, waardoor we het niet ten volle benutten. Als we het over lokaal hebben, gaat het immers vaak over korte ketens tussen boer en burger, of over mensen die hun eigen eten verbouwen. Zonder het belang van dat soort initiatieven te willen bagatelliseren, is het belangrijk om te beseffen dat het bereik ervan relatief beperkt is. Daarom stelt ze voor om te inventariseren wat de stedeling van vandaag lokaal geproduceerd zou willen zien, en om te proberen daarbij aan te sluiten. Omdat de Flevolandse stedelijke bevolking erg divers is, kan dat betekenen dat we verder moeten kijken dan lokaal geproduceerde aardappelen en wortelen, en ons moeten richten op lokale sopropo, vissaus en tempeh.
DOCUMENT