Veel professionals in dit forensisch sociale domein, het domein tussen hulp en recht, hebben een sociaal-agogische opleiding op hbo-niveau. De kennis en vaardigheden die zij nodig hebben om hun vak goed te kunnen uitvoeren, maakten tot een aantal jaren geleden nauwelijks expliciet onderdeel uit van de curricula van sociaal-agogische hbo-opleidingen. Een gevolg hiervan was dat beginnende forensisch sociale professionals slecht voorbereid waren op het werken in een gedwongen kader. Om dit op te vangen boden de organisaties in het werkveld post-initiële trainingen aan hun medewerkers om hen de noodzakelijke kennis en vaardigheden bij te brengen. Soms betekende dit dat deze professionals methodische uitgangspunten of vaardigheden moesten afleren die ze op het hbo hadden aangeleerd. Gelukkig is er in de afgelopen jaren veel ten goede veranderd. Er is meer praktijkgerichte kennis beschikbaar gekomen, zoals het methodiekboek Werken in gedwongen kader (Menger, Krechtig, & Bosker, 2016). Ook is er meer initieel onderwijs op dit terrein ontwikkeld op basis van een scherper beeld van wat het werken in gedwongen kader aan kennis en vaardigheden van professionals vraagt. In beide ontwikkelingen heeft Anneke Menger een cruciale rol vervuld. In deze bijdrage beschrijven we deze ontwikkelingen. We starten met een schets van wat het werk van forensisch sociale professionals kenmerkt.
Een groeiend aantal professionals heeft te maken met cliënten bij wie bemoeienis is opgelegd door justitiële of gemeentelijke autoriteiten. Onze kennis van effectieve methoden over het werken met deze cliënten is in de afgelopen jaren toegenomen. Daarbij ging het eerst vooral om de vraag Wat Werkt? Intussen zijn daar nieuwe vragen bij gekomen. Wat werkt voor wie? En wat kenmerkt een effectieve professional? Wie Werkt? Dit boek gaat in op deze vragen. Kennis uit recente onderzoeksresultaten is bijeengebracht. Wat is professionaliteit? Welke criminologische theorieën zijn relevant? Wat is bekend over effectief afbouwen van antisociaal gedrag? Wat betekent het gedwongen kader en de onvrijwillige start voor het methodisch handelen? Wat zijn kenmerken van een effectieve werkalliantie in het gedwongen kader? Dit boek is een vervolg op Het delict als maatstaf (2004) en richt zich op alle professionals die in een ambulante setting werken met volwassenen die delicten hebben gepleegd of grensoverschrijdend gedrag vertonen. Zoals reclasseringswerkers, professionals die in de gevangenis de re-integratie voorbereiden, professionals die vanuit gemeenten de nazorg coördineren of overlast in buurten moeten terugdringen.
LINK
Het betrekken van het sociaal netwerk in de behandeling van forensisch psychiatrische patiënten wordt breed onderkend. Aanwezige literatuur richt zich voornamelijk op methoden/instrumenten om het sociaal netwerk in kaart te brengen maar expliciteert nauwelijks wat dit betekent voor de rol van betrokken professionals. Wat werkt (niet)?
Achtergrond en theorie Veel forensische cliënten hebben (complexe) schulden. Deze schulden hangen sterk samen met andere problemen – zoals werk, huisvesting en (mentale/fysieke) gezondheid –, ontregelen het leven, belemmeren resocialisatie en vergroten het risico op terugval in criminaliteit. Cliënten én begeleidend professionals – zoals (forensisch) sociaal professionals – ervaren in de aanpak van schulden veel belemmeringen. Om schulden vroegtijdig en in samenhang met andere problemen te kunnen aanpakken is systematische samenwerking tussen ketenpartners belangrijk. Effectief aanpakken van schulden onder forensische cliënten vraagt daarom interdisciplinaire samenwerking vanuit zowel justitieel als sociaal domein. Dit vereist inzicht in de rol van betrokken organisaties – zoals gevangeniswezen, reclassering, gemeentelijke nazorg en schuldhulpverlening – alsmede werkzame factoren in de samenwerking en hoe deze kunnen worden versterkt. Een consortium van partnerorganisaties in het (forensisch) sociaal domein, Universiteit Leiden en Hogeschool Utrecht wil daarom onderzoeken hoe de schuldenaanpak onder forensische cliënten door justitiële en sociale ketenpartners gezamenlijk kan worden versterkt. Onderzoeksdoel en -vragen Onderzoeksdoel is samen met praktijkpartners de samenwerking in het (forensisch) sociaal domein in de schuldenaanpak onder forensische cliënten effectief vorm te geven en zo de begeleiding van cliënten met schulden te verbeteren, door ontwikkeling van een vernieuwde werkwijze gebaseerd op inzicht in belemmerende en werkzame factoren. Centrale onderzoeksvraag daarbij is: Aanpak Deze onderzoeksvraag zal worden beantwoord middels een design van verschillende kwalitatieve onderzoeksmethoden, waaronder observaties, interviews en focusgroepen (fase 1) en ontwikkelbijeenkomsten (fase 2) in meerdere samenwerkingsverbanden. Beoogd resultaat Het onderzoek levert concrete handvatten op – zoals praktische handreikingen en visuele tools – ter versterking van de samenwerking rond forensische cliënten met schulden. Deze handvatten worden vertaald naar onderwijsmateriaal voor (toekomstige) (forensisch) sociaal professionals en gedeeld met de (inter)nationale onderzoeksgemeenschap.
Sinds 2023 heeft het lectoraat Werken in Justitieel Kader een panel van ervaringsdeskundigen aan zich verbonden dat meedenkt over de activiteiten van het lectoraat. In het forensisch sociaal domein wordt namelijk in toenemende mate gebruik gemaakt van ervaringsdeskundigen. Doordat ervaringsdeskundigen soortgelijke ervaringen hebben als cliënten, fungeren zij als rolmodel, hoopverschaffer en bruggenbouwer tussen cliënt en organisatie.