Met subsidie vanuit het programma Vakkundig aan het werk van ZonMw deed het lectoraat Armoede Interventies in de afgelopen jaren onderzoek naar de Frontlijnbenadering, een outreachende werkwijze ontwikkeld door PPMO Frontlijn, een projectenbureau en innovatieplatform van de gemeente Rotterdam dat ongeveer vijftien jaar bestaat. Het rapport heet ‘Wanneer je uitvoerders de ruimte geeft’.Frontlijn werkt als organisatie met coaches die zichzelf plaatsen tussen de wereld van de burger en het systeem vanuit waar ze werken: een systeem dat doorgaans sterk inzet op afgebakende kaders zoals protocollen, richtlijnen en checklists. Tussen deze leef- en systeemwereld bevindt zich de ‘frontlijn’. Frontlijncoaches onderscheiden zich doordat ze met brede uitvoeringskaders werken. Outreachend werken kan bijvoorbeeld worden opgevat als het simpelweg verplaatsen van een gemeentelijk loket dichter naar de burger, maar het kan ook worden gezien als het actief benaderen van de burger, ongevraagd, om te kijken hoe het met hem of haar gaat.Projecten die Frontlijn geïmplementeerd heeft zijn bijvoorbeeld vroegsignaleringsprojecten voor kwetsbare burgers met financiële problemen, Moeders van Rotterdam, Samen Leren, het Administratief Juridisch Team en de Children’s Zone. Het lectoraat vervaardigde een interventie-beschrijving van de Frontlijn-benadering voor vroegsignalering en integrale hulpverlening en onderzocht de effecten.
DOCUMENT
Hoofdstuk 8 in Kennis in de frontlijn. Ervaringen met praktijkonderzoek in de politie. Na het schietdrama in Alphen aan den Rijn (9 april 2011) ontstond bij de bestuurlijke en operationele verantwoordelijken behoefte aan verantwoording. De media en politiek stelden vragen over het functioneren van de overheid. Hoe was gehandeld? Heeft iemand gefaald? Zijn er schuldigen aan te wijzen? Hebben de burgemeester, de driehoek en het beleidsteam goed gefunctioneerd? Hoe hebben hulpdiensten en andere betrokken professionals het gedaan? Hoe was het samenspel tussen verschillende instanties? De verantwoordelijken die leiding gaven aan de beheersing van de crisis, werden vrijwel vanaf het eerste moment gevraagd zich publiekelijk te verantwoorden over de feiten en achtergronden en over hun optreden
DOCUMENT
In steden ontstaan steeds vaker coalities waarin wijkprofessionals samen met burgers, onderzoekers en lokale ondernemers werken aan innovatieve lokale oplossingen. Onder wijkprofessionals worden professionals verstaan die op strategisch (beleid) en/ of operationeel (frontlijnwerkers) niveau vanuit de gemeente of maatschappelijke organisaties aan de stad werken. Stadslabs zijn hierbij een veel gebruikte werkvorm die tot mooie resultaten leiden en waarvan veel wordt verwacht. Maar ervaringen in de praktijk leren dat het samenwerken aan innovaties binnen een stadslab gepaard gaat met prangende vragen en lastige dilemma's. Er bestaat onvoldoende duidelijkheid over de precieze uitwerking, er is onzekerheid over de meerwaarde voor betrokken wijkprofessionals en hun organisaties en er zijn vragen over de (door)werking van gehanteerde lab-werkwijzen in de praktijk. Over deze vragen gaat dit tweejarige onderzoeksproject dat wordt uitgevoerd door de HHS, HvA, HU en InHolland. De centrale onderzoeksvraag is: Op welke manier kunnen stadslabwerkwijzen worden vormgegeven en ingezet zodat ze bijdragen aan een betere omgang met complexe stedelijke opgaven? Vragen die aan de orde komen zijn: op welke wijze en voor welke problemen worden stadslabs opgezet als oplossing? Hoe werken wijkprofessionals samen in stadslabs en wat is daarvan de doorwerking? Welke ontwerpprincipes voor stadslabs zijn uit bestaande ervaringen te destilleren? Daarbij wordt gekeken hoe samenwerking tussen verschillende partijen gestalte krijgt en hoe wordt omgegaan met de spanning tussen gelijkwaardige samenwerkings-relaties in de stad tegen de achtergrond van meer traditionele vormen van bestuur en beleid. Doel van dit onderzoek is professionals te voorzien van inzichten, ervaringen en vaardigheden die nodig zijn voor het succesvol opzetten, meewerken aan en uitvoeren van stadslabs. De uitkomsten van dit onderzoek bieden wijkprofessionals praktische tools bij het opzetten van stadslabs en levert de volgende producten op: ● Staalkaart Stadslabs ● Adviesrapport: Problemen en dilemma’s in het stadslab ● Handreiking Waardevol Samenwerken in een Stadslab ● OMOOC Stadslabs
Ons RAAK publiek project (RAAK.PUB06.025) richt zich op de werkwijze van stadslabs. In steden ontstaan steeds vaker coalities waarin wijkprofessionals samen met burgers, onderzoekers en lokale ondernemers werken aan innovatieve lokale oplossingen. Onder wijkprofessionals worden professionals verstaan die op strategisch (beleid) en/ of operationeel (frontlijnwerkers) niveau vanuit de gemeente of maatschappelijke organisaties aan de stad werken. De centrale onderzoeksvraag van het RAAK publiek onderzoekstraject, uitgevoerd door de HHS, HvA, HU en InHolland. is: Op welke manier kunnen stadslabwerkwijzen worden vormgegeven en ingezet zodat ze bijdragen aan een betere omgang met complexe stedelijke opgaven? COVID-19 heeft het werken binnen stadslabs bemoeilijkt, doordat bijeenkomsten niet meer in de fysiek ruimte kunnen plaatsvinden. Daarmee zijn stadslabsessies, waar alle stakeholders van een stadslab voor kennis- en ideeën uitwisseling samenkomen, weggevallen. Ook is een deel van de informele feedback, onderzoekers die in de wijk live met bewoners en gemeente in gesprek gaan, weggevallen. Tot slot is het nog moeilijker geworden om de minder goed bereikbare groepen te benaderen, waar onderzoekers voorheen gericht de wijk in konden gaan om met bijvoorbeeld bewoners uit sociale huurwoningen te spreken. Daarom vraagt de Haagse Hogeschool de RAAK Impuls aan: met de aanschaf van de online tool Panel, ontwikkeld door de Universiteit van Amsterdam, kan het consortium een platform bieden waarop alle stakeholders interactief met het stadslab aan de slag kunnen. De tool is gebaseerd op een wetenschappelijke methode en biedt tevens een omgeving waarin alle stakeholders gelijkwaardig zijn, doordat deelnemers de informatie zelf kunnen analyseren. Dit principe van gelijkwaardigheid is de grondslag voor de stadlabs en past daarom goed bij het digitaal voortzetten van de stadslabs in tijden van de pandemie. Tot slot kunnen de onderzoekers gezamenlijk in de tool werken, waardoor analyse transparant is en zo de kwaliteit van het onderzoek goed gewaarborgd blijft.