Bijdrage FACT congres 20 september 2018: Presentatie over Gebiedsgericht werken aan herstel Eerste onderzoeksuitkomsten
DOCUMENT
Deze module is geschikt voor alle deelnemers aan gebiedsgericht werken, zowel formele als informele krachten. De focus ligt bij bachelorstudenten die zich op zo’n praktijk oriënteren. De leerdoelen en de competenties in deze module zijn een combinatie van attitude, kennis en vaardigheden. Deze komen voort uit de vele leergangen en trainingen die in nauwe samenwerking met de praktijk door leden van de Amsterdamse Wmo-werkplaats zijn opgezet.
DOCUMENT
Presentatie op symposium Toekomst voor natuurinclusieve landbouw op 29 november 2024, RUG-Leeuwarden
DOCUMENT
Hoe kunnen politieteams meer bezig zijn met het oplossen van veiligheidsproblemen in de wijk? Van nature is de politie vooral geneigd te reageren op incidenten. Maar zij wil ook meer aan de oorzaken van problemen werken, samen met partners en burgers. De wijk operationeel expert (WOE) heeft daarin een cruciale rol. In dit project deden we actieonderzoek in politieteams in Amersfoort, Almere en Utrecht. Doel In dit actieonderzoek kregen we vanuit verschillende functies binnen de politie inzicht in hun perspectief op de rol van de WOE in het probleemgericht werken per basisteam en aan welke ontwikkelpunten zij willen werken. Resultaten Om meer WOEst aantrekkelijk probleemgericht te werken is een product ontwikkeld voor zowel de drie betrokken politieteams als andere politieteams. In dit product zijn de lokale context en ontwikkelpunten van de drie teams verwoord en met kunst en metaforen verbeeld. Er zijn verschillen en overeenkomsten tussen de teams. Uit deze vergelijking volgt een aantal thema’s en vragen waar ook andere politieteams mee aan de slag kunnen. Zo kunnen zij hun probleemgerichte werken en de rol van de WOE daarin versterken. De ontwikkelpunten per politieteam vormden de basis voor lokale ontwikkeltrajecten. In het vervolgproject WOE’s Next? pakken we dit samen met de politieteams op.
MULTIFILE
Vanaf het najaar van 2011 wordt in Deventer geëxperimenteerd met een andere manier van gebiedsgericht werken. Aanleiding is het besef dat de gemeente niet in staat is om geheel zelfstandig alle problemen in de leefomgeving op te lossen. Samenwerken en delen van de verantwoordelijkheid vormen de uitgangspunten. De Bestuursopdracht spreekt in dit verband over het overdragen van verantwoordelijkheden en mogelijk ook financiële middelen. Bij een experiment, zeker in het licht van de ambitieuze doelstellingen, is het van groot belang om gaandeweg het traject te reflecteren op de ervaringen en resultaten en daarvan ook te leren. In de Bestuursopdracht worden vragen over het wat (welke verantwoordelijkheden over welke thema’s kunnen we overdragen) en het hoe (wat moeten we doen om tot een effectieve en efficiënte overdracht en samenwerking te komen). Daaruit blijkt dat het niet alleen om een uitvoeringsproces maar zeker ook om een leerproces gaat. Kenniscentrum Leefomgeving van Saxion is gevraagd om het leerproces vorm te geven waarbij de nadruk ligt op het traject in Deventer zelf maar ook aandacht wordt geschonken aan ervaringen elders. In februari 2012 werd het eerste memo gepresenteerd. Op dat moment was de interne oriëntatie afgerond. De bevindingen en conclusies hadden toen vooral betrekking op de rol van de gemeente. Bevindingen en refelecties van 3 experimenten in 2012 en 2013 worden beschreven in dit memo. Het memo is opgebouwd in drie delen: - een korte reflectie op gebiedsgericht werken; - de procesgang van de twee experimenten - reflecties, conclusies en aanbevelingen.
MULTIFILE
Op basis van een uitgebreide literatuurstudie, 25 interviews met gebiedspartijen in Midden-Delfland en een aantal multi-stakeholders workshops is in kaart gebracht hoe een gebiedsgerichte aanpak gericht op landschapinclusieve kringlooplandbouw in Midden-Delfland vorm krijgt dan wel versterkt kan worden. Hiervoor is de Transitiebloem-aanpak (TBA) gebruikt als holistische, transdisciplinaire en praktijkgerichte transitiebenadering. Deze benadering helpt gebiedspartijen bij het realiseren van een integrale systeemaanpak en collectief handelingsperspectief gericht op de samenhang van verschillende gebiedsopgaven met betrekking tot landbouw, water, voedsel, bodem, biodiversiteit, energie, klimaat, erfgoed, stadplattelandrelaties en economie.
DOCUMENT
Vanaf het najaar van 2011 wordt in Deventer geëxperimenteerd met een andere manier van gebiedsgericht werken. Aanleiding is het besef dat de gemeente niet in staat is om geheel zelfstandig alle problemen in de leefomgeving op te lossen. Samenwerken en delen van de verantwoordelijkheid vormen de uitgangspunten. De Bestuursopdracht spreekt in dit verband over het overdragen van verantwoordelijkheden en mogelijk ook financiële middelen. Bij een experiment, zeker in het licht van de ambitieuze doelstellingen, is het van groot belang om gaandeweg het traject te reflecteren op de ervaringen en resultaten en daarvan ook te leren. In de Bestuursopdracht worden vragen over het wat (welke verantwoordelijkheden over welke thema’s kunnen we overdragen) en het hoe (wat moeten we doen om tot een effectieve en efficiënte overdracht en samenwerking te komen). Daaruit blijkt dat het niet alleen om een uitvoeringsproces maar zeker ook om een leerproces gaat. Kenniscentrum Leefomgeving van Saxion is gevraagd om het leerproces vorm te geven waarbij de nadruk ligt op het traject in Deventer zelf maar ook aandacht wordt geschonken aan ervaringen elders. Dit memo is het eerste product in dit kader.
MULTIFILE
Het lectoraat Werken in Onderwijs is in 2020 gestart tegen een achtergrond van kwantitatieve en kwalitatieve tekorten aan leraren en schoolleiders. Anno 2024 vormen deze tekorten nog altijd een veelkoppig monster. De ervaren werkdruk is hoog en leidt tot uitval, er zijn toenemende zorgen over de kwaliteit van het onderwijs zelf, het werk en ook schoolvakken zijn in voortdurende beweging. Bovendien lopen de tekorten de komende tien jaar nog verder op en zal de in- en uitstroom aan lerarenopleidingen te beperkt zijn om dit op te vangen. Het tekort aan onderwijsprofessionals kan worden gezien als een sluimerende crisis. Het is een gegeven dat onderwijsprofessionals continu met verandering te maken hebben en dat ontwikkelingen in hun werk (zoals het lerarentekort of de vraag hoe vorm te geven aan de onderwijsopdracht) zorgen voor permanente 'schuring' tussen belangen. Op basis van een analyse van onze inzichten en recente ontwikkelingen rondom het werken in onderwijs concluderen we dat het noodzakelijk blijft onderzoek te doen naar dit thema. We houden onze koers vast, maar met scherpere ambities. We formuleren onze nieuwe missie als volgt: met ons onderzoek dragen we bij aan het versterken van het beroep van onderwijsprofessionals in de volle breedte in schoolorganisaties die te kenmerken zijn als leerwerkplekken, waarbinnen wordt samengewerkt gericht op een aantrekkelijk beroep en goed onderwijs. Onze visie is dat praktijkgericht en, waar mogelijk, participatief onderzoek sámen met onderwijsprofessionals en vanuit een systemische kijk (gericht op de lagen van onderwijsprofessionals en schoolorganisatie; met oog voor het waartoe) bijdraagt aan deze missie. Voor onze tweede termijn formuleren we daarom de volgende hoofdvraag: Hoe kunnen (aanstaande) onderwijsprofessionals zich professioneel (blijven) ontwikkelen in schoolorganisaties die fungeren als leerwerkplek voor het realiseren van een aantrekkelijk beroep en kwalitatief goed onderwijs?
DOCUMENT
In deze notitie hebben we een poging gedaan om uit de verscheidenheid aan definities en betekenissen van het begrip ‘integraal werken’ die we in onderzoeken en in andere publicaties tegen komen, tot een conceptuele analyse en ordening te komen. De analytische ordening in vier vensters is bedoeld om de consequenties ervan in de praktijk voor professionals, in relatie tot hun primaire doelgroep (burgers in alle soorten en maten, de samenleving), binnen hun organisatorische kaders en in relatie tot beleid en bestuur te kunnen onderzoeken en te kunnen duiden. We sluiten deze notitie af met een samenvatting van de bovengenoemde vier vensters en een korte beschouwing.
DOCUMENT