Dit onderdeel van het onderzoeksproject had als doelstelling om nieuwe vor-men van social media te ontwikkelen die tot een meer respectvolle en con-structieve online dialoog zouden leiden in relatie tot de wijk. De aanleiding was dat wijkprofessionals observeerden dat de dialoog niet stopt op de drem-pel van het buurthuis, maar via sociale media verder gevoerd wordt. Uit vooronderzoek is gebleken dat het zinvol is om in dit onderzoek te focus-sen op een specifieke vorm van sociale media, namelijk die vorm die gericht is op deliberatie: een dialoog met een politiek doel. Er is internationaal veel onderzoek gedaan naar de kwaliteit van deliberatie, ook wanneer de delibe-ratie wordt gedaan door niet-politici. Hoewel een deel van dit onderzoek zich richt op online deliberatie, is uit ons literatuuronderzoek gebleken dat er nog niet veel experimenteel onderzoek is gedaan naar hoe het ontwerp van online communicatiemiddelen een deliberatie positief kunnen beïnvloeden. In ons project is de doelstelling daarom aangescherpt naar het ontwerpen en ontwikkelen van een online deliberatieplatform dat aansluit bij de behoeften van de betrokken gemeenten met betrekking tot lokale online dialogen en bij de hiaat in de beschikbare kennis over de vormen die een dergelijk platform kan aannemen en op welke wijze een online deliberatie goed kan worden on-dersteund. In een intensief proces van ontwerpen, ontwikkelen en evalueren, is een deli-beratieplatform gerealiseerd, eerst als prototype en uiteindelijk als een wer-kend product. Het platform is getoetst en geëvalueerd en is klaar om ingezet te worden in reële situaties waarbij burgerparticipatie in stadswijken middels online deliberatie kan worden vormgegeven.
De Politieacademie heeft binnen het politiebestel de taak om wetenschappelijk onderzoek te verrichten en uit te besteden ten behoeve van de politie. Met ingang van 2015 is de strategische onderzoeksagenda voor de politie leidend voor dit onderzoek (Janssen & Venderbosch, 2014). De Politieacademie formuleert deze agenda met input van de Nationale Politie en wetenschappers en de minister van V&J stelt hem vast. De Politieacademie krijgt daarmee de verantwoordelijkheid voor de programmering van het onderzoek ten behoeve van de politie. Een belangrijk aspect van de zorg voor kwaliteit van het onderzoek is de doorwerking van politiekundige kennis in het politieonderwijs en de politiepraktijk. Om deze taak goed op zich te kunnen nemen wil de directeur Kennis & Onderzoek van de Politieacademie inzicht krijgen in de verschillende vormen van politiegerelateerd onderzoek in Nederland
Eindpublicatie van het programma Innoveren in Dienstverlening. In negen verschillende projecten werden door creatieve bureau's methoden van service design toegepast. De verschillende projecten zijn uitgevoerd met dienstverleners rondom Utrecht CS, het UMC Utrecht en de Hogeschool Utrecht
Dit project richt zich op kennisontwikkeling over integratie van zorginhoudelijke en technologische randvoorwaarden voor de ontwikkeling van een CVA-portaal dat persoonsgerichte CVA-zorg voor individuele patiënten ondersteunt. Het CVA-portaal is geen nieuwe administratietool maar richt zich op inzage in informatie uit de verschillende EPD’s van de bij een CVA-patiënt betrokken zorgverleners in de eerste lijn: verpleegkundigen en paramedici, zoals fysiotherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten. Dit faciliteert digitale interdisciplinaire communicatie en samenwerking binnen het extramurale CVA-zorgproces, waarbij ook de patient en zijn sociale netwerk nauw bij betrokken is. Dit project bouwt voort op een recent door de HAN uitgevoerde exploratieve studie naar de wensen van verpleegkundige en paramedische zorgprofessionals in de eerste lijn met betrekking tot interdisciplinaire communicatie en samenwerking. In deze studie bleek dat er ruimte is voor een ‘verdiepingsslag’ waar het de randvoorwaarden voor een geïntegreerde en persoonsgerichte benadering van CVA-patiënten betreft. Hoewel zorgverleners zich zeker bewust zijn van het belang van samenwerking, bleken hun aanvankelijke wensen voor gedeelde informatie nog onvoldoende gebaseerd te zijn op het perspectief van de patiënt. Het met name monodisciplinaire en aanbodgerichte karakter van de wensen voor informatiedeling staat een geïntegreerde benadering van een individuele patiënt in de weg. Dit vervolgproject hanteert een iteratieve methode voor het vaststellen van de inhoudelijke en technologische randvoorwaarden van een CVA-portaal. Op basis van intensieve interactie tussen technologen en zorgprofessionals worden inzichten verworven in verbindingen tussen relevante informatie uit de eigen EPD’s met het beoogde CVA-portaal. In een pilot zullen de eerste gebruikerservaringen met het concept worden geëvalueerd op basis van casuïstiek. Dit project draagt bij aan de ontwikkeling van een technologische infrastructuur ter ondersteuning van persoonsgerichte zorg van de patiënt en zijn sociale netwerk. De projectresultaten vormen een ‘onderlegger’ voor een beoogd RAAK-mkb project waarin op basis van een werkende versie van een CVA-portaal gebruikersonderzoek zal worden opgeschaald.
Technologische innovaties voor ouderen met dementie bereiken nog te weinig de gebruikspraktijk waarvoor ze bedoeld zijn. Eén van de redenen hiervoor is dat de wensen en voorkeuren van de toekomstige gebruikers, zoals (in)formele verzorgers, niet goed aansluiten bij de gebruikspraktijk waarin de innovatie belandt. Dit kan leiden tot gedeeltelijke of volledige afwijzing van deze innovaties, waardoor implementatie ervan in de beroepspraktijk wordt belemmerd. Om de doorwerking van innovaties voor ouderen met dementie in de praktijk te verbeteren is het daarom van belang dat ze voldoende worden getest met (professionele) eindgebruikers in de uiteindelijke gebruiks-praktijk. Deze Top-up aanvraag richt zich op het doen van gebruikersonderzoek met het eerste prototype van de “Interactieve Woonkamer”, zoals dat is ontwikkeld binnen het gelijknamige RAAK MKB project. De Interactieve Woonkamer kan mantelzorgtaken overnemen door ouderen met dementie door middel van projecties, licht- en geluidsignalen te ondersteunen bij Algemene Dagelijkse Levensactiviteiten (ADL), waardoor het een middel kan zijn om de druk op de formele of informele zorg voor deze groep op termijn te verminderen. De Interactieve Woonkamer is technisch getest in een demonstratiewoning voor innovaties voor ouderen van het lectoraat AiH (de Empathische Woning). Om de kansen op snelle doorwerking richting praktijk te vergroten richt dit Top-up project zich op het doen van gebruikerstesten met (professionele) verzorgers van ouderen met dementie met dit prototype in de demowoning. Zij worden uitgenodigd de ondersteuning die het prototype van de Interactieve Woonkamer ouderen bij het behouden van een gezond dag-/ nachtritme kan bieden, te ervaren in een realistische woonkamer setting. Deze kennis die dit project oplevert wordt door de onderzoekers gebruikt om aanbevelingen te doen voor de verdere doorontwikkeling van de Interactieve Woonkamer in de beroepspraktijk, waardoor de druk op de formele of informele zorg van mensen met dementie op termijn kan worden verminderd.
Goed slapen is van belang voor de gezondheid, de alertheid en stressreductie van mensen. Echter kampen veel mensen met slaapproblemen, waarbij chronisch slecht slapen kan leiden tot o.a. cognitieve problemen (depressie en dementie) en het heeft een negatief effect op de kwaliteit van leven. Kwaliteit van slapen hangt samen met hoe de slaap wordt ervaren en of iemand voldoende uitrust en tevreden is over de slaap, echter is 63% van de Nederlanders ontevreden over de eigen slaapkwaliteit. Dit project richt zich op volwassenen met slaapproblemen. Door middel van co-creatie wordt er gewerkt aan een digitale slaapcoach, als verlengstuk van een slaapexpert. Uitgangspunt van de coach is de eerder ontwikkelde voedingscoach Halloliz. De nieuwe slaapcoach helpt bij het in kaart brengen van individuele factoren die de slaapkwaliteit verminderen, bij het verbeteren van slaapgedrag en bij het bestendigen hiervan. Er wordt gebruik gemaakt van Cognitive Behavior Therapy for Insomnia, waarbij het effect van interventies op slaapgedrag direct wordt verwerkt in een aangepast slaapplan. Het project richt zich op het ontwikkelen van een slaapcoach rekening houdend met adoptie en motivatie van de doelgroep om de coach te gebruiken. Adoptie hangt onder andere samen met de vorm en uitstraling van de slaapcoach, maar ook met de bereidheid van de gebruiker om het gedrag te veranderen. Daarnaast speelt motivatie een belangrijke rol bij het bestendigen van gedragsverandering. In het project wordt de patient journey in kaart gebracht en wordt uitgezocht hoe het ontwerp van de coach kan worden geoptimaliseerd richting adoptie, motivatie en uiteindelijk de gewenste gedragsverandering. Een consortium van experts in het ontwerpen (co-creatie) van eHealth oplossingen en gebruikersonderzoek zal het project uitvoeren. Deze worden bijgestaan door een klankbordgroep bestaande uit onder andere slaapexperts.