In opdracht van Stichting Leergeld Amsterdam heeft het lectoraat Armoede Interventies van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) begin 2019 een evaluatieonderzoek uitgevoerd waarbij vooral is gekeken naar werkzame bestanddelen in de werkwijze van Leergeld Amsterdam en de meerwaarde van de stichting. Hiertoe zijn o.a. 48 gezinnen geïnterviewd.
Dit voorjaar deed het coronavirus, dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt, zijn intrede in Nederland. De virusuitbraak en de maatregelen om die in te dammen, hebben de leefomstandigheden van gezinnen drastisch beïnvloed. Door een beperking van hun sociale omgeving en fysieke leefruimte, werden gezinnen noodgedwongen op zichzelf teruggeworpen. Hoe beleven gezinnen deze bijzondere tijd en wat is de impact van de unieke uitdagingen waarmee ze worden geconfronteerd?
Hoofdstuk 3 in Verandering begeleiden Praktijkvoorbeeld: het gezin in een krachtenveld 3.1 Sociaal werkers in gezinnen 3.2 gezinnen in hun omgeving 3.3 Perspectieven voor verandering binnen gezinnen 3.4 De pedagogische civil society 3.5 De competenties van de sociaal werker In hoofdstuk 3 gaat het om kinderen als onderdeel van een breder gezins- en sociaal systeem. De sociaal werker is zich bewust van alle invloeden die inwerken op het kind en de perspectieven die alle betrokkenen hebben als het gaat om een complexe opvoedsituatie. Er is dan ook vaak geen eenvoudige oplossing in zulke situaties. De opbrengst van hoofdstuk 3 is dat de sociaal werker de rol inneemt van een mediërende begeleider, die schakelt tussen verhalen en waarheden van alle betrokkenen om zodoende aan meer onderling begrip en herstel te werken.
In deze SPRONG-groep staan jongeren en (jong) volwassenen die op langdurige zorg zijn aangewezen centraal. Samen willen we participatiemogelijkheden bevorderen, zodat jongeren en (jong) volwassenen in kwetsbare situaties en posities in hun eigen leefomgeving kunnen floreren. Om dat te kunnen realiseren is het nodig dat er geredeneerd wordt vanuit de gehele levensloop van zorgvragers. Jeugdzorg, Gehandicaptenzorg en GGZ gaan hierin samen optrekken. Ons doel is dat zorg- en welzijnsprofessionals met jongeren en (jong) volwassenen en hun netwerk en met elkaar vanuit de onderliggende waarden sociaal, inclusief en relationeel BETEKENISVOL SAMENWERKEN. Met ons kennisnetwerk verdiepen en onderbouwen we deze visie verder en maken we ons hard voor het includeren van de stem en positie van jongeren en (jong) volwassenen en hun gezinnen zelf, zodat innovatie van binnenuit gebeurt. Hiertoe vormen we een krachtige SPRONG -groep die bestaat uit: 12 Lectoraten van vier verschillende Hogescholen 12 Ervaringsdeskundigen 11 Werkveldpartners vanuit Jeugdzorg, GGZ en Gehandicaptenzorg 3 Universiteiten 3 belangenverenigingen 2 Kenniscentra 2 Gemeenten 1 Beroepsvereniging De SPRONG-groep BETEKENISVOL SAMENWERKEN zal zich de komende jaren richten op: het agenderen van de sociale aspecten van innovatie die nodig zijn om voldoende participatiemogelijkheden te scheppen, het ontwikkelen van onderwijs voor meer dan 3000 studenten in het sociale domein, het verbeteren van de eigen onderzoeksorganisatie om onderzoek met mensen in kwetsbare situaties en posities recht te kunnen doen en het implementeren van nieuwe inzichten uit de bij de SPRONG-groep betrokken zorginnovaties in het werkveld en in het onderwijs. In de tweede periode van de SPRONG-groep willen we graag uitbreiden met (internationale) partners vanuit zorgtechnologie en kunst. Hierdoor kunnen we winnen aan zeggingskracht en impact waarbij ook technologische inzichten kunnen worden benut en kan geleerd worden om anders te kijken en te confronteren en te bevragen wat vanzelfsprekend lijkt.
Versterken symbiose tussen Vlaanderen en Nederland in de regio tussen Turnhout en Tilburg door het verzilveren van het duurzaam toeristisch potentieel. Het beter ontsluiten en verbinden van activiteiten en nieuwe belevenissen voor verschillende doelgroepen: bezoekers, bewoners, ondernemers, jongeren, senioren, gezinnen.Collaborative partnersAPB Toerisme Provincie Antwerpen, Gemeente Alphen-Chaam, Gemeente Arendonk, Gemeente Baarle-Hertog, Gemeente Baarle-Nassau, Gemeente Goirle, Gemeente Merksplas, Gemeente Ravels, Gemeente Tilburg, Stad Hoogstraten, Stad Turnhout, Thomas More Mechelen-Antwerpen.
Gemeenteprofessionals binnen ons consortium ervaren de participatie van jongeren, migranten en gehaaste gezinnen bij de energietransitie als een uitdaging. De energietransitie vormt een complex maatschappelijk vraagstuk, waarbij de betrokkenheid van inwoners niet alleen wettelijk verplicht is, maar ook cruciaal voor het succes ervan. Veel inwoners ervaren echter dat veranderingen top-down worden doorgevoerd, zonder dat zij een stem hebben. Om met deze inwoners in contact te komen, grijpen gemeenteprofessionals vaak terug op klassieke participatiemiddelen als burgerpanels, inloopavonden en straatgesprekken, maar deze participatiemiddelen schieten tekort om een inclusieve groep inwoners te laten meepraten. Dit komt door barrières aan de kant van de gemeenteprofessionals (bijvoorbeeld gebrek aan handelingsperspectief), de inwoners (bijvoorbeeld tijd- of kennisgebrek) en de participatiemiddelen (bijvoorbeeld mismatch met de behoeftes van inwoners). Tekortschietende inclusieve participatie kan de kloof tussen inwoners en overheid vergroten en maatschappelijke weerstand tegen de energietransitie laten toenemen; met vertraging van de energietransitie als gevolg. De praktijkvraag luidt: hoe kunnen we als gemeenteprofessionals barrières overbruggen die jongeren, migranten en gehaaste gezinnen verhinderen volwaardig te participeren bij de energietransitie? In dit project worden de barrières overbrugd door het (her)ontwerpen van participatiemiddelen samen met jongeren, migranten en gehaaste gezinnen. Door nauwe samenwerking, kunnen we unieke behoeftes en kenmerken van deze doelgroepen doorvertalen naar effectieve participatiemiddelen en handelingsperspectief bieden aan gemeenteprofessionals. Voor het beantwoorden van deze praktijkvraag gaan we: 1) Bestaande participatiemiddelen inventariseren en evalueren in de context van de energietransitie; 2) In drie cases digitale en fysieke participatiemiddelen (her)ontwerpen en inzetten in de praktijk in samenwerking met jongeren, migranten, gehaaste gezinnen, gemeenteprofessionals, ontwikkelaars van participatiemiddelen en kennisinstellingen; 3) De toolbox ‘Eerste hulp bij inclusieve inwonerparticipatie’ ontwikkelen, waarin we bovenstaande uitkomsten ontsluiten voor de praktijk; 4) Een learning community ‘Inclusieve inwonerparticipatie’ opzetten die gemeenteprofessionals handelingsperspectief biedt door via samenwerkend leren kennis uit te wisselen over inclusieve inwonerparticipatie.