Dienst van SURF
© 2025 SURF
In de algemene perceptie hoort onderzoek thuis bij universiteiten en bedrijfslaboratoria. Ook in de huidige Wet op het Hoger onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek (WHW) wordt geen primaire onderzoekstaak bij het HBO gelegd. Artikel 1.3. zegt "Hogescholen hebben het verzorgen van hoger beroepsonderwijs tot taak. Zij kunnen onderzoek verrichten voorzover dit verband houdt met het onderwijs aan de instelling." Zo ontstaat een beeld van HBO als 'lesfabriek'. Dergelijke beelden doen evenwel geen recht aan de feitelijke werkelijkheid, noch aan de doelstellingen die binnen het HBO en het onderwijsbeleid leven. In dit artikel willen we daarom de kloof dichten tussen beelden, realiteit en aspiraties. Daartoe wordt eerst de recente relevante beleidscontext geschetst, waarna de meest gangbare mythes tegen het licht gehouden worden.
To support physiotherapists in their role of health promotor and to support physical activity (PA), the Keep Moving Support Tool (KMST) was developed. It is unknown how to align the KMST with everyday practice in a wider variety of primary care physiotherapy clinics in the Netherlands.
Het World Wide Web (WWW) en andere informatie- en communicatietechnologie (ICT) krijgt grote maatschappijke gevolgen toegedicht. Zowel utopische als dystopische toekomstbeelden worden eraan opgehangen. Bij gebrek aan empirisch onderzoek kunnen beide aanspraak maken op realiteitswaarde. Wat is waan? En wat is werkelijkheid? Zonder twijfel is de technologische ontwikkeling iin van de centrale krachten achter maatschappelijke ontwikkelingen. Dit rapport presenteert de stand van zaken in het onderzoek naar sociale gevolgen van technologische ontwikkeling. Wat zijn de relevante vraagstellingen? Welke theoriekn zijn reeds ontwikkeld? Hoeveel empirisch onderzoek is voorhanden? In dit rapport wordt onderzoek naar de sociale gevolgen van technologische ontwikkeling gerelateerd aan hoofdvragen van de sociologie, te weten vragen naar de rationalisering van de samenleving, sociale ongelijkheid en sociale cohesie. Burgers worden steeds vaker geconfronteerd met technologische innovaties die hun maatschappelijk functioneren beonvloeden. Door nieuwe ICT verandert geleidelijk de manier waarop zij werken, leren en communiceren. Langzaam maar zeker passen burgers zich aan de beschikbare mogelijkheden aan, omdat hierdoor bestaande handelingen sneller, gemakkelijker of efficiknter uitgevoerd kunnen worden.
Dit promotieonderzoek richt zich op gezondheidsvaardigheden bij kinderen van 9-12 jaar in Nederland in het kader van preventie en gezondheidsbevordering. Vanuit de samenleving, overheid en gezondheidszorg is er veel vraag naar meer inzicht in gezondheidsvaardigheden bij deze doelgroep. Gezondheidsvaardigheden zijn nodig om gezondheidsinformatie te kunnen vinden, begrijpen, beoordelen en toepassen. Hierdoor kan iemand de juiste keuzes maken voor diens gezondheid of die van anderen, om zo gezond mogelijk te kunnen leven.Doel Het onderzoek heeft twee doelen: Inzicht krijgen in welke gezondheidsvaardigheden van toepassing zijn op kinderen in de leeftijd van 9-12 jaar; Het identificeren van potentieel succesvolle ingrediënten voor het aanleren van optimale gezondheidsvaardigheden bij kinderen. Resultaten Beoogde resultaten van het onderzoek zijn: Een overzicht van operationalisaties (uitwerkingen of beschrijvingen) van gezondheidsvaardigheden bij kinderen van 9-12 jaar; Welke gezondheidsvaardigheden belangrijk zijn bij kinderen van 9-12 jaar in Nederland; Inzicht in hoe kinderen deze gezondheidsvaardigheden aan kunnen leren. Looptijd 01 september 2019 - 31 december 2024 Aanpak Eerst is een scoping review uitgevoerd naar de operationalisatie van gezondheidsvaardigheden. Daarnaast is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de begrijpelijkheid en toepasbaarheid van een Nederlands meetinstrument voor gezondheidsvaardigheden. Ook hebben focusgroepen plaatsgevonden met kinderen over wat zij verstaan onder gezondheidsvaardigheden. In een Delphi studie zal in twee fasen met nationale en internationele expert consensus worden bereikt over welke operationalisaties belangrijk zijn voor (Nederlandse) kinderen van 9-12 jaar. Als laatste wordt er een onderzoek uitgevoerd waarbij kinderen, ouders en scholen samenwerken om een plan te ontwikkelen waarmee kinderen op school gezondheidsvaardigheden leren en we deze kunnen meten. Begeleiding promotie Het promotieonderzoek wordt begeleid door promotor Prof. Dr. Mai Chin A Paw van VUmc en begeleidend Lector Katarina Jerković-Ćosić. Er wordt samengewerkt met verschillende lectoraten.