Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) tegen accountant Deloitte in de Aholdzaak bevestigde het vonnis van de Raad van Tucht dat de accountant volgens de rechter 'ernstig tekort geschoten' is en blijk heeft gegeven van 'een grote mate van passiviteit'.Is deze uitspraak wel terecht en is de groepsaccountant tekortgeschoten? Naar mijn mening heeft de accounant zijn werk goed uitgevoerd en is de uitspraak van het CBb onjuist.
DOCUMENT
Van het enkelvoudig coachen van groepen moeten we eigenlijk af. Want wie bijvoorbeeld alleen maar kijkt naar de communicatieprocessen in een groep, zonder oog voor de context waarin groepsactiviteiten plaatsvinden, mist wezenlijke informatie. In plaats van de enkelvoudige aanpak kiezen we voor de Integrale Procesbegeleiding van Groepen, het IPG-model. Met dit groepsdynamisch model kunt u complexe groepsdynamieken, -fenomenen en –processen in hun onderlinge samenhang doorgronden en begeleiden.
DOCUMENT
In de accountancybranche heersen een aantal kenmerken die ervoor hebben gezorgd dat de adoptie van automatisering, digitalisering en data-analyse achterloopt. Dit heeft een aantal redenen: door de hoge werkdruk is er soms geen kans om te innoveren; de omzet is toereikend, waardoor de nut en noodzaak niet worden gezien; door het grote personeelstekort is er geen personeel voor een innovatietraject; MKB-accountants vinden het te risicovol om te investeren in digitalisering met het oog op pensionering en de verkoop van het eigen accountantskantoor. Onderzoekers van de Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Rotterdam en Hogeschool Utrecht hebben onderzocht hoe de mkb-accountant data-analyses kan inzetten in zijn beroepspraktijk, zodat beter aan de wensen van zijn mkb-klanten op het gebied van performance en directere sturing wordt voldaan, en de bedrijfsvoering en werkprocessen van de klanten efficiënter worden. De digitalisering biedt de accountant namelijk mogelijkheden om mkb-ondernemers op basis van data nog beter te adviseren. Het kan daarbij om financiële zaken gaan, maar ook over andere zaken die bij ondernemerschap horen. Denk bijvoorbeeld aan adviezen over voorraden, personeelszaken, procesverbeteringen, verkoopcijfers, duurzaamheid, etc. Op 6 oktober 2022 heeft de onderzoeksgroep de eindresultaten van het onderzoeksproject gepresenteerd op het mini-congres “Data science en mkb-accountants” bij de NBA in Amsterdam. Eén van de tools die het projectteam voor de mkb-accountantskantoren heeft ontwikkeld is een Data Analyse Protocol (hierna DAP). Het DAP geeft de accountant inzicht in vragen die bij mkb-ondernemers kunnen leven en waarbij de accountant kan helpen deze vragen te beantwoorden
DOCUMENT
De Groep Wilders heeft bij de laatste Eurpese verkiezingen een grote zetelwinst behaald. Ze zijn nu bijna even groot als het CDA. Feitelijk is de groepering Wilders geen democratische partij waar mensen lid van kunnen worden en hun leider kiezen en partijprogramma mee kunnen vaststelen. Dat allemaal niet. Feitelijk is Wilders een alleenheerser en onze huidige kieswet legt dergelijke groepen geen strobreed in de weg. Ze mogen vrijelijk meedoen met verkiezingen. Het kiesstelsel moet veranderen om onze democratie te beschermen.
DOCUMENT
Het tekort aan handjes in de accountancy neemt toe. Tegelijk groeit de maatschappelijk druk om bedrijven zo goed mogelijk te controleren, om te zorgen dat ze financieel, fiscaal en qua duurzaamheid in de pas blijven lopen met de (toenemende) regelgeving. Gelukkig komt er steeds meer technologie voorhanden die de accountant kan helpen bij het controleren van de boeken, schetst Eric Mantelaers, hoofd Bureau Vaktechniek, RSM Accountants. Medio juni is hij aan de Open Universiteit gepromoveerd op zijn proefschrift ‘An evaluation of technologies to improve auditing’.
LINK
Moet de accountant zich blijven concentreren op zijn traditionele rol als controleur van de juistheid en volledigheid van beschikbare gegevens? Of zou hij zich ook moeten bezighouden met de manier waarop beslissingen worden genomen? Zo ja, waar ligt deze bijdrage en aan wie dient te worden gerapporteerd? Uit een survey in de doelgroep blijkt dat een pro-actievere opstelling gewenst is, maar dat accountants zich vooral moeten concentreren op het beter uitvoeren van hun huidige taak.
DOCUMENT
Harvard Business Review auteurs Bazerman, Loewenstein en Moore stellen in hun artikel “Why good accountants do bad audits” (2002) dat het werkelijke probleem bij accountantscontroles niet zit in bewuste fraude door accountants maar schuilt in onbewuste beoordelingsfouten. Zij beroepen zich enerzijds op literatuur die constateert dat professionals onbewuste beoordelingsfouten begaan en anderzijds beschrijven zij omgevingsfactoren in de accountancypraktijk die onbewuste beoordelingsfouten door accountants zeer waarschijnlijk maken. In beperkte mate constateren zij door middel van experimenten dat accountants onbewuste beoordelingsfouten begaan. Onze studie beoogt op dit pad verder te gaan. Een groep studenten wordt aan een experiment in een accountancy-achtige omgeving onderworpen. Zij krijgen een waarderingsprobleem voorgelegd. De studenten blijken gevoelig voor suggesties in de hoogte van de waardering van het te waarderen object. Ook zijn ze gevoelig voor de presentatie van het object in de vorm van een bezitting of een schuld. De eerste onbewuste beoordelingsfout staat bekend als het anchoring effect; de tweede als het framing effect. We concluderen dat beide onbewuste beoordelingsfouten het onafhankelijke en objectieve oordeel van de accountant kunnen bedreigen.
DOCUMENT
De aansluiting tussen kinderopvang in de voorschoolse periode en de start van de basisschool is verschillend vorm gegeven in diverse landen. Nederland kent een ‘split system’, maar op enkele plekken is er sprake van structurele toenadering tussen de voorschoolse en schoolse sector. De peuter-kleuter-groep, die maar op enkele plaatsen in Nederland bestaat, beoogt de inhoudelijke samenwerking tussen opvang en onderwijs te versterken en de overgang voor kinderen soepel te laten verlopen. In een observatiestudie onder 9 random geselecteerde locaties (N= 13 leerkrachten en 14 pedagogisch medewerkers, 85 geobserveerde kinderen) is de proceskwaliteit van deze groep geëvalueerd (CLASS Toddler & CLASS Pre-K: Productiviteit, Educatieve werkvormen en Conceptontwikkeling) en de betrokkenheid(inCLASS) en het welbevinden van de kinderen (NCKO-instrument), aangevuld met een interview en vragenlijst voor de betrokken professionals uit kinderopvang en basisonderwijs. De resultaten laten zien dat de proceskwaliteit goed is voor emotionele kwaliteit en middelmatig voor kwaliteit van de instructie, aansluitend op uitkomsten uit peilingen van reguliere peutergroepen en kleutergroepen. Het welbevinden van zowel de peuters als kleuters is goed evenals de betrokkenheid. Voor de interacties met leeftijdsgenoten en het gedrag in de groep blijken er geen significante verschillen tussen peuters en kleuters. Wel hebben de kleuters op de peuter-kleuter-groep meer interacties met de medewerker, een betere speelwerkhouding en een iets hoger welbevinden dan peuters.De betrokken pedagogisch medewerkers, leerkrachten en directeuren geven aan met de peuter-kleuter-groep de overgang van kinderopvang naar het basisonderwijs soepeler te willen laten verlopen en de interprofessionele samenwerking te willen stimuleren in een integrale aanpak. Pedagogisch medewerkers en leerkrachten werken nauw samen aaninnovaties op de groep, waarbij de leerkrachten vaker de leiding nemen in de planning, het curriculum en groepsinstructie. Een belangrijk knelpunt is de onzekere positie van de groep in de relatie tussen school, inspectie en de wethouder als formele handhaver van wet- en regelgeving.Een conclusie uit dit eerste, kleinschalige onderzoek is dat pedagogische kwaliteit van de peuter-kleuter-groep vergelijkbaar is met de uitkomsten uit peilingen van (afzonderlijke) peutergroepen en het kleuteronderwijs. De verschillen tussen de kleuters ten opzichte van peuters en de taakverdeling tussen pedagogisch medewerkers en leerkrachten verdienen wel nadere aandacht in vervolgonderzoek. Op basis van deze eerste empirische evaluatie van de peuter-kleuter-groep bespreken we ten slotte mogelijke verbeterpunten voor de structurele kwaliteit, de proceskwaliteit, en welbevinden en betrokkenheid van de kinderen, in relatie tot de innovatieve samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs met nieuwe rollen voor pedagogisch-didactische professionals
DOCUMENT
In groep 7 en 8 schrijven leerlingen in schriften, maken ze opdrachten in werkboeken en aantekeningen tijdens de les. Daarnaast maken ze werkstukken, vullen formulieren in en gaan steeds meer de computer gebruiken. Al deze manieren van schrijven vereisen verschillende vaardigheden. Bij het maken van een werkstuk gebrui- ken leerlingen sierletters. Bij het invullen van een formulier wordt blokschrift gebruikt en bij het maken van aantekeningen is schrijfsnelheid belangrijk. Om snel te kunnen werken met de computer moeten kinderen bij voorkeur leren blind te typen. Het leren van deze vaardigheden vraagt een lesaanbod in groep 7 en 8 met vol- doende instructie- en oefentijd.
DOCUMENT
Leren lezen gaat bij de meeste kinderen niet vanzelf. Mirjam Snel, hoofddocent aan de Hogeschool Utrecht, promoveerde vorig jaar op een onderzoek naar het leesonderwijs en de leesontwikkeling van kinderen in groep 3. In haar dissertatie richt ze zich op de relatie tussen de ontwikkeling van de snelheid van woordherkenning en twee verschillende instructiebenaderingen. Daarnaast onderzoekt ze op wat voor manier leesproblemen al vroeg opgespoord kunnen worden. Het onderzoek levert interessante inzichten op voor het handelen van de leerkrachten in groep 1-2 en in groep 3.
LINK